EssayLijstjescultuur
Waarom wij mensen zo van lijstjes maken houden
Van de Tien Geboden tot je favoriete boek ooit, Stijn Fens neemt al vanaf zijn zevende lijsten en lijstjes gretig tot zich. ‘De lijst laat zien waar we vandaan komen, en waar we naar toe moeten.’
De eerste in de geschiedenis van de mensheid die met een lijstje kwam dat prikkelt, ordent en overzicht biedt was God zelf. Ik heb het natuurlijk over de Tien Geboden. Een Goddelijke lijst, in stenen tafelen gebeiteld, meegegeven aan Mozes, met regels om een goed leven te kunnen leiden en niet in kwaad te vervallen. Er is een duidelijke rangorde. Het eerste gebod luidt: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd’. God zelf staat bovenaan. De andere geboden volgen daar vanzelf uit. Ik weet het niet zeker, maar ik moet al heel jong met die Lijst der Lijsten kennisgemaakt hebben. Via de kinderbijbel die bij ons thuis van kind naar kind afdaalde tot deze bij mij – de jongste – eindigde.
Ik moet zeven geweest zijn toen ik zelf mijn eerste lijstje maakte. Samen met mijn broer Daan. Op een dag spreidden wij alle singletjes die in het bezit waren van mijn ouders uit over de vloer en stelden onze eigen hitlijst samen. Een voor een draaiden wij de uitverkoren 45-toerenplaatjes op onze olijfgroene draagbare Philips pick-up met losse luidsprekers, alsof we een radioprogramma hadden. Hier mijn eerste top 5:
1. ‘Het Dorp’, Wim Sonneveld
2. ‘De school is uit’, Jack en Bil
3. ‘Cha-la-la, I need You’, The Shuffles
4. ‘We gaan naar Londen’, Willy Alberti en de Ajax Supporters
5. ‘Sien’, Toon Hermans
Ik ben gek op lijstjes, mijn hele leven al. Gelukkig kent Nederland een lijstjescultuur en kan ik mijn hart ophalen, zeker aan het eind van het jaar.
Stijn Fens (1966) studeerde Europese studies en is redacteur religie & filosofie en columnist bij Trouw.
Je kunt zeggen dat die lijstjescultuur op haar hoogtepunt was rond de eeuwwisseling. Er moest in 1999 een volledige eeuw op waarde worden geschat. En wat voor een. Het was schier onmogelijk om de twintigste eeuw, met alleen al twee wereldoorlogen, op een voor de mens overzichtelijke manier tegen het licht te houden.
Sex sells en lijstjes ook
Toch werd dat oeverloos geprobeerd in 1999. Uit dat jaar komt ook het woord ‘lijstjesmoe’. Jort Kelder, toen hoofdredacteur van Quote, had daar geen last van. “Sex sells en lijstjes ook. Als wij op de cover melden dat we een verhaal hebben over rijke mensen, denkt iedereen: goh, leuk. Maar zo gauw je een ranglijst publiceert met de rijkste mensen, dan wil iedereen dat ineens lezen. Vraag mij niet de menselijke psyche te doorgronden, zo gaat het gewoon. De maatschappij wordt steeds competitiever en daar horen nu eenmaal pikordes bij.”
Een lijstje op de cover is een beproefd recept voor tijdschriftmakers om ervoor te zorgen dat mensen jouw blad uit het schap halen. Het is een perfect verleidingsmiddel. ‘Vijf tips voor een coronaproof kerstfeest’ of ‘Twee dingen dat u nog niet wist over Martien Meiland’.
In ons land geldt Matthijs van Nieuwkerk als bijzonder hoogleraar Lijstjes. Toen hij nog bij Het Parool werkte, introduceerde hij de rubriek waarin min of meer terecht bekende Nederlanders of Amsterdammers vijf platen mochten uitzoeken die ze zouden meenemen naar een onbewoond eiland. En dan ga je gelijk denken welke muziek jij daar zou willen horen. Dat is het leuke van lijstjes: ze leiden tot zelfinzicht.
Beroemd is ook de vragenlijst van Proust, genoemd naar de Franse schrijver Marcel Proust (1871-1922). Toen een vriendinnetje hem op zijn vijftiende vroeg een openhartige vragenlijst in te vullen in een vriendschapsboek, aarzelde Proust geen moment. Er werd onder meer gevraagd naar zijn favoriete deugd, welke kwaliteiten hij in een man en in vrouw waardeerde en wat zijn idee van ellende was. Antwoord op de laatste vraag: ‘gescheiden te zijn van mama’.
Het kan niet anders of u – de lezer – heeft zich ook al razendsnel in deze vragen verdiept. De vragenlijst van Proust kom je al decennialang tegen in kranten en tijdschriften wereldwijd, in allerlei vormen, meestal met bekende mensen als hoofdpersoon.
‘Het leven veilig opbergen in hitparades’
Matthijs van Nieuwkerk schrijft tegenwoordig vermakelijke boekrecensies in de Volkskrant, waarin zijn liefde voor lijstjes af en toe terugkeert. Onlangs ging het over Is dit wat?, een boek van de Amerikaanse komiek Jerry Seinfeld, in zijn vaderland een absolute grootheid, in ons land vooral bekend bij mensen als Matthijs van Nieuwkerk. Seinfeld stelde een bloemlezing samen van zijn beste grappen. Van Nieuwkerk las die en zie: Jerry Seinfeld schoof door naar ‘numero uno’ op zijn lijst van beste komieken aller tijden. Ricky Gervais zakte naar de tweede plek. “Ik heb het over Lijstjes. Ranking the stars. Kome er orde! Het leven veilig opbergen in hitparades”, schrijft Van Nieuwkerk.
Veiligheid, dat woord spreekt mij wel aan als het om lijstjes gaat. Ik vond het leven altijd al knap ingewikkeld. De sociale media hebben het informatiewoud om mij heen alleen nog maar groter en ondoorzichtiger gemaakt. Voor je het weet, raak je het zicht op wat echt telt in de wereld kwijt. Lijstjes helpen. Een top 5 bedenken en dus ook een winnaar aanwijzen, zorgt voor bakens in een woelige zee. Je weet waar je staat in het leven. Daarom toch maar even mijn onbewoond-eiland-platen. Peildatum 19 december 2020.
1. ‘Revolver’, The Beatles
2. ‘Chaos and Creation in the Backyard’, Paul McCartney
3. ‘Omsk’, The Nits
4. ‘Trein vuur dageraad’, Spinvis
5. ‘Francis Albert Sinatra & Carlos Jobim’, Frank Sinatra
De meest bekende lijst in ons land is de Top 2000, een idee dat ontstond in 1999. Een gedenkwaardige manier om het oude millennium muzikaal vaarwel te zeggen. Misschien wel de enige manier. Die Top 2000 is toe aan de zoveelste editie; het is een warm bad dat elk jaar terugkeert. Een geruststellend idee. Nog geruststellender: de lijst is voor een deel elk jaar hetzelfde. De Top 2000 is een lange lijst evergreens waarin een groot gedeelte van de Nederlandse bevolking zich herkent. Om over de nummer 1 maar te zwijgen, al was die dit jaar toch een verrassing.
Eerste plaats Top 2000 door de jaren heen:
2016: ‘Bohemian Rhapsody’, Queen
2017: ‘Bohemian Rhapsody’, Queen
2018: ‘Bohemian Rhapsody’, Queen
2019: ‘Bohemian Rhapsody’, Queen
2020: ‘Rollercoaster’, Danny Vera
Bij de twintigste editie van de Top 2000 in 2019 liet de Volkskrant twee hoogleraren aan het woord over het fenomeen dat ‘lijstjesvirus’ was gedoopt. Een vooruitziende blik. Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie vond al die lijstjes maar niks: “Ze geven veelal een eenzijdige voorstelling van zaken. Ook is het proces vaak ondoorzichtig: we weten zelden hoe die lijstjes zijn samengesteld.” Zijn geleerde collega Jan Theeuwes, professor cognitieve psychologie, was het niet met hem eens. “Voor het onthouden van grote hoeveelheden informatie zijn lijstjes erg praktisch: mensen slaan gegevens beter op als ze het in lijstjes bestuderen, dan in lappen tekst. Omdat een lijst je brein op meerdere manieren prikkelt: door de nummering of het gebruik van letters komt er structuur in de informatie. Ook de visuele weergave van een lijst, met stukken wit in de tekst bijvoorbeeld, versterkt de structurering en vergroot daarmee de hoeveelheid informatie die je kunt onthouden.”
Het zal voor u geen verrassing zijn. Ik ben van het kamp van Jan Theeuwes, die op mijn lijstje van hoogleraren Lijstjeskunde naar numero uno is geklommen. Hij zegt ook dat juist het begin en het eind van het jaar het meest geschikt zijn voor het catalogiseren van de wereld om ons heen. “Aan het begin ben je nog fris, aan het eind bereid je je al voor op de lijsten.”
Katholieken zijn dol op lijstjes
Ook Trouw kent ranglijsten. De meest bekende is de Duurzame 100, een ranglijst van burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid en natuur. Een serieuze zaak. Maar lijstjes uit het wat lichtere genre in de categorie onbewoond-eilandplaten zijn zeldzamer in Trouw. Ik heb ook niet het idee dat veel lezers van deze krant hierop zitten te wachten.
Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat het merendeel van de abonnees nog altijd een gereformeerde achtergrond heeft. Je moet je in dit leven vooral nergens op laten voorstaan, hoorde ik eens van leuke, gereformeerde Trouw-lezer. “Gewoon je werk doen en niet te veel op complimenten leven.”
Deze houding past ook bij onze volksaard. Niemand moet zich beter wanen dan de ander in ons land, dat ook Calvijnistan had kunnen heten.
Katholieken – en daar ben ik er een van – zijn dol op lijstjes. Zeker als er zeven items op staan, zoals Vaticaan- en Lijstjeskenner Christian van der Heijden laatst terecht opmerkte. De zeven kruiswoorden, de zeven gaven van de Heilige Geest, de zeven sacramenten, de zeven hoofdzonden en de zeven werken van barmhartigheid.
Wees niet bang: ik maak er geen godsdienststrijd van, maar ik krijg geen genoeg van lijstjes en hun nummer 1. De meest dichtbevolkte stad (Tokyo), de film die het meest opbracht (‘Avengers: Endgame’) of mijn favoriete boek ooit (De verminkte Apollo van Simon Vestdijk): ze prikkelen mijn brein, ordenen en zorgen voor overzicht.
Het is niet voor niets dat ook ik mij in deze coronacrisis vastklamp aan ranglijsten. Het lijstjesvirus is viruslijstje geworden. Aantallen besmettingen, ziekenhuisopnames en doden zijn belangrijk, maar worden in belangrijkheid voorbijgestreefd door de allesbepalende grafiek. Die lijst laat zien waar we vandaan komen en waar we naartoe moeten. Kome er orde!
Lees ook:
Een lijstje als geestelijk verzet tegen de pandemie’
Theatermaker en schrijver Marjolijn van Heemstra maakt lijstjes om grip te krijgen op het nieuwe coronaleven. Lijstjes maken als verzet en verlangen om door te gaan met wat je wilt doen.