RecensieNederlandse literatuur
Vergeefs verliefd op een narcistische leraar
In Niet ik snijdt Yolanda Entius precaire kwesties aan, fris en zonder in sentimentaliteit te vervallen.
Het is al dikwijls opgemerkt, maar daarom niet minder waar: veel lezers, misschien wel de meeste, hebben een sterke behoefte aan echt gebeurde verhalen. En de media, talkshows voorop, teren op die behoefte. Dankzij breed uitgemeten trauma’s, depressies, seksueel misbruik in de familiekring en zo meer, levert dat zogenaamd ‘spannende’ televisie op. Vervolgens stuwt de media-aandacht de verkoopcijfers op.
Wie niet al te nauwkeurig kijkt, zou kunnen denken dat Yolanda Entius met haar nieuwe roman Niet ik inspeelt op deze trend. Met haar ik-figuur Lena Stein deelt ze niet alleen de leeftijd en de nodige letters van haar naam, maar ook een carrière die begint bij het toneel en voorlopig eindigt bij de literatuur. Met die sleutels in de hand is de verleiding groot om op zoek te gaan naar meer identificatiemomenten. Toen Entius alias Lena een paar keer de term #MeToo liet vallen, herinnerde ik me een recente televisiedocumentaire over de met grensoverschrijdend gedrag in verband gebrachte Ruut Weissman, net als Lena’s idool Dimitri docent aan de Amsterdamse toneelschool. Ook een charmeur en een ijdeltuit, ook een dik buikje. Het is niet de enige keer dat Niet ik dicht tegen de actualiteit aanschuurt.
De vraag is: is er van deze pikante stof een geslaagde roman gemaakt?
Toch heb ik geen zin om me bij mijn lectuur exclusief te laten leiden door een spoor dat de media maar al te dikwijls volgen. Veel lonender is een antwoord op de vraag of er van al deze pikante stof een geslaagde roman is gemaakt.
Entius splitst haar hoofdpersoon in een deels vertellend en deels belevend ‘ik’, de volwassen Lena, en daartegenover een ‘zij’, Lena tussen haar vierde en ongeveer veertiende jaar. Dat jonge alter ego heeft geen al te beste herinneringen aan haar jeugd. Vader was een huistiran, moeder een gedweeë sloof die manlief ten koste van haar drie dochters naar de ogen zag en tegen beter weten in beschermde. Misschien hebben de ouders het nooit gezien of willen zien, maar feit is dat Lena seksuele hand- en spandiensten moest verlenen aan een huisvriend die regelmatig op haar en haar zusjes paste als vader en moeder uitgingen. En dan waren er ook nog de opdringerige mannelijke klasgenoten en een onderwijzer met een meer dan gezonde belangstelling voor zijn begaafde pupil. Hobbels genoeg om met horten en stoten door het leven te gaan en op die weg desperaat te zoeken naar houvast, het liefst in de gestalte van een begripvolle en liefhebbende man, zeg maar een plaatsvervangende vader.
Lena’s verlangens richten zich op Dimitri, maar vanaf dag één worden die gefrustreerd. Hij neemt haar maar half serieus en speelt zo’n beetje met haar, en dat terwijl ze vanwege haar lage zelfbeeld toch al flink met schaamte en faalangst te kampen heeft. Ze is bereid om haar seksualiteit in te zetten als een middel om de gewenste aandacht en bevestiging te krijgen, maar loopt een blauwtje. Pas nadat haar toenaderingspogingen keer op keer zijn geëindigd met het deksel op haar neus, haakt ze af. Dan ziet ze in dat haar onvermogen om Dimitri voor zich te winnen te maken had met ‘de klassieke val’ waar ze in is getrapt. ‘Daar lag een pop, een dooie pop, zonder wil, louter bezig met wat er van haar verlangd werd.’
De trut dan wel de hoer die anderen in haar zagen
Het is ironisch dat het uitgerekend Dimitri is die Lena zover krijgt om haar niet al te vlot verlopende toneelcarrière in te wisselen voor het schrijverschap. Nadat ze heeft ontdekt hoeveel vrijheid ze wint met het betreden van het domein van de verbeelding, kan ze met haar professionele rollen ook die andere achter zich laten, die van het gansje dat ze dacht te zijn, en van de trut dan wel de hoer die anderen, maar ook zijzelf, in haar zagen. Dan kan ze zich laten gaan in nachtmerries en wensdromen die haar op klaarlichte dag overvallen, om die effectief te benutten bij het afhechten van de laatste draadjes van haar verhaal. Dan is ze eindelijk niet langer de ik die zo lang de ander was die haar in de weg zat, maar zichzelf.
Deze roman mag dan beladen en uiterst precaire onderwerpen aansnijden, larmoyant wordt het nergens. Weliswaar gaat Lena af en toe flink tekeer, maar toch weet ze daarbij altijd tegenwicht in ironie en zelfrelativering te vinden. Maar het allerbeste tegen de valkuilen van het pathos en de sentimentaliteit werkt, gek genoeg, de ongegeneerde manier waarop we met de hoofdpersoon geregeld de grens tussen werkelijkheid en fantasie overgaan, op dezelfde verfrissende manier die we nog kennen van Entius’ vorige roman, Het verhaal van Benito Benin en dat van Fanny.
Yolanda Entius
Niet ik
Van Oorschot; 240 blz. € 20
Lees ook:
Dromen en verlangens van een meisje-tegen-wil-en-dank
Over twee zussen, en over een meisje en een slak, en hoe de verbeelding hen redt.