Review
Waar woont het Chinese individu?
De Groningse fotogalerie Noorderlicht vroeg zeven fotografen hoe China er vandaag de dag uitziet.
Op oeverloos veel artikelen zag de Schotse fotografe Polly Braden steeds maar weer ’Made in China’ staan. Maar wie is het dan, die wát wáár in China maakte? Ze volgde het fabrieksmeisje Ho Ping, dat uit de twintig uur treinen noordelijker gelegen provincie Henan komt. Daar reist ze jaarlijks heen om het Chinese nieuwjaar bij haar ouders te vieren. Ho Ping zegt nog elke dag iets te leren in de fabriek waar de lopende band de klok slaat. „We worden gemotiveerd om steeds ander werk te doen, en zo promotie te maken.”
Braden maakte een documentairereeks van de fabrieksmeisjes in de trein naar huis, werkend in de fabriek, luierend en kletsend op hun identieke balkonnetjes.
Verstild en ingekeerd is de inzending van Niels Stomps. Hij fotografeerde de ingrijpende veranderingen in het leven van miljoenen Chinezen die moesten verhuizen voor de aanleg van de omstreden Drieklovendam, de grootste stuwdam ter wereld. Op de ene foto staat een soldaat in groen uniform met geelrode bies en mosgroene slofjes naar het stuwwater (’de vooruitgang!’) te kijken, op de andere doet een Chinese nouveau riche datzelfde, maar dan gehuld in zwart maatpak plus modieus schoeisel.
Stomps ontdekte dat de verdreven oeverbewoners die naar nieuwe flatgebouwen moesten, zich kennelijk niet bij elk overheidsingrijpen neerlegden.
De kopse kant van een enorm opvangwoningblok is van nok tot kelder dichtgemetseld. Maar halverwege, op de vijfde verdieping, heeft iemand eigenhandig een raamkozijn uit de blinde muur gebikt. Eindelijk alsnog: ’Een kamer met uitzicht!’
Van de zeven geselecteerde Noorderlicht-fotografen komen er drie uit Nederland (Koen Wessing, Niels Stomps, Paolo Woods), één uit Amerika (James Whitlow Delano), één uit Schotland (Polly Braden), één uit Taiwan (Wayne Liu) en één uit China (Wenhao Yu).
Er is geen enkel verband tussen hun werk, behalve dan dat ze alle zeven op zoek gingen naar het hedendaagse Chinese individu. Na de massale taferelen uit het tijdperk van Mao is het nu ook fotografisch ruim baan voor het individu. Zelfs collectieve ochtendgymnastiek is nadrukkelijk afwezig op ’Noorderlicht’.
Zucht naar het individualisme ging bij de enige Chinese fotograaf Wenhao Yu het verst: hij leverde een reeks flauwe zelfportretten in Mao-uniform in. Overtollige nepnostalgie.
De Canadees-Nederlandse fotograaf Paolo Woods bericht over de Chinezen die in Afrika naar olie, goud, geld en koper graven. Ze gedragen zich daar slimmer dan hun blanke kolonisatoren, want ze bouwen ook wegen, scholen, viaducten en dorpen voor de Afrikaners.
Woods laat commentaar achterwege en toont een druk telefonerende Chinese hoofdaannemer die door een zwart en bewapend knechtje uit de Afrikaanse zon wordt gehouden. Achter hem doemt de nieuwbouwwijk voor Afrika’s nieuwe rijken op. Net Wezep of Dedemsvaart.