Beeldend kunstenaar Madelief van de Beek en theatermaker Giovanni Brand. Beeld Patrick Post
Beeldend kunstenaar Madelief van de Beek en theatermaker Giovanni Brand.Beeld Patrick Post

InterviewsDe verloren generatie

Vier jonge kunstenaars over hun levens in coronatijd. ‘We móeten kunst maken, vooral in deze tijden’

Ze worden wel ‘de verloren generatie‘ genoemd: jonge kunstenaars die afstudeerden tijdens de coronacrisis. Met grote dromen en talenten, maar nul kansen om die te tonen. Vier jonge makers vertellen over hun levens in lockdown. ‘Het was alsof je er niet mocht zijn als kunstenaar.’

Veronica Simmelink

Beeldend kunstenaar Ahmad Mallah (31): De lockdown voelde als een gevangenis

In het Amsterdamse atelier van Ahmad Mallah hangen heftige doeken: mensfiguren geschilderd in zwart, wit en rood, in wilde penseelstreken. Ze ademen de oorlog in Syrië die hij in 2014 ontvluchtte. “Elk werk voelt als een opluchting voor mij. Het is een verwerking van mijn trauma’s, een proces dat ik graag met mensen wil delen.”

Des te meer voelde de eerste lockdown in 2020 als een ‘gevangenis’, vertelt Ahmad. De ateliers op zijn Bredase kunstacademie bleven dicht, hij moest zijn afstudeerproject compleet omgooien. Het werd een documentaire genaamd Stateless over hemzelf en zijn geschiedenis. Herinneringen die hij letterlijk vastlegde op zijn eigen lichaam: hij tatoeëerde zichzelf met de blote hand en een naald met inkt, zoals ze het ook in gevangenissen doen. Want zo voelde hij zich in de lockdown, als gevangen in zijn eigen lichaam.

Om het hoofd boven water te houden vroeg de jonge kunstenaar een Tozo-uitkering aan: “Dat was de enige optie om te kunnen overleven en ten minste mijn huur te kunnen betalen.” Ook werkte hij even als tattoo-artiest en in een vintagewinkel. “Mentaal was het moeilijk. Ik heb elke keer als er geen lockdown was, aanvragen gedaan voor exposities, residenties en fondsen. Dat kostte veel tijd en energie. Ik ben na mijn afstuderen van Breda naar Amsterdam verhuisd, naar een appartement dat ik deelde met vier anderen. Daar kunst maken was echt verschrikkelijk. Iedereen zat thuis, er was veel lawaai – er was zoveel frustratie in één huis!”

Kunstenaar Ahmad Mallah. Studeerde in 2020 af in Fine Art aan St. Joost in Breda. Beeld Patrick Post
Kunstenaar Ahmad Mallah. Studeerde in 2020 af in Fine Art aan St. Joost in Breda.Beeld Patrick Post

Hij vindt dat de kunstacademie haar studenten beter op weg had kunnen helpen. “Ik had zoveel zin in afstuderen en beginnen met mijn carrière, maar ik merkte dat we helemaal niet waren voorbereid om de kunstwereld binnen te stappen. Ik vond het moeilijk, soms kreeg ik via via een kans, maar het meeste moest ik zelf regelen.”

Toch vindt hij dat hij niet mag klagen: “Vorig jaar november had ik mijn eerste solo-expositie in Utrecht, ik heb een beurs van het Mondriaanfonds gekregen speciaal voor jonge makers en eind juni heb ik mijn eerste internationale expositie in Denemarken.”

Hoe ziet Ahmad zijn toekomst als jonge kunstenaar, na deze moeilijke start? Hoopvol, zegt hij. “Ik ben blij dat ik dit heb bereikt na een paar jaar hard werken waarin ik alle kansen heb gegrepen. Op dit moment kan ik leven van mijn kunst – en ik hoop dat dat zo blijft.” Want een andere carrière als bijvoorbeeld winkelmedewerker of ober is niks voor hem. Ahmad lacht: “Werken voor iemand anders, daar ben ik niet zo goed in”.

De Raad voor Cultuur noemt de situatie van jonge kunstenaars uitzichtloos en grauw. Staatssecretaris voor cultuur Gunay Uslu wil hun positie verstevigen met haar herstelplan voor de culturele sector, dat ze woensdag 15 juni met de Tweede Kamer bespreekt.

Madelief van de Beek. Studeerde in 2020 af in Fine Art aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Beeld Patrick Post
Madelief van de Beek. Studeerde in 2020 af in Fine Art aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.Beeld Patrick Post

Beeldend kunstenaar Madelief van de Beek (26): We zijn in de steek gelaten

Of Madelief van de Beek (26) tot de generatie jonge, verloren kunstenaars behoort? Honderd procent, zegt ze zelf. “Onze eindexpositie was afgezegd en artist-in-residencies voor beginnende kunstenaars waren er gewoon niet. Na mijn afstuderen heb ik een jaar lang geprobeerd de hoop niet op te geven, programma’s en exposities aangeschreven die daarna weer werden gecanceld. Het voelde alsof we in de steek gelaten werden.”

Nadat ze haar opleiding Fine Art aan de Willem de Kooning Academie had afgerond met een feministische video-installatie – fuck. volgens mij doe ik feminisme verkeerd. – laat ze zich nu vooral inspireren door bloemen en planten. Een liefde die is aangewakkerd door haar parttime baan als bloemist. Zo maakte ze video-art vol met bloemen voor de etalages van de bloemenzaak waar ze werkt.

Madelief heeft het idee dat ze veel tijd is kwijtgeraakt door de coronacrisis en vindt het moeilijk de draad weer op te pakken: “Het leven voelt toch wat minder als vrijheid, blijheid. Het lijkt alsof ik nu meer moet nadenken over mijn toekomst, een huis kopen, mijn studieschuld afbetalen. Alsof ik nu minder jaren kan nemen om exposities te doen en zo een cv op te bouwen.”

Om de verloren tijd te overbruggen, koos Madelief een master in de richting Scenografie, theatervormgeving. Toch weer kunst, want iets volledig anders doen, dat wil ze niet. Haar master werkt ook als een stok achter de deur: “Ik hoef niet bang te zijn voor een gat in mijn cv, want ik studeer. En dan ben ik ten minste bezig met iets wat me triggert.” Het blijft haar doel om van beeldende kunst haar fulltime baan te maken.

Daarom vindt ze het moeilijk dat net-afgestudeerden en kleine instellingen genegeerd zijn tijdens de coronacrisis: “Als er al ergens plek voor kunst was, ging die gelijk naar de grote namen. Terwijl er juist nu misschien wel kansen waren voor nieuw talent. Etalages en andere expositieruimtes stonden toch leeg. Waarom konden wij als pas afgestudeerden geen kunstwerk maken voor die plekken?”

Gaat de overheid de cultuursector er weer bovenop helpen? Madelief heeft er weinig vertrouwen in, maar ze heeft wel een suggestie: “Laat ze structureel geld investeren in cultuur, in maatregelen die de sector op lange termijn versterken”, zegt ze resoluut. “Dat helpt me meer dan een eenmalige cheque van 1000 euro.”

Stemkunstenaar Luca Warmer. Studeerde in 2021 af in Jazz aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Beeld Patrick Post
Stemkunstenaar Luca Warmer. Studeerde in 2021 af in Jazz aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.Beeld Patrick Post

Stemkunstenaar Luca Warmer (28): Het was alsof je er niet mocht zijn

Heeft ze weleens overwogen om een totaal ander vak te kiezen? “Zeker niet”, zegt Luca Warmer. “Ik blijf dit tot mijn dood doen.” Ze is van jongs af aan muzikaal: vanaf haar tiende speelde ze altsax, sinds haar twaalfde zingt ze ook: haar liefde voor muziek heeft corona overleefd.

Ze studeerde in 2021 af als jazz-zangeres, met lof. Haar eindconcert werd op YouTube gelivestreamd, maar daarna niet gepubliceerd. Om toch wat aandacht te trekken, zette Luca haar voorstelling zelf maar online. Het is tekenend voor haar generatie kunstenaars en artiesten, zegt ze. “Alsof je afstudeert in een wereld waar minder plek voor je als kunstenaar lijkt te zijn, alsof je er niet mág zijn.”

Toch ziet ze zichzelf niet als slachtoffer, maar eerder als een veerkrachtig individu. Niet voor niets houdt ze van jazz: tegendraadse muziek die zeer moeilijke tijden heeft gekend. “Ik ben gestopt met uitleggen hoe belangrijk kunst en cultuur is”, zegt ze in haar appartement met thuisstudio in Rotterdam. “Mensen moeten het zelf maar komen beleven in het theater.”

Ze hekelt de uitspraken van oud-coronaminister Hugo de Jonge, die vorig jaar tijdens een persconferentie zei dat je niet per se naar een theater hoeft, maar ook een dvd’tje kan opzetten. Want zo werkt het niet, aldus Luca. “Als acteur of als muzikant heb je een boodschap als je op het podium staat en die je wil overbrengen aan het publiek. Online kan dat gewoon niet zoals live.”

Luca, die zichzelf ‘stemkunstenaar’ noemt en haar lichaam als belangrijkste instrument ziet, toerde begin dit jaar met haar voorstelling Appelstroop met Tranen langs verschillende theaters in Nederland. Vorig jaar bracht ze ondanks alles haar ep Huub uit, een eerbetoon aan haar overleden vader. Zichtbaar blijven voor het publiek, dat is volgens haar het belangrijkste voor een beginnende muzikant. “Anders ben je je plek kwijt.”

Het voelde als overleven, de afgelopen paar jaar, al kon ze gelukkig rondkomen van enkele optredens en haar spaargeld. Ook Luca noemt het een gemis dat vooral grote instellingen coronasteun kregen, terwijl veel zzp’ers het met een Tozo-uitkering moesten doen. En soms dat niet eens, omdat ze de uitkering moeten terugbetalen.

Maar kunstenaars blijven hoe dan ook manieren vinden om te creëren, zegt Luca. Ze wijst naar een schilderij van haar grote voorbeeld, de Amerikaanse muzikante Nina Simone. “Zoals Nina Simone zei: het is de taak van een kunstenaar om de tijd waarin hij leeft te verbeelden. We móeten kunst maken, vooral in deze tijden. Want iedereen heeft de behoefte om gezien te worden. Zowel de kunstenaar als het publiek.”

Theatermaker Giovanni Brand. Studeerde in 2020 af in Performance aan de Toneelacademie Maastricht. Beeld Patrick Post
Theatermaker Giovanni Brand. Studeerde in 2020 af in Performance aan de Toneelacademie Maastricht.Beeld Patrick Post

Theatermaker Giovanni Brand (28): Ik was de enige die wél werk had

Vier jaar lang leefde Giovanni Brand toe naar het grote afstudeermoment: het ITS-festival, waar studenten van alle Nederlandse toneelscholen samenkomen voor hun eindvoorstelling. Toen kwam de lockdown en moest hij het doen met een handvol publiek.

“Je denkt: ik ga me aan de wereld presenteren, maar op dat moment is er eigenlijk geen wereld meer”, zegt hij vanuit zijn appartement in Rotterdam. Regisseurs en programmeurs die in andere jaren jong talent kwamen scouten, bleven nu thuis. Een koude douche voor de toneelstudenten: ze konden zichzelf aan niemand laten zien.

Giovanni had geluk: via een stage van vóór de coronacrisis kreeg hij toch werk. Voor de Amsterdamse stichting Likeminds mocht hij een voorstelling van twintig minuten maken, waarin hij vertelt over zijn familie en zijn Roma-geschiedenis.

Maar die uitgelezen kans leverde wrang genoeg ook stress op. “Op dagen dat het niet leuk was, vond ik het pijnlijk om dat te zeggen, omdat ik bijna de enige was die überhaupt werk had”, verzucht hij. “Dat leverde druk op: ik heb werk, dus ik moet het leuk hebben. Alles wat ik maak, moet ook heel goed zijn, want ik krijg ten minste die kans. De druk die er normaal ook is, voelde nu veel hoger.”

Toen de tweede coronalichting van toneelstudenten afstudeerde, was Giovanni bang dat hij vervangen zou worden, gewoon omdat er zo weinig plek was. In het theater zelf werd dat nog eens benadrukt. “Iemand zei tegen me: je moet je gelukkig voelen dat je hier kan spelen, want heel veel mensen zitten thuis.”

Hoewel hij als soloartiest successen boekte, stond zijn collectief met klasgenoten, KISSIEKISSIE BANGBANG, twee jaar stil. Deze zomer spelen ze op het Parade-festival eindelijk een voorstelling die al twee jaar in de ijskast ligt. “Mensen vroegen of ze werk mochten zien, maar dat kon niet, omdat we het door de lockdown nergens konden presenteren. Het was een vicieuze cirkel. Toen we het heft in eigen handen namen en zelf een presentatiedag voor programmeurs organiseerden, kwam er wéér een lockdown.”

Ook financieel was de afgelopen periode moeilijk. Giovanni kon nog een Tozo-uitkering krijgen omdat hij zich net op tijd had ingeschreven als freelancer, maar was op dat moment student en moet de gehele uitkering daarom terugbetalen. “Dan moet je maar meer lenen bij Duo, zeiden ze dan. Ik ben nu twee jaar bezig om die hele Tozo in delen af te betalen. Als ik daarmee klaar ben, moet ik ook mijn studiefinanciering afbetalen.”

Er staat een tweede voorstelling op de planning, over laaggeletterdheid in de woonwagengemeenschap. Maar wanneer die er komt, hangt ook van Giovanni’s gezondheid af: hij zit nu thuis met long covid. En wie weet komt er dit najaar wel weer een nieuwe coronagolf. Voorpret heeft hij nauwelijks meer. “Ik durf nergens meer op te hopen. Als het doorgaat heb ik geluk, als het niet door kan gaan, ben ik ten minste niet teleurgesteld.”

Lees ook:

Staatssecretaris Gunay Uslu wil knokken voor de cultuursector. ‘Cultuur was onzichtbaar, zo droevig’

Gunay Uslu trof een diep geraakte, ontmoedigde culturele sector aan toen ze begin dit jaar aantrad als staatssecretaris voor cultuur en media. Ze wil vooral de positie van de makers verstevigen. ‘Ik krijg er soms buikpijn van.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden