Het oog vanDe Wolf
Waarom werden uitgerekend Van Goghs zonnebloemen overgoten met tomatensoep?
Kunsthistoricus Joke de Wolf richt de blik op een kunstwerk dat bij de actualiteit past. Deze week: soep uit blik.
Gelukkig, De Zonnebloemen waren niet beschadigd, het museumglas had zijn werk gedaan. En de twee actievoerders die vrijdag in The National Gallery in Londen elk een blik tomatensoep tegen het schilderij van Van Gogh gooiden, hadden even de aandacht van de wereldpers gekregen.
Nadat ze hun ene hand hadden vastgelijmd aan de muur, begon de activist met het roze haar te praten. Ze vroeg of kunst ons meer waard is dan voedsel. Of de bescherming van een kunstwerk belangrijker is dan die van onze planeet.
“Miljoenen koude, hongerige families kunnen geen benzine kopen. Ze hebben zelfs geen geld om een blik soep op te warmen”, zei ze, en net als haar buurvrouw hield ze het lege soepblik voor zich uit, de inhoud ervan droop nog van het glas dat de Van Gogh had beschermd.
Nu is terrorisme, want dat was het, zelden begrijpelijk, maar kunsthistorisch waren hier zo veel ballen opgeworpen dat ik er toch langer over piekerde. In de persberichten ging het vooral over de Van Gogh, ‘ruim 85 miljoen euro’ meldde deze krant, en er zijn maar liefst vijf versies van het landschap.
Mijn aandacht ging naar het blik soep. Blikken tomatensoep horen blijkbaar tot het Britse basisdieet, maar als de activisten echt een dramatisch effect hadden gewild, hadden ze wel blikken witte bonen in tomatensaus genomen. Bovendien hielden ze het blik voor zich uit, alsof ze reclame maakten. Hier moest iets achter steken.
Zeefdrukken
Soep uit blik heeft in de kunstgeschiedenis een extra betekenis dankzij Andy Warhol. Hij begon als reclametekenaar met een grote belangstelling voor tekenen en grafische technieken. Met zeefdrukken kon je een eindeloze hoeveelheid kopieën maken van eenzelfde afbeelding.
Nadat hij een eerste experiment had gedaan met dollarbiljetten – waarschijnlijk wereldwijd de meest voor de hand liggende afbeelding om in hoge oplage te willen kopiëren – begon Warhol in 1961 met een alledaagser onderwerp: het reproduceren van de afbeelding van soepblikken van het merk Campbell’s.
Bij zijn eerste solotentoonstelling in een galerie toonde hij schilderijen van 32 verschillende soorten soep. Alleen de soort soep had hij er steeds handmatig bij geschilderd, de rest van de afbeelding reproduceerde zich automatisch dankzij de zeefdruktechniek. In de galerie hingen alle 32 schilderijen naast elkaar, alsof ze op de plank in de winkel stonden.
‘Drie voor zestig cent’
Niet iedereen was enthousiast. Een winkel in de buurt reageerde spottend door een stapel echte blikken in de etalage te zetten, met de aanbieding ‘drie voor zestig cent’. Dat vond een criticus interessante stof voor een artikel, en zo ontstond er reuring over het werk.
Wat bezoekers het meest schokte was dat deze kunstenaar geen landschap schilderde, zelfs geen fruitschaal, maar een in de fabriek gemaakt massaproduct. Anders dan een schaal abrikozen of een veld met zonnebloemen kon een blik met een in de fabriek gemaakt etiket geen aanleiding zijn voor een kunstwerk.
Uiteindelijk zouden de geschilderde soepblikken veilingrecords opleveren die weliswaar niet zo hoog zijn als de waarde van de Van Goghs, maar daarvan zijn er dan ook lang niet zo veel. Bij het gooien van de tomatensoep naar de zonnebloemen kwamen die twee werelden even heel dicht bij elkaar. En dat veroorzaakte kunsthistorische kortsluiting.
Lees ook:
Eén haarlok maakt nog geen vrijheid
Kunsthistoricus Joke de Wolf richt de blik op een kunstwerk dat bij de actualiteit past. Deze week: weerbarstige haarlokken.