Vincent Bijlo: Ik wil niet dat mensen denken: 'Och gossie, nu wordt-ie ook nog doof'
Heus, hij voert geen toneelstukje op. Het gehoor van de blinde cabaretier en schrijver Vincent Bijlo mag dan langzaam verslechteren, zelfmedelijden kent hij niet. In de documentaire 'Ik hoor alles', die vandaag in première gaat op het Nederlands Film Festival in Utrecht, wil hij afrekenen met de slachtoffercultuur waarin we leven.
Er klinkt gefluit vanachter de schutting. Voetstappen die naderen. Even wordt er gemorreld aan het schuifslot. Dan gaat de poort van het houten hekwerk met een zwieper open. "Kom maar langszij hoor", zegt cabaretier, radiomaker en schrijver Vincent Bijlo (52) met luide stem. Hij steekt zijn hand uit.
In de keuken van zijn knusse huis in Bunnik kookt het water al. Bijlo giet het geduldig in het filter, met zijn lange vingers tast hij de klokkende, gloeiendhete stroom af. Hier, in deze ruimte vol parafernalia en snuisterijen, is de eerste scène opgenomen. Precies daar, aan het rommelige aanrecht waarachter Bijlo nu staat, begint de documentaire.
'Ik hoor alles', luidt de titel van de film die over hem is gemaakt. Tweeënhalf jaar lang observeerde Floris Alberse het dagelijks leven van de cabaretier. Waar Bijlo ging, daar ging de jonge documentairemaker. De filmploeg volgde Bijlo naar optredens, maar ook naar familiebezoekjes en tijdens autoritjes met zijn chauffeur.
"Honderd uur aan materiaal heeft hij verzameld", grinnikt Bijlo. "Met alleen maar beelden van mij. Ha! Het was een vreemde gewaarwording. Maar ja, Floris wilde graag laten zien hoe ik de wereld benader, vooral omdat mijn waarnemen van haar steeds verandert."
Bijlo is blind geboren. Net als zijn oudere broer Marcel heeft hij het zeldzame syndroom van Norrie, een erfelijke aandoening waardoor zijn netvlies is misvormd. De ontwikkelingsstoornis veroorzaakt op latere leeftijd bovendien vaak problemen met de oren: Bijlo hoort steeds minder.
Over dat afnemende gehoor gaat de film. Of eigenlijk, over de manier waarop de artiest omgaat met die almaar teruglopende volumeknop in zijn hoofd. Welk effect heeft doofheid op een man die de wereld 'ziet' in geluiden, en zijn brood onder meer verdient met het maken van muziek?
Er trekken beelden voorbij van Bijlo tijdens een controlebezoek aan zijn arts. Op zijn oren een blauw met rood gekleurde koptelefoon. "Feit", klinkt een vrouwenstem. "Pijp", zegt Bijlo. 'Teen' verstaat hij als 'tulp' en 'wiel' wordt 'lul'. "Dat zal wel niet kloppen", vermoedt de artiest al.
Tekst loopt door na onderstaande video.
In de taxi naar huis doet de sfeer wat bedrukt aan. Maar wanneer hij aan de keukentafel verslag doet aan zijn vrouw Mariska Reijmerink, toont hij zich praktisch. Zijn oren zelf mogen weliswaar behoorlijk zijn verslechterd, maar met gehoorapparaat kan hij mensen nog uitstekend verstaan. "Maar het kan beter", vertelt hij haar. "We gaan leuke experimenten doen met nieuwe generaties gehoorapparaten."
Ook nu, zittend aan diezelfde keukentafel, blijft Bijlo nuchter. "Net als mijn blind zijn, is dat gehoorverlies iets dat bij mij hoort. Dat is er aan de hand. Ik leef naar mijn mogelijkheden en beperkingen. Deden maar meer mensen dat. Door mijn hoofd schiet niet de hele dag 'Ik ben gehandicapt, wat verschrikkelijk'. Maar zo denken niet-gehandicapten wel. Die vinden mij maar een arme jongen, dat mij dit allemaal moet overkomen."
Precies om die reden zei Bijlo niet direct volmondig ja, toen Alberse met het idee van een documentaire over hem op de proppen kwam. "Floris was indertijd redacteur van 'Pauw & Witteman', waar ik een avond aan tafel schoof om te praten over een dove tweeling uit België die, nadat ze ook blind dreigden te worden, kozen voor euthanasie."
De manier waarop Bijlo over de Belgische tweeling en zichzelf sprak, imponeerde de aspirant-tv-documentairemaker. "In eerste instantie was ik huiverig. Ik wilde niet dat die documentaire zou gaan over 'Och gossie, hij was al blind en nu wordt-ie ook nog eens doof'. Ik was bang dat Floris een soort eindproces wilde laten zien, ook omdat tv natuurlijk vaak zo werkt, draait om het opwekken van gevoelens, snelheid en makkelijke emoties."
Harde discussies
Er volgden vele, soms harde, discussies. En die bleven tijdens het maakproces gevoerd worden. Bijlo zat er bovenop, liet zich niet in een slachtofferrol duwen. Want hij wilde pertinent niet dat de film om zijn beperkingen zou draaien, maar juist om de manier waarop hij die benadert. Haal het maximale uit je talenten, wil hij ziende en horende kijkers zeggen, pers het leven helemaal uit.
"Ik heb weleens gedreigd met de film te stoppen", zegt Bijlo. "Floris schrok zich kapot. Maar hij bleef maar zoeken naar die andere kant van de medaille, bleef zich maar focussen op dat gehoorverlies. Net als veel andere niet-gehandicapten vertrouwde hij mijn kijk op de wereld lange tijd niet."
Actieve berusting, noemt hij de manier waarop hij naar zijn blind- en toenemende doofheid kijkt. "Berusten kan eigenlijk niet actief zijn, maar het is wel zoiets. Ik heb nooit een allesverterende woede gevoeld. Mijn beperkingen zijn niet te veranderen. Het is net als met regen. Je kan foeteren tegen die regen. De hele week komt het al met bakken uit de hemel, hoe kan dat nou? Maar daarmee gaat de zon niet schijnen."
Bijlo neemt nog een slok koffie. "Je moet dat soort zaken levendig benaderen. Het regent, oké. Dan neem ik een paraplu mee en deal ik met de omstandigheden. Zo doe ik dat. Maar mensen vinden dat maar moeilijk te geloven, als je slechthorend en blind bent. Floris dacht in eerste instantie dat ik een toneelstukje opvoerde, dat ik me stiekem avond aan avond vreselijk bezoop, dingen in elkaar sloeg enzo. Maar er is geen keerzijde. Misschien kun je dat pas snappen als je zelf blind of doof wordt."
Vechten tegen het beeld van de zielepoot, het is de rode draad door Bijlo's leven. Al in 1987 sleepte hij de hoofdprijs van een cabaretfestival van de Gehandicapten Raad in de wacht met een tirade over slachtofferschap. Het thema komt terug in zijn voorstellingen, boeken en liedjes.
"Die strijdlust heb ik altijd gehad. Toen ik van het Blindeninstituut afkwam, ik was dertien, en ik naar een gewone vwo-school ging - en eigenlijk ook al daarvoor - ontdekte ik dat mensen de neiging hebben blinden te pamperen. Dat moet je niet laten gebeuren. Pas als jij of je omgeving je niet-zien problematiseert, wordt het een probleem. Zullen we een cakeje nemen? Heeft Maris zelf gebakken."
Tekst loopt door na onderstaande afbeelding.
Stakkerd
We leven in een gigantische slachtoffercultuur, gaat Bijlo verder. "Waarin mensen enorm geframed worden, en zichzelf ook framen, als stakkerd. Ik hoop dat dat met deze film een beetje doorbroken kan worden. Dat mijn wereldbeeld op een of andere manier inspirerend kan zijn voor sommige mensen."
Maar heeft er dan nooit één greintje zelfmedelijden in de cabaretier gezeten? Toch wel. Toen zijn moeder hem mededeelde dat hij doof zou worden werd het hem even, héél even, te veel. Hij vertelt erover in de film, en ook nu bezoekt hij het moment in zijn hoofd, die bewuste middag, 37 jaar geleden.
Als vijftienjarige had Bijlo al gemerkt dat zijn oren achteruitgingen. Oost-Indische doofheid, vermoedde hij aanvankelijk. Het kwam vast door die saaie leraren. Maar niet veel later kon hij ook zijn vrienden niet meer goed verstaan, Bijlo miste de lieve dingen die meisjes hem toefluisterden.
"Drie dagen lang heb ik in bed gelegen", mijmert hij met volle mond. "De radio bleef aan, om zeker te weten dat ik nog hoorde. Ik was volledig van de kaart toen mijn moeder mij die doofheid aanzegde. Ik zat nét op een gewone school, mijn wereld stortte in. Het is wel klaar met dat kutleven, dacht ik. Hoe was het in godsnaam mogelijk, waarom moest mij dit overkomen?"
Toen hij op de vierde ochtend zijn ogen opendeed, was het stil. "En ineens hoorde ik de populieren ruisen, achterin de tuin. Ik stond op en ging in het raamkozijn zitten. Er viel een rust over me heen. Wat een ontzettende lul ben ik ook, besefte ik, wat een enorme aansteller, wat een slachtoffer. Wat had deze boodschap nu eigenlijk veranderd? Slechthorend zou ik hoe dan ook worden. En het leven was pas net begonnen." Bijlo was voorgoed van zijn angst af.
Sinds zijn twintigste draagt hij een gehoorapparaat. Maar er komt een dag waarop hij niets meer zal horen, tenzij hij kiest voor een cochleair implantaat (CI), een soort versterkertje dat direct op de zenuw wordt geplaatst. "Eng. Een CI verschilt gigantisch van je eigen gehoor. Je kunt daarmee chocola maken van geluiden, maar zo'n ding is lang niet zo nauwkeurig als je oren."
Als muzikant lijkt het hem vreselijk om tonen niet meer goed te kunnen horen, de nuance in instrumenten te missen. "Dus ik ben vastbesloten zo lang mogelijk te wachten met dat implantaat. De tijd werkt daarbij in mijn voordeel. Mijn eerste gehoorapparaat klonk als nazipropaganda uit de jaren dertig, maar die apparaten worden steeds slimmer en geavanceerder. Mijn leeftijdsgenoten zeiken dat vroeger alles beter wat, maar dat is gelul. We leven in een fantastische tijd."
De documentaire Ik hoor alles - Vincent Bijlogaat gaat vanavond om 19.30 uur in première op het Nederlands Film Festival in Utrecht. Zaterdag wordt hij er nog eens getoond, om 21.30. Ook komt de film op 12 oktober op tv, de NTR zendt deze om 22.55 uit op NPO 2 in 'Het Uur van de Wolf'.
VINCENT BIJLO
In 1988 debuteerde Vincent Bijlo (1965) op het Leids Cabaretfestival. Hij kreeg er de publieks- en persoonlijk-heidsprijs. Sindsdien maakte hij achttien theaterprogramma's, waaronder 'Het nieuwe nu' (2015-2017). Ook maakt hij radio, muziek, en heeft vier boeken en negen bundels (met columns en cabaretteksten) op zijn naam staan. In het verleden schreef Bijlo stukken voor Trouw, nu is hij columnist bij het Algemeen Dagblad. Dit najaar is hij te zien in 'See you in Heaven', een voorstelling met liedjes van overleden muzikanten (23 oktober tot 11 november). Ook trekt hij vanaf eind november door het land met zijn oudejaarsshow.
REGISSEUR FLORIS ALBERSE
Floris Alberse (1987) is journalist. Als documentaire-maker maakte hij in 2011 zijn debuut op Radio 1 met 'De flat van mijn opa'. Met het verhaal over zijn grootvader, die zich 'door al die buitenlanders' niet langer thuis voelt in Nederland, won Alberse de NTR Radioprijs en werd hij genomineerd voor de Prix Europa. 'Ik hoor alles - Vincent Bijlo' is zijn eerste televisiedocumentaire. Alberse werkte 3,5 jaar lang aan de film, in de hoop te kunnen doorgronden hoe de cabaretier omgaat met zijn afnemende gehoor.