Het Oog van De WolfJoke de Wolf
Waar zijn de wereldberoemde valse Vermeers?
Kunsthistoricus Joke de Wolf richt de blik op een kunstwerk dat bij de actualiteit past. Deze week: Vermeer-vervalser Han van Meegeren.
Er zijn voorlopig geen kaarten meer te koop voor de Vermeertentoonstelling in het Rijksmuseum. De stormloop is begrijpelijk: het is uniek dat 28 Vermeers in één museum samen zijn. Van Rembrandt kennen we zo’n 300 schilderijen, van Van Gogh 900. maar van Vermeer zijn maar 37 schilderijen die de kenners als ‘echt’ bestempelen.
Logisch dus, dat toen er tachtig jaar geleden maar liefst zeven nieuwe Vermeers op de markt kwamen, de museumwereld verblind raakte van enthousiasme. Het waren geen interieurscènes, de meeste hadden bijbelse thema’s. Het Rijks kocht de Voetwassing, en de Emmaüsgangers gingen naar het museum Boijmans van Beuningen. Directeur Dirk Hannema betaalde er 500.000 gulden voor en presenteerde het meteen als hoogtepunt bij de tentoonstelling ‘Meesterwerken van vier eeuwen’ in een apart zaaltje. Er waren bezoekers die de tentoonstelling alleen voor dit schilderij bezochten. Een Belgisch tijdschrift schreef: ‘Men moet dit schilderij gezien hebben om de werkelijke grootheid ervan te kunnen ondergaan’.
Acht jaar later werd duidelijk dat Hannema en het Rijks zich hadden laten beetnemen. In 1945 verklaarde Han van Meegeren, naar eigen zeggen een miskend kunstenaar, die zeven nieuwe Vermeers zelf te hebben geschilderd.
Met ons 21-ste eeuwse oog is het moeilijk te begrijpen hoe de specialisten er zo naast konden zitten. Het rare bleke gezicht, de vale kleuren, sowieso de drukte op het schilderij is zo heel anders dan de Vermeers die wij kennen en koesteren. Die verstilde Vermeers van het spel van licht en donker en de meisjes aan het raam.
Slimme technische truc
Maar Van Meegeren wist wie hij voor de gek moest houden. Los van een slimme technische truc waardoor de olieverf ‘oud’ leek, koos hij onderwerpen die kunsthistorici in de jaren dertig interessant vonden. En dat waren niet Vermeers huiselijke scènes. Het liefst zagen de kenners meer van de grote historische en bijbelse verhalen, zoals die waar Vermeer mee begonnen was, zoals Diana en haar nimfen en Christus in het huis van Martha en Maria (nu beide in het Rijks).
De Emmaüsgangers van Rembrandt, uit de collectie van het Louvre, was in 1935 een van de hoogtepunten in de grote Rembrandt-tentoonstelling in het Rijksmuseum. De Emmaüsgangers waren geliefd in de zeventiende eeuw. Vooral het moment waarop de nietsvermoedende treurende leerlingen ontdekken dat ze samen met de pas herrezen Jezus aan tafel zitten, was geliefd. Caravaggio, Goltzius, Jan Steen en Rembrandt hadden allemaal deze scène uit het Lucasevangelie verbeeld.
Dus toen dit schilderij opdook, zogenaamd uit een Franse collectie, betwijfelde niemand het onderwerp. Ook kunstkenner Abraham Bredius, voormalig directeur van het Mauritshuis, trapte in de val die Van Meegeren had gezet. Bredius had zelfs medelijden met de latere Vermeer. Hij schreef: ‘Hoe vreselijk dat de man die dit (de Emmaüsgangers) kon maken, kleine schilderijen in de stijl van Gerard Dou en Frans van Mieris – de huiselijke scènes dus – moest schilderen om zijn huishouden (hij had 11 kinderen) te onderhouden. Dat waren wel wonderen van licht en kleur, maar wáár bleef de grootsche conceptie en het diepe sentiment?’
In 2010 wijdde het Boijmans een tentoonstelling aan de vervalsingen van Van Meegeren. Deze unieke Vermeer-reünie in het Rijks was een mooie aanleiding geweest om de Van Meegerens nog één keer uit het depot te halen. Want echt of niet, reacties zullen ze ook nu nog zeker oproepen.
Joke de Wolf kiest elke week een kunstwerk dat in het hart van de actualiteit past. Eerdere afleveringen van Het Oog van De Wolf vindt u hier.