Tv-columnMaaike Bos
Voor de klas: ik ben eigenlijk wel dankbaar dat ze dat laten zien
Aflevering één van reportageserie ‘100 dagen voor de klas’ begint al goed, met de titel: ‘Waar zijn we aan begonnen?’ De hippe VPRO-jongens Tim den Besten en Nicolaas Veul werpen zich na een zij-instromerscursus nerveus voor de leeuwen op een middelbare school.
Aha, hebben ze weer een sociaal experimentje bedacht?, kun je denken. In ‘Super Stream Me’ leefden ze non-stop op camera en werden er gek van. In ‘Oudtopia’ woonden ze in een verzorgingshuis. Nu bedachten ze weer wat uitdagends.
Om te tonen dat ze niet even wat beelden ‘komen halen’, werken ze er honderd dagen. Tim den Besten geeft Nederlands aan vmbo, Nicolaas Veul geschiedenis en maatschappijleer aan havo/vwo en vmbo. Drie maanden, dat is knap. Zeker nu, in coronatijd, merken ouders hoe ingewikkeld het werk van leraren is. En eigenlijk ben ik wel dankbaar dat zij dat laten zien.
Maar goed: werkdruk te hoog, salaris te laag, een op de vijf nieuwe docenten haakt binnen vijf jaar af, zegt een begeleidend collega. “Het gaat nog zwaar worden.” En een ander: “Ik ga je wel een beetje laten spartelen”.
Bij hun scholengemeenschap ISG Arcus in Lelystad worden leerlingen geïnterviewd. “Er is hier meestal ruzie. Er zijn meestal gevechten. Dit is wel een actieve school, zeg maar”, zegt een jochie.
Met lollig en aardig willen zijn, kom je er niet
Nu noem ik meteen het sappigste, want een meisje zegt dat ze zich zo veilig voelt daar en een derde vindt de verschillende culturen op school zo leuk. Dat wil niet zeggen dat ‘meneer Den Besten en meneer Veul’ het gemakkelijk krijgen. Op de eerste schooldag staan ze vanuit de docentenkamer de leerlingen te bekijken. “Ik heb dezelfde schoenen”, zegt Veul bedremmeld.
Nee, voor de klas moet je autoriteit uitstralen. Met lollig en aardig willen zijn, kom je er niet, ontdekt Den Besten al gauw. De rector hoopt dat ze die kleine gesprekjes meemaken ‘die het onderwijs zo rijk maken’, maar waarschuwt ook voor uitdagende opmerkingen. Veuls begeleidend docent Iren Nauta zegt: “Ze ruíken het wanneer ik slecht geslapen heb. Ik kan niet even een zwakke dag hebben.” Conclusie vooraf: wapen je. Waarom zijn die docenten ook alweer decennia zo slecht gewaardeerd?
En daar gaan ze. Den Besten loopt de vmbo-arena in met de empathische docent Nederlands Bjorn Scheggetman (met op LinkedIn het motto: ‘Become who you needed when you were younger.’) Het is druk, Den Besten zweet, één jongen heeft helemaal geen zin en Scheggetman spreekt hem er achteraf persoonlijk op aan. “Op vmbo werken veel leerlingen voor de docent”, vertelt hij zijn stagiair. “Eerst relatie, dan prestatie.”
Veul krijgt in de pauze een rondleiding van een meisje. Alle leerlingen zitten op hun mobieltje. “Daar zitten de Netflixers, daar de gamers, die daar zitten altijd op YouTube”, zegt ze. Veul kijkt verbijsterd. Zelf loopt ze altijd rond en luistert Marco Borsato, als troost vanwege haar pas overleden vader. Nicolaas Veul is onder de indruk van haar openheid, en vraagt zich af hoe dichtbij hij als docent mag komen. “Bij zulke verhalen moet je luisteren”, zeggen docenten. En Bjorn Scheggetman: “Kinderen willen gezien worden. Geef hen het gevoel dat ze er mogen zijn.”
Wat dat betreft is er niets veranderd. De heren moeten het in hun moedige initiatief de komende vijf weken alleen gaan waarmaken.
Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.