Voetbalrap
Vroeger waren het volkszangers, nu rappers: waarom hiphop en voetbal hand in hand gaan
Vroeger kwamen voetbalclubs met volkszangers op de proppen, nu zijn het rappers. Want de werelden van voetbal en hiphop liggen dicht bij elkaar.
Als de eredivisie komende zaterdag na een zeer korte winterstop weer begint, kijk dan even goed naar de bal. De bal? Ja, op de officiële competitiebal staan elf portretten. Het zijn gezichten van rappers. Een elftal van beloften uit de Nederlandse hiphopscene.
De eredivisiebal wordt al sinds een paar jaar kunstzinnig versierd. Met creaties erop van ‘tattookoning’ Henk Schiffmacher bijvoorbeeld. Of etsen van Rembrandt. Ja, die kent de gemiddelde voetballiefhebber natuurlijk wel. Maar bij de gezichten van artiesten als S10, ADF Samski, Philly Moré of Sor zal waarschijnlijk minder vaak een belletje rinkelen. Laat staan bij hun muziek.
Toch voelt het voor Vincent Patty als vanzelfsprekend dat de eredivisie vroeg om een samenwerking met Top Notch en Noah’s Ark. De algemeen directeur van de hiphoplabels zei afgelopen zomer bij de presentatie van de artistieke bal dat de Nederlandse hiphop- en voetbalcultuur steeds nauwer met elkaar verbonden raken: hand in hand, kameraden.
“Vriendschap en kruisbestuiving tussen artiesten en voetballers zijn in Nederland een natuurlijk fenomeen. En in zowel muziek als sport geldt voor beloften met een droom dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt, wie je bent, van wie je houdt of wat je op de bank hebt staan – het enige wat telt, is wat jij laat zien op het veld of op het podium.”
Die vriendschap en verwantschap tussen voetballers en rappers zijn al jaren te zien. Zo verschijnen spelers als Quincy Promes, Ryan Babel en Leroy Fer met regelmaat in videoclips van bevriende rappers. Royston Drenthe stopte met voetballen en doopte zich tot rapper Roya2Faces. En Noa Lang vertrok deze zomer van Ajax naar Club Brugge en nam op Instagram afscheid met een raptekst.
Heavy Stepper van Memphis Depay
Lang kregen zij vooral hoon over zich heen: ga eerst maar eens presteren op het veld voor je jezelf ook woordkunstenaar mag noemen. Daar lijkt verandering in te komen. Onlangs bracht Oranje-international Memphis Depay een album uit, Heavy Stepper, zonder dat dat voor al te veel fronsende wenkbrauwen zorgde.
Ook voetbalclubs lijken de band tussen rappers en hun spelers te zien. Maar ze zien vooral de populariteit van de muziek van rappers als Fresku of Typhoon onder jonge voetbalfans. En dus zoeken ze officiële samenwerkingen met artiesten. PEC Zwolle was in 2014 misschien wel de eerste. Vlak voor de KNVB-bekerfinale liet de club M’n outfit is blauw-wit opnemen door de Zwolse rapper Sticks.
Waar clubs lang op de proppen kwamen met volkszangers zoals Guus Meeuwis, André Hazes jr. of Lee Towers, is hun blik nu gevestigd op hiphop. En met succes. Neem Sevn Alias die in 2019 het nummer Herres uitbracht, waarin hij de kwaliteiten van spelers van Ajax bezingt. “Ik zet Herres, ik zet Herres, op die flank als David Neres”, rapt hij. Herres betekent zoiets als ‘kapotmaken’. En: “Ik heb je back net Nico, Nico Tagliafico”.
‘Herres’ werd de oorwurm van Ajax’
Triomf in de Champions League, van het eerste kampioenschap in vier jaar. Na het winnen van de KNVB-beker zag Sevn Alias de Ajacieden hossen en zingen op zijn track. Inmiddels is het nummer 25 miljoen keer beluisterd op Spotify.
Dat succes hoopte Ajax afgelopen zomer dunnetjes over te doen toen het de Braziliaan Antony Matheus dos Santos kocht. De club vroeg zangeres Sarita Lorena om een welkomstnummer voor de 20-jarige aanvaller van ruim 15 miljoen euro te schrijven. Dat werd Bem-vindo Antony. De Braziliaanse Ajacieden David Neres en Danilo rappen met haar mee.
En rond diezelfde tijd bracht Fresku een lied uit voor PSV Eindhoven: Eind Hoger. Hij rapt: “Ik kom van waar we winnen, maar we het niet van de daken schreeuwen. Liever niet egotrippen, want we willen waardig winnen.”
Dat de voetbalwereld nu bij de hiphop aanklopt voor de muziek, voelt voor Fresku als een ‘erkenning van de straatcultuur’, vertelde hij in de Volkskrant.
Hoe kijken andere Nederlandse rappers naar die kruisbestuiving tussen hiphop en voetbal?
‘Ineens volgen veel Ajacieden me op Instagram’
Sarita Lorena (24)
“Ik was super verrast dat Ajax mij vroeg om een welkomstlied te schrijven voor de nieuwe Braziliaanse speler Antony. Ze hadden mijn management gevraagd omdat ik ook Braziliaans ben.” Een week later stond zangeres Sarita Lorena in de studio samen met de Braziliaanse spelers van Ajax, David Neres en Danilo, en kwam Bem-vindo Antony eruit rollen: Welkom Antony.
“Ik zie mezelf als allround-artiest, niet als rapper. Ik maak Nederlandse latin zeg ik altijd. Ik wilde met Bem-vindo Antony echt een tropische, zomerse vibe neerzetten. De warmte van Brazilië, niet alleen de liefde voor muziek, maar ook voor voetbal. Wij Brazilianen ademen voetbal.
“Met David en Danilo in de studio ontstond meteen een familiesfeer. Dat is altijd zo wanneer je in Nederland mensen van Braziliaanse komaf ontmoet. Het voelde alsof ik met mijn jongere broertjes in de studio stond. En ik was eerlijk gezegd wel verbaasd over hun rapkwaliteiten. Ik ging er niet vanuit dat ze konden rappen of muzikaal waren. Maar ze pikten het snel op, ze kregen natuurlijk wel begeleiding, het is niet hun baan, die ligt op het veld. Maar we namen het nummer best snel op. Ik was echt een beetje trots op ze.
“Het is leuk om muziek en voetbal te combineren. Sport verbindt mensen, ongeacht afkomst, achtergrond of kleur. Sport en muziek liggen ook niet ver van elkaar vandaan. Ik zie steeds meer sporters die ook muziek beginnen te maken. Als sporter luister je elke dag muziek. In de gym, tijdens trainingen. Ze kunnen niet zonder.
“De hiphop van twintig jaar geleden was underground. Er is veel veranderd. Ik wil niet zeggen dat hiphop gewoon pop is geworden, maar het is wel commerciëler geworden, mainstream. Makkelijker voor het publiek ook. En daar houd ik wel van. Lang stond de hiphop in negatief daglicht, ook dat verandert langzamerhand.
“Ik kreeg door Bem-vindo Antony ineens veel Ajacieden als volgers op Instagram. Dat was een doelgroep die mij nog totaal niet kende. Normaal luisteren vooral vrouwen naar mij. Het was vernieuwend, heel leuk. Ineens stonden ook mannelijke supporters van Ajax op mijn vizier.”
‘Hiphop is een teamsport, net als voetbal’
Jerzy Rocha Livramento, alias Jerr (26)
Hiphopcollectief Broederliefde bracht in de afgelopen zes jaar zes albums uit. Ze stonden veertien weken (een record) op nummer één in de Nederlandse Album Top 100, ze stonden op Pinkpop, op Lowlands. Maar het hoogtepunt, ja, dat was toch wel het optreden in 2017 in het stadion van hun geliefde voetbalclub Sparta: Het Kasteel.
Ze kennen elkaar van de straat in de Rotterdamse wijk Spangen, maar ook van voetbal. Bijna allemaal hebben ze in de jeugd van profclubs gespeeld, Jerzy Livramento bijvoorbeeld bij Sparta en FC Utrecht.
“Altijd als we bij Sparta een wedstrijd wonnen, ging iemand beatboxen in de kleedkamer, een ander drumde een beat op de deur”, zegt Livramento. “Het was feestelijk. We zongen op een creatieve manier de clubliedjes: Sparta is de club van Rotterdam, weet je wel. De liedjes die diehard-supporters zingen. Daar begon het allemaal mee.”
Zonder voetbal zou hiphopcollectief Broederliefde niet bestaan. “Voor ons is hiphop een teamsport, net als voetbal. Je hebt rappers, dat zijn tennissers, ze doen het alleen. Bij ons is dat onmogelijk.”
In de Sparta-jeugd speelde hij met Memphis Depay. De Oranje-international nam eind dit jaar een album op: Heavy Stepper. Daar kijkt Livramento niet van op. Hij lacht. “Iedereen die uit de Randstad komt, moet een beetje kunnen rappen, dat is bijna verplicht. Maar ik vind dat Memphis het goed kan. Hij is de ambassadeur van de rappende voetballers.”
Broederliefde en Depay brachten eerder ook samen een track uit: Lange Jas. “Memphis zei tegen ons dat het voor hem best moeilijk is om überhaupt te kunnen rappen. Er wordt een beetje neerbuigend over gedaan, voetballers die ook zo nodig moeten rappen. Maar Nederland zal schrikken als ze horen hoeveel voetballers dat wel niet doen. Ze hebben best veel vrije tijd en dan bouwen ze een studio thuis en beginnen ze muziek te maken. Zo ver gaat het.
“Hiphop groeit in Nederland. Het brengt mensen met verschillende achtergronden bij elkaar. Ik ben zelf geen Ajacied, maar het is mooi om te zien dat trainer Erik ten Hag en Hakim Ziyech allebei naar Herres van Sevn Alias luisteren en losgaan.”
‘We hebben dezelfde lifestyle als voetballers’
Dylan Klomp, alias Jack (20)
Toen Dylan Klomp, alias Jack, hoorde dat hij dit voetbalseizoen met zijn gezicht op de officiële eredivisiebal zou staan, stuurde hij meteen berichtjes naar spelers van Feyenoord. Lutsharel Geertruida bijvoorbeeld en Tyrell Malacia, het zijn middelbareschoolvrienden van hem. “Ze geloofden me niet. Dat kan niet.” Hij lacht. “Tot ze op de training die bal zagen met mijn blije hoofd erop.”
In zijn tracks maakt hij veelvuldig referenties naar voetballers, zoals in Wereldklasse op zijn pas uitgekomen album Plan B. Zo rapt hij dat hij net zoveel ‘pace’, snelheid, heeft als Kylian Mbappé en aanvallend speelt als linksback Marcelo. “Mensen vinden het leuk om te horen. En ik doe het zelf graag, omdat de werelden van voetbal en hiphop dicht bij elkaar liggen.
“Veel rappers en voetballers komen van de straat. We komen van niks, we begrijpen elkaar. Dat schept een band. En als je van de straat komt, dan voetbal je en je kijkt voetbal. Op een zaterdag doe ik het liefst helemaal niks, dan kijk ik naar Engels voetbal en naar alle wedstrijden in de eredivisie.
“We hebben dezelfde lifestyle als voetballers, waardoor we het goed met elkaar kunnen vinden. We houden allemaal van duur eten, mooie vrouwen, gekke feesten. Je krijgt vaak voorrang, omdat je bekend bent. Het verschil is wel: zij moeten vroeg op. Wij werken vaak ’s nachts, we kunnen het zo laat maken als we willen, haha.”
Jack is Feyenoord-supporter. “Als je de Kuip binnenstapt, dan ben je meteen verkocht. Ik had een seizoenskaart, ging ook naar uitwedstrijden, een beetje gek doen. Mee naar het buitenland, Europese wedstrijden. Maar het is moeilijk te combineren met rappen, met optredens in het weekend.
“Er zijn veel voetballers die ook rappen, inderdaad. Quincy Promes is een van de weinigen die ervoor uitkomt: ik ben voetballer én rapper. Ik vind hem gewoon hard. We hebben samen ook superharde nummers opgenomen. Ik weet niet of we ze uitbrengen, maar ze liggen er. En weet je, als iemand het leuk vindt om muziek te maken, dan ben je wat mij betreft gewoon rapper.”
Lees ook:
Vroeger was hiphop véél beter (toch?)
Nederlandse hiphop is groter dan ooit. Maar wie doet ertoe? Recensent Klaas Knooihuizen geeft een korte cursus. Deel 2: kunnen rappers van tegenwoordig nog wel rappen?
‘Voor het eerst dacht ik: al die Ronnie-Flex-shit, het boeit me niet’
Ronnie Flex, te zien in een documentaire, is een van Nederlands succesvolste rappers. Hij worstelt met het vaderschap, de druk om een nieuw album te maken en zijn wietverslaving. ‘Ik had nooit gedacht dat ik iets belangrijker zou vinden dan muziek.’
‘Ik dacht dat ik doodging, ineens was ik een kasplant’
Twee jaar geleden werd rapper en producer Sor plotseling doof. Dankzij medicijnen, zijn gehoorapparaat en een subwoofer-rugzak kan hij toch muziek blijven maken.