Review

Volmaaktheid behoort niet tot de schepping

Renate Dorrestein: Verborgen gebreken. Contact, Amsterdam; 238 blz. - ¿ 32,90.

ROB SCHOUTEN

Zo begint 'Verborgen gebreken' van Renate Dorrestein en de lezer zou nu kunnen weten dat het om een zwaar en onthutsend verhaal gaat. Waarom deed het me dan toch zo aan avonturenboeken uit mijn jeugd ('De vijf' van Enid Blyton) denken, aan romans vol suspense op vakantie gelezen? Denkelijk omdat Dorrestein zo'n energieke, lichte stijl hanteert waardoor je door het verhaal heenvliegt.

De klap komt pas achteraf. Dat was bij 'Ontaarde moeders' zo, over een vrouw die een vreselijk geheim met zich meedraagt, dat was bij 'Een sterke man' zo, waar de passies schuilgaan in een vlot verhaal over een grappige kunstenaarsgemeenschap, dat is in 'Verborgen gebreken' zo, een titel die wat dat betreft precies aangeeft hoe Dorrestein het genre hanteert: de tragedie, het maatschappelijk en menselijk gebrek in haar romans, is altijd onder de oppervlakte verborgen. Geen zwaarmoedigheid, geen brede gebaren, geen loos pathos.

Toch herbergt 'Verborgen gebreken' wel degelijk psychologisch drama. Twee kinderen, het tienjarige meisje Chris en haar vierjarige broertje Tommie, lopen op een vakantie in Schotland weg van hun moeder en haar vriend en verzeilen bij toeval bij een zeventigjarige ouwe vrijster met een glazen oog, Agnes Stam, die zich over hen ontfermt. De lezer weet dan al dat Chris geen gewoon meisje is, ze heeft op school een meisje met een roestige spijker bewerkt en haar Barbiepop in een strop opgehangen. Ook Agnes, ex-lerares, laat haar pedagogische intuïtie werken en bevroedt achter de voorlijke brutaliteit en de schijnbaar rücksichtslose agressiviteit van het meisje een tragedie, kindermishandeling.

Naarmate het verhaal zich verder voltrekt en de lezer ook in flashbacks ook het schijnbaar gelukkige verleden van Agnes Stam leert kennen, nakomertje na vier broers, komt meer en meer de suggestie bovendrijven dat ook haar eigen ontwikkeling een geheim kent. Zo voelt ze zich de weduwe van haar net gestorven broer Robert, wiens urn ze bij zich heeft om zijn as uit te strooien in Schotland, waar zich het vakantiehuis van de familie Stam bevindt. Zonder dat het met zoveel woorden gezegd wordt krijgt de innige relatie met haar broer een incestueus floers. Voor Chris geldt iets dergelijks, langzamerhand groeit de zekerheid dat ze misbruikt is door haar zestienjarige broer, de jongen die ze in een onbewaakt moment van de kade duwt.

Allengs ontstaat er iets van een band tussen de kinderloze vrouw, de eeuwige tante van talloze neven en nichtjes, en de twee weggelopen kinderen; ze vormt de beschermende, aandachtige factor, die het tweetal in het dagelijks leven ontbeert. Toch is het niet zo dat de rol van de eigen moeder en haar vriend kwalijk wordt neergezet. Dat is het knappe van Dorresteins boek over zo'n gevoelig thema; ze karikaturaliseert niet. De moeder lijkt haar kinderen niet helemaal aan te kunnen, ze heeft een jongere vriend, komt nerveus, jachtig over.

Het plaatje schijnt zo duidelijk, haast naturalistisch: in zulke gezinnen komen dat soort dingen voor. Maar tegelijkertijd houdt de schrijfster de karakters van moeder, vriend en verkrachter welbewust zo vlak dat ze een soort inwisselbaarheid hebben, het zou overal kunnen gebeuren. Het volle licht komt zo op het slachtoffertje te vallen.

“Ik moet wel uitgekookt zijn”, zegt Chris ergens als ze weer blijk geeft van haar voorlijkheid, maar tegelijkertijd schiet ze onverwacht in de stress als Agnes voorstelt samen met het vierjarige broertje een dode muis te begraven. Die vreemde vermenging van boosheid en overgevoeligheid vind ik buitengewoon plausibel neergezet, evenals overigens de half-idyllische, half-getroubleerde herinneringen van Agnes.

Dat mannen er in haar werk bekaaider afkomen wekt allang geen verbazing meer; ik geloof niet eens dat haar romans een specifiek feministisch karakter hebben maar mannen zijn wel opvallend zielloos vergeleken bij vrouwen. In 'Ontaarde moeders' een slappe echtgenoot onder de plak, in 'Een sterke man' een fascinerende dwerg zonder veel innerlijk, in 'Verborgen gebreken' een schimmige vriend en een nogal ongemotiveerde broer-verkrachter. Zou Dorrestein ook zo'n boek kunnen schrijven over deze Waldo, die zijn jongere zusje misbruikt, vraag ik me af. Ik denk het niet: “het vermogen in vreemde armen te slapen is een aangeboren talent en een vast onderdeel van de mannelijke natuur” zegt iemand in dit boek, de ironische samenvatting van een wel erg eenvoudige visie op de man.

Toch is dit niet alleen het boek van het boze meisje en de goede oude vrijster. De onvolmaaktheden die Dorrestein beschrijft zijn in feite existentieel. Hoe op

gewekt ook gedebiteerd, haar verhalen beschrijven vooral onmogelijke levensopdrachten: “Wat betekent het als je niet meer van de alledaagse dingen kunt genieten? Heb je dan een depressie? Nijdig trapt ze opzettelijk in een modderpoel. Je hoort tegenwoordig maar continu gelukkig te zijn. Alsof het leven je niet voor de ene onmogelijke opdracht na de andere plaatst: je moet je verliezen incasseren, je in het onvermijdelijke schikken, je tekortkomingen onder ogen zien, jezelf en anderen vergeven. Toe maar, alsof het niets is.” Deze gedachte van Agnes zou het motto van Dorresteins oeuvre kunnen zijn.

Dat de zeven hoofdstukken van 'Verborgen gebreken' steeds beginnen met een fragment uit het scheppingsverhaal tot in het laatste hoofdstuk de frase 'En God zag dat het goed was' wordt bereikt, lijkt misschien ironie maar drukt misschien ook uit dat volmaaktheid nu eenmaal niet tot de schepping behoort.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden