Verfboek van wollen stalen uit 1830-1831.

Plantaardig

Verf uit groentes en planten van de markt: eeuwenoude recepten worden massaal herontdekt

Verfboek van wollen stalen uit 1830-1831.Beeld Bibliotheek TextielMuseum

Studenten, wetenschappers en hobbyisten storten zich op verfrecepten van eeuwen geleden. Daarmee experimenteren geeft een nieuwe kijk op natuurlijke verfstoffen.

Els de Baan

Zodra de intekenlijst voor het keuzevak ‘Plantaardig verven’ van de Rotterdamse kunstacademie Willem de Kooning verschijnt, is die in no time vol. Studenten uit alle vakrichtingen staan te trappelen om te leren hoe ze zelf verfstoffen kunnen maken. ­Gera Bikker doceert dit vak en zegt: “Dat studenten zomaar kleur kunnen maken uit groentes en planten die ze van de markt halen, spreekt enorm tot hun verbeelding. Door te experimenteren doen ze onverwachte ontdekkingen en komen ze op andere toepassingen dan alleen stoffen verven.”

Zo gingen ze met print-instructeur Wilco Lamberts aan de slag om met ‘bloemkoolpap-verf’ die zij gemaakt hadden te zeefdrukken op papier. Volgens Bikker leverde dat verrassende resultaten op. En studente grafisch design Nami Kim deed testen met rode kool in combinatie met huis-tuin-en-keukenmiddelen, zoals azijn, bleekmiddel, melk en zuiveringszout. Dat gaf, naast het verwachte paars, ook onvermoede ­varianten van rood, groen, geel en blauw. In haar vakgebied speelt het digitale ontwerpen een grote rol. Het ambachtelijke rodekool-inkt-onderzoek werkte voor haar bijna louterend. Met de zelfgekleurde garens borduurde zij handmatig letters en kwam ze al doende los van het letterontwerpen met de computer. Dat is voor deze generatie studenten een heuse ontdekking.

Geen afval

Bikker heeft nog een andere ver­klaring voor de grote belangstelling. “Plantaardig verven verbinden studenten aan duurzaamheid en zero waste, geen afval dus. Dat zijn belangrijke idealen die goed samengaan met experimenteren. En tijdens de pandemietijd is verf maken bij uitstek iets wat je thuis kunt doen met gewone supermarktin­grediënten.” De nieuwsgierigheid naar verdwijnende kennis, de connectie met de natuur en ‘iets van niets’ willen maken, dragen zeker bij aan de huidige interesse.

Ook al in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw ging menigeen fanatiek in de weer met uienschillen, populierenkatjes en prunus-bast. Boekjes met tips en verf­recepten zoals ‘Verven met plantaardige stoffen’ en ‘Over wol en plantaardig verven’ vonden gretig aftrek. Op Marktplaats zijn die wederom populair, maar inmiddels zijn er ook modernere varianten verkrijgbaar.

Meekrap en luizen

In de bibliotheek van het Tilburgse TextielMuseum zijn 28 boekjes met grotendeels handgeschreven recepten opgenomen die tussen 1700 en 1970 in de Tilburgse textielindustrie zijn gebruikt. Ze werden onlangs gedigitaliseerd door het Regionale Archief Tilburg en bieden een schat aan informatie. Jantiene van Elk, hoofd bibliotheek van het TextielMuseum, is dolenthousiast. “Uiteraard werden er in het verleden lokale grondstoffen gebruikt, zoals meekrap uit Zeeland, maar de verfstoffen kwamen van over de hele wereld. Cochenilleluizen – die net als meekrap rode kleurstof afgeven – kwamen uit Mexico, verfhouten (aftreksel van geraspt hout dat als kleurstof kan dienen, red.) uit Latijns-Amerika en indigo uit Indonesië en Suriname. De verfmakers reisden rond om het vak te leren en daarom zijn de boekjes in verschillende talen geschreven. Die verfrecepten laten dus zien hoe Tilburg met de wereld verbonden was.”

Verfrecepten op wollen stoffen. Beeld Bibliotheek TextielMuseum
Verfrecepten op wollen stoffen.Beeld Bibliotheek TextielMuseum

Van Elk zou graag meer te weten komen over hoe de kennis van kleurstoffen werd gedeeld vanuit de koloniën en binnen Europa, en of je deze verfrecepten nu nog steeds kunt gebruiken. De recepten zijn helaas niet compleet genoteerd omdat men ­uitging van algemene basiskennis, die voor ons deels onbekend is.

De historische boeken kunnen misschien ook een rol spelen om onze kijk op duurzaamheid te helpen sturen. Want is plantaardig verven echt zoveel beter dan kleuren met synthetische verfstoffen? Vanaf 1860 kwamen de eerste synthetische kleurstoffen op de markt met als basis fossiele grondstoffen zoals koolteer.

Ook dergelijke recepten staan in die oude receptenboekjes. Van Elk: “In het verleden werden er veel bomen gekapt, korstmossen van rotsen gehaald en reisden de grondstoffen de hele wereld over. De natuur heeft daar zeker onder te lijden gehad.”

Logen en beitsen

Ook Bikker is kritisch. “De studenten denken dat ze ‘schoon’ bezig zijn, maar om de kleuren te maken en te behouden heb je allerlei chemische processen nodig. Je krijgt een andere kleur door de grondstoffen voor- of na te bewerken en daarvoor gebruik je bijvoorbeeld logen, zuren en beitsen, koper- of ijzersulfaat of ammoniak. Dat is heus niet allemaal even gezond.”

Van Elk begon onlangs met een ­zogeheten Burgerwetenschap-­onderzoeksgroep. Dit Citizen ­Science Project is een onderzoek dat onder begeleiding van wetenschappers wordt uitgevoerd door vrijwil­ligers. Het is nog niet zeker welke kant het project precies opgaat omdat de deelnemers samen bepalen op welke materie zij zich gaan richten. Wellicht komt de focus te liggen op de (sociaal-economische) context van de receptenboeken, de kennis van het ambacht, van planten en van handelslijsten en op het uitproberen van recepten. Er hebben zich in elk geval al ruim twintig belangstellenden gemeld.

De uitkomsten van het project zullen onder meer deel uitmaken van de expositie To Dye For in het ­Tilburgse TextielMuseum en een publicatie medio 2022.

De lezing van Jantiene van Elk – ‘Kleur geven aan de geschiedenis. Hoe oude verfrecepten uit 1700-1970 vandaag nog steeds relevant kunnen zijn’ – is online te bekijken. Dinsdag 18 mei, 16-17 uur, voertaal Engels. Aanmelden via mail: aanmelden@textielmuseum.nl

Aanmelden voor deelname aan het Citizen Science Project: bibliotheek@textielmuseum.nl.

Meer informatie: www.textielmuseum.nl/bibliotheek/

Lees ook:

Rode Meekrap en blauw campechehout herinneren aan een rijk Zaans verleden van verfstoffen en molens.

Niets herinnerde nog aan de oorspronkelijke verfindustrie toen Piet Kempenaar jaar geleden zijn intrek nam in verfmolen De Kat op de Zaanse Schans. Ook hij ontdekte pas nadien de charme van natuurlijke kleurstoffen: de diepte en intensiteit is niet te vergelijken met de huidige, chemisch gefabriceerde verven.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden