Bob Dylan is een van de popveteranen van de jaren zestig. In 2016 ontving hij de Nobelprijs voor de literatuur. Beeld Bettmann Archive
Bob Dylan is een van de popveteranen van de jaren zestig. In 2016 ontving hij de Nobelprijs voor de literatuur.Beeld Bettmann Archive

Grondleggers

Waarom de poppioniers uit de jaren zestig nog steeds zo belangrijk voor ons zijn

Met grote regelmaat worden we opgeschrikt door het overlijden van een van de grondleggers van de popmuziek. Wat maakt deze generatie zo bijzonder en waarom luisteren we nog steeds naar hun muziek?

Saskia Bosch

“Als ik naar Bob Dylan luister, krijg ik meteen zin om ook liedjes te maken.” De Nederlandse singer-songwriter Tim Knol is 33 jaar, maar wanneer hij inspiratie zoekt, grijpt hij vaak terug op poppioniers als Bob Dylan en Neil Young, beiden bijna een halve eeuw ouder dan hijzelf. “Ik probeer niet hun muziek te kopiëren, maar het geeft me wel inspiratie. Zo vind ik het gitaargeluid van Neil Young heel sexy. En ook de losse maar toch rake manier van zingen van Dylan doe ik onbewust wel eens na.”

Dat de platen van deze popveteranen regelmatig op zijn platenspeler terechtkomen, vindt Knol vanzelfsprekend. “Als muziekliefhebber kom je op een gegeven moment bij Bob Dylan uit. Of je nu jong of oud bent.”

En de muzikant is niet de enige jongere die de muziek uit de begindagen van de popmuziek nog steeds weet te waarderen. Want de pophelden van eind jaren vijftig, begin jaren zestig mogen zich dan in de nadagen van hun carrières bevinden, hun muziek vindt nog steeds zijn weg naar steeds weer nieuwe generaties luisteraars.

Wat maakt hen zo uitzonderlijk en waarom zijn ze nog steeds zo invloedrijk? Het antwoord is er deels in gelegen dat ze in vele opzichten de blauwdruk hebben gelegd voor alle popmuziek die na hen kwam.

Snoepwinkel

Met traditionele muzieksoorten als soul, country, folk, blues en gospel in hun bagage begonnen zij in die tijd aan een zoektocht naar een nieuwe muzieksoort: de popmuziek. Ze moeten zich als een kind in een snoepwinkel hebben gevoeld: alles lag nog open, alles was mogelijk. Nieuwe combinaties van muzieksoorten, nieuwe sounds en nieuwe technische mogelijkheden, zoals de opkomst van de elektrische instrumenten en vroege synthesizers, stonden tot hun beschikking.

“De pioniers van de popmuziek leefden in een heel revolutionaire en creatieve periode”, legt Johanz Westerman, docent/onderzoeker aan de Minerva Academie voor Popcultuur uit. “Het was de tijd van de opkomst van de bands en van de elektrische muziek. Er werd veel geëxperimenteerd en die experimenten gingen ook heel lang door. Er zijn toen basisvormen ontstaan waar we nu nog steeds aan vasthouden. Je ziet bijvoorbeeld dat voor de rock een band als Led Zeppelin ook nu nog van invloed is. En ook de indeling van de mini-Moog synthesizer, die toen veel werd gebruikt door bands, is nooit veranderd.”

Protestzanger

Revolutionair waren ook de teksten, waarin onderwerpen als de seksuele revolutie en de bevrijding van het individu een rol speelden. Tegelijkertijd kozen veel artiesten er ook voor om een nieuwe boodschap te brengen in de vorm van maatschappijkritische teksten. Het leidde tot het ontstaan van de protestzanger met Dylan en Pete Seeger als beroemdste voorbeelden.

Tim Knol: “In de jaren dertig en veertig hoorde je vooral veel vrolijke swingmuziek met nietszeggende teksten en liefdesliedjes. Toen kwam Dylan en hij begon opeens over heel andere dingen te zingen. Over de samenleving en wat er allemaal misging. En een hele generatie met hem en na hem.”

Maar met de opkomst van de popmuziek dienden zich niet alleen in muzikaal opzicht nieuwe fenomenen aan. Het was ook de tijd waarin het begrip popster voor het eerst zijn intrede deed. Artiesten en bands als Elvis Presley, Aretha Franklin, Joni Mitchell, Bob Dylan, The Beatles en The Kinks groeiden wereldwijd uit tot bekende namen.

En met name in de jaren zestig ontstond het imago van de ruige popster die snel leeft en jong sterft. Denk maar aan de leden van de 27-club, een benaming voor de groep artiesten die op 27-jarige leeftijd overleden zoals Janis Joplin, Jim Morrison en Jimi Hendrix.

Woodstock

Bovendien waren de jaren zestig ook het decennium waarin de festivalcultuur ontstond. Op legendarische festivals als Woodstock en Monterey kwam de nieuwe muziek maar ook de nieuwe jeugdcultuur volop tot bloei. Een cultuur waar het streven naar een betere wereld een belangrijk onderdeel van uitmaakte. “Men had de hoop dat de wereld één zou worden”, vertelt Johanz Westerman. “Er bestond een gevoel dat we samen een betere wereld moesten maken en vooral veel samen moesten komen. Daar hoorden ook de popfestivals bij.”

Dat de poppioniers ook nu nog zo populair zijn, komt volgens hem mede door de sombere tijden waarin we nu leven. “Vooral in de coronatijd gingen veel mensen naar de psychedelische muziek uit de jaren zestig luisteren omdat ze behoefte hadden aan een ontsnapping. Momenteel zie je ook dat mensen zich willen laten inspireren door muziek die het positieve gevoel uitdraagt dat we de wereld met elkaar willen veranderen door meer samen te komen en beter te communiceren. Dat spreekt extra aan omdat we het nu overal over oneens zijn en door elkaar heen kakelen.”

Tim Knol verklaart de blijvende populariteit van de popgiganten ook uit de kwaliteit van hun muziek. “Bob Dylan blijft relevant doordat hij nog steeds spannende dingen maakt die je raken. Hij maakt nog steeds ongelooflijke teksten en blijft liedjes in hele hoge kwaliteit afleveren. Hij verslapt niet.”

In het harnas sterven

Wat ook opvalt aan de generatie van pioniers is dat velen tot op hoge leeftijd muziek blijven maken en in het harnas sterven. Volgens Westerman komt dat omdat zij hun muziek echt leven. “In de tijd dat zij begonnen muziek te maken, werd er elke dag gerepeteerd en waren muzikanten veel meer alleen bezig met hun muziek. Dit in tegenstelling tot de artiest van nu, die niet meer alleen popmuzikant is.

“De hedendaagse muzikant houdt zich ook bezig met de beeldcultuur rondom zijn of haar muziek en met social media. Ze gaan even langs bij een talkshow of zetten een eigen kledinglijn op. Ze zijn meer bezig met het plan dat ze voor hun carrière hebben en houden op als het niet meer genoeg oplevert. Dat is ook een reden waarom mensen nu nog luisteren naar de muziek uit de jaren vijftig en zestig. Ze hebben het gevoel dat de muzikanten uit de begindagen van de popmuziek tenminste nog echte artiesten waren die heel toegewijd bezig waren met hun vak.”

Alleen al om die reden is het overlijden van elke poppionier, zoals onlangs David Crosby en Jerry Lee Lewis, een groot verlies. Maar dat elk overlijden bij veel muziekfans zo hard aankomt, heeft er volgens Westerman ook mee te maken dat we het gevoel hebben dat we met de dood van elk popidool van weleer ook een stukje van onze jeugd verliezen.

“Het ontstaan van de popmuziek hangt samen met het begrip teenager. Dat is in de jaren vijftig ontstaan als marketingdoelgroep. Het was een groep die zich tegen de oudere generaties afzette, naar andere muziek luisterde en zich anders kleedde.

“Dat elan van jong en rebels heeft de popmuziek altijd gehouden. En het is alsof we dat gevoel van de eeuwige jeugd aan het verliezen zijn door het overlijden van deze generatie muzikanten. Dat maakt dat het nieuws van het overlijden van weer een pionier zo hard aankomt.”

Lees ook:

Bob Dylan geeft uniek inkijkje in zijn brein én de popgeschiedenis

In zijn nieuwe boek onthult Bob Dylan zijn muzikale inspiratiebronnen, en nodigt hij de lezer uit zelf de popgeschiedenis in te duiken.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden