Veertig jaar geleden was daar de walkman; ons leven zou nooit meer hetzelfde worden
Precies vier decennia geleden bracht Sony de walkman op de markt en plots verschenen er koptelefoons in het straatbeeld. Vanaf dat moment kon iedereen zich altijd en overal afzonderen. Was dat een vloek of een zegen?
Vergeten zal hij het nooit. Die dag in de jaren tachtig waarop Emile Wennekes, nu hoogleraar muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht, voor het eerst de straat op stapte, zijn koptelefoon opzette en op play drukte. “Ondergedompeld in de muziek kreeg de stad een hele nieuwe dimensie. Ik leek haast stoned.”
Met zijn Sony walkman kon Wennekes zijn favoriete nummers overal beluisteren. “In de bibliotheek, het bos en op de fiets. Het was werkelijk revolutionair, een unieke ervaring. Ook voor voorbijgangers overigens. Die draagbare apparaten waren verhoudingsgewijs vrij duur, dus slechts een klein groepje liep rond met koptelefoons.”
Wie het straatbeeld nu bestudeert, ziet ze overal. Subtiele dopjes sieren de oorschelp, opzichtige joekels van koptelefoons of juist de draadloze AirPods van Apple, die malle witte stokjes die doen denken aan het opzetstukje van de elektrische tandenborstel. Stap een willekeurige treincoupé binnen en reizigers beluisteren er een podcast, een opera van Mozart of de laatste hit van Ronnie Flex – zonder dat uzelf ook maar een klank hoort.
Vederlicht
De hoogleraar wijst naar de smartphone. “Oortjes zijn onlosmakelijk verbonden met de muzikale drager: de walkman, de mp3-speler, en nu het mobieltje. En omdat de telefoonindustrie zich op alle doelgroepen richt, van jong tot oud, bezit vrijwel iedereen zo’n minicomputer waarmee je overal muziek kunt luisteren. Dat doen we dus ook, met op ons hoofd een koptelefoon.”
Wennekes’ eerste exemplaar was vederlicht, herinnert hij zich, het ding bestond uit een metalen band met aan de uiteindes twee dunne schijfjes met schuimstof. “Nu zijn headphones een waar mode-item, vergelijkbaar met de Pink Floyd T-shirts die ik vroeger droeg. Draag je Beats van rapper Dr. Dre dan duidt dat op de hiphopcultuur. Bungelen AirPods of de nieuwste Bose koptelefoon met ruisonderdrukking langs je oren, dan is dat een teken van status. Grappig om te zien, met name omdat de koptelefoon na zijn geboorte lange tijd amper veranderde qua uiterlijk en functie.”
Hoewel er tegen het einde van de negentiende eeuw al provisorische modellen en oortjes werden gebruikt, wordt over het algemeen aangenomen dat de koptelefoon zoals wij die kennen in 1910 is uitgevonden door de Amerikaan Nathaniel Baldwin. Hij was zo gefrustreerd dat het lawaai van de menigte de preken in zijn mormoonse tempel overstemde, dat hij in zijn keuken een apparaat knutselde dat het stemgeluid van de spreker kon opvangen en versterken. Het Amerikaanse leger kreeg snel lucht van het snufje en klopte niet lang na zijn vondst bij Baldwin aan, waarop hij een eigen fabriek opende.
Solo genieten
De eerste koptelefoon die speciaal werd ontworpen om muziek te beluisteren, was de Koss SP/3, een idee van de Amerikaanse jazzmuzikant John C. Koss eind jaren vijftig van de vorige eeuw. Zijn koptelefoons, gemaakt om thuis naar nieuwerwetse lp’s te luisteren, betekenden voor muziek wat geletterdheid was voor taal: ze vormden het om tot een bezigheid waarvan je solo kon genieten. De gigantische koptelefoon, zo schrijft de New York Times, leidde ertoe dat mannen uit de middenklasse zich afsloten van hun gezinnen door zich terug te trekken met hun eigen muziek.
Toch is het belangrijkste kantelpunt in de geschiedenis van de koptelefoon de geboorte van de Sony walkman, dit jaar precies vier decennia geleden. Met dit apparaat veranderde niet alleen het uiterlijk van de koptelefoon – de Japanse fabrikant verving het logge ding dat soms meerdere kilo’s woog door een licht en simpel ogend exemplaar: de MDR-3L2 – maar ook zijn functie. Van een technologisch hulpstuk om je thuis in alle rust te kunnen concentreren op je muziek, transformeerde de koptelefoon tot een symbool voor mobiele autonomie, een middel waarmee individuen privacy konden creëren in de publieke ruimte. ‘For Anytime, Anywhere + Anybody’ luidde een van de reclameslogans, ‘Altijd, overal + voor iedereen’.
Regelrechte hit
Toen de walkman in juli 1979 op de markt kwam in de VS was het direct een regelrechte hit. Het lukte Sony niet de vraag bij te benen. In haar boek ‘Personal Stereo’ (2017) schrijft de Amerikaanse Rebecca Tuhus-Dubrow dat mensen verbijsterd waren door de geluidskwaliteit die uit het kleine apparaat kwam. Het gros van de gebruikers had nog nooit op zo’n intieme wijze naar muziek geluisterd.
Nog indrukwekkender vond men de mogelijkheid om je favoriete cassettebandje buitenshuis te kunnen beluisteren. Met de walkman konden saaie dagelijkse activiteiten door een druk op de knop van een vrolijke soundtrack worden voorzien. Het enige nadeel waren de AA-batterijen die het apparaat voedden. Die raakten leeg, vaak net op het moment dat er geen winkel in de buurt was.
De walkman riep ook vragen op. Die luidsprekers zo dicht op het trommelvlies, zou dat geen gehoorschade opleveren? Welke invloed had het non-stop luisteren naar muziek op de concentratie en creativiteit van gebruikers? En zou de focus van musici van live-optredens verschuiven naar studio-opnames? In dat geval zou muzikaal talent een heel nieuwe invulling krijgen.
Ook veranderde het doel en de beleving van muziek drastisch door die draagbare stereo. Vroeger kon een heel dorp uitkijken naar de jaarlijkse optocht van de fanfare en nog dagenlang na het feest echoden de klanken na in de oren van het publiek. Maar nu jan en alleman elk nummer op ieder moment kon oproepen, zo stelden critici, werd muziek een stuk minder speciaal.
Vriendloos luisteren
De grootste zorg was dat de walkman zou leiden tot een verdere individualisering van de samenleving. Samen met dans had muziek zich duizenden jaren lang ontwikkeld als verbinder. Muziek was de sociale lijm voor de mens, het creëerde groepen en hield die bijeen. Maar met de plotselinge populariteit van de koptelefoon veranderde haar functie. De doppen zorgden niet voor cohesie, maar wierpen juist barrières op: ze waren bedoeld om vriendloos naar muziek te luisteren.
“De walkman doet nu misschien ouderwets, primitief en onschuldig aan”, zegt Tuhus-Dubrow via Skype. “Maar indertijd wakkerde dat apparaatje de angst aan dat de openbare ruimte op subtiele maar verontrustende wijze zou veranderen, omdat iedereen zich terugtrok in zijn of haar eigen bubbel.” Geluiden die ook klonken na de komst van de iPod in 2001 en later de smartphone.
De gebruikers, met name jongeren, werden gezien als asociaal. “Het grappige is dat iets voor de uitvinding van walkman de boombox zijn opmars maakte onder de jeugd. Je weet wel, zo’n groot apparaat dat je op je schouder kon meeslepen naar het park. Daar kwam veel kritiek op, omdat je de omgeving ongevraagd lastigviel met je muziek. Nu luisterden mensen naar liedjes zonder anderen te storen en was dat weer onbeleefd.”
De Amerikaanse schrijfster lacht. “Het is ook nooit goed. Maar het is wel waar dat de koptelefoon heeft geleid tot sociale erosie en een verandering van geaccepteerde omgangsvormen. Al helemaal sinds die aan de smartphone is gekoppeld en vrijwel de hele wereld met zo’n ding luistert naar muziek, Netflix of een stem aan de andere kant van de lijn.”
Smeermiddel
Ze geeft een voorbeeld. “Ik had en heb geen horloge. Waar ik mensen op straat tot zo’n twintig jaar geleden aanhield om de tijd te vragen, durf ik dat nu niet meer zo goed. Natuurlijk, nu kan ik de tijd ook op mijn eigen mobieltje zien, maar een koptelefoon of oortjes stralen bovendien uit dat iemand niet gestoord wil worden. Ze belemmeren sociale interactie. Daarmee verstrengeld is de veelgehoorde kritiek dat de koptelefoon een negatieve invloed heeft op veiligheid, vooral in het verkeer. Zit je in je eigen muzikale cocon, dan is de kans groot dat je iemand die om hulp roept niet hoort.”
Tuhus-Dubrow betreurt het dat mensen elkaar met de koptelefoon gemakkelijker negeren. “Gesprekjes met vreemden vormen een smeermiddel voor de samenleving, het is van groot belang dat burgers erop kunnen vertrouwen dat zij in bepaalde situaties op omstanders kunnen leunen. Dat zijn gevolgen waar we ons op zouden moeten bezinnen, vind ik. Maar de invloed van koptelefoons en oortjes is niet enkel slecht. Er zitten ook talloze positieve kanten aan.”
Marcel Cobussen, hoogleraar auditieve cultuur en muziekfilosofie aan de Universiteit van Leiden, is er zelfs van overtuigd dat de voordelen van de koptelefoon opwegen tegen de nadelen. Hij stelt dat het succes van de koptelefoon en oortjes erop wijst dat mensen ongelukkig zijn met de openbare ruimte en de akoestiek.
Auditieve prikkels
“Uit onderzoeken blijkt dat we ons vaker storen aan de geluiden in onze omgeving. Met stiller asfalt, geluidsschermen en een betere isolatie van woningen is Nederland minder rumoerig geworden, maar de veelheid aan verschillende geluiden om ons heen is toegenomen. Iedere dag wordt er een enorme berg aan auditieve prikkels op ons afgevuurd. Denk aan een zoemende airco, een koffiemachine of gepling van andermans telefoon. En anders dan onze ogen, kunnen we onze oren niet sluiten.”
Met een koptelefoon kunnen mensen zich onttrekken aan die kakofonie. “Dat iedereen overal een koptelefoon draagt kun je ook zien als een impliciet protest, een reactie op het gebrek aan auditieve vormgeving van de publieke ruimte. Je ziet dat de koptelefoon met ruisondrukking, die stilte biedt in plaats van muziek of ander geluid, erg populair is.”
Als Cobussen er op het station achter komt dat hij zijn oortjes is vergeten, is hij ertoe in staat om terug naar huis te fietsen. “De koptelefoon is ideaal. Met dat ding kan ik loze tijd aangenaam invullen en de dagelijkse sores even van me afzetten. Dat is toch fijn? En, in tegenstelling tot wat sommigen menen, denk ik juist dat het de concentratie verbetert. Door het dempen van storende geluiden, schep ik mijn eigen ruimte en ben ik in de trein veel productiever. De koptelefoon helpt me luisteren naar mezelf.”
Maar is het buitensluiten van zijn medereizigers daar geen bijeffect van? “Het is onzin dat de koptelefoon ons asocialer heeft gemaakt. Het is soms irritant dat mijn dochters mij niet horen roepen voor het eten omdat er een koptelefoon op hun hoofd rust. Maar toen ik jong was reageerde ik ook niet, dan zat ik weggedoken in een boek of was ik aan het dagdromen.”
Ontwijkende blikken
Ook in het openbaar zonderden mensen zich in zijn jeugd af van de rest, stelt de hoogleraar, met kranten, ontwijkende blikken of afwerende gebaren. “Ik geloof niet dat dat sindsdien is toegenomen. Plus, niemand zit volstrekt geïsoleerd in zo’n treinstel. Communicatie is niet alleen verbaal, mensen houden elkaar heus nog in de gaten en verschuiven een tas als iemand naast hen wil zitten.”
In zekere zin, zeggen zowel Cobussen als Tuhus-Dubrow, heeft de koptelefoon ons sinds de smartphone juist socialer gemaakt. Met die bungelende draadjes uit onze oren isoleren we onszelf weliswaar van onze directe omgeving, maar kunnen we tegelijkertijd contact maken met mensen buiten die omgeving.
“Waar mensen met de walkman enkel konden luisteren, kun je met de koptelefoon van nu ook terugpraten”, zegt de Amerikaanse schrijver. “Ik denk dat we sinds de smartphone minder communiceren met de mensen die fysiek dichtbij ons zijn, maar dat we als geheel met een groter aantal mensen in contact staan. Sociale interacties vinden nu plaats in de digitale wereld.”
De geschiedenis van de koptelefoon
1910
Aan zijn keukentafel knutselde elektrotechnisch ingenieur Nathaniel Baldwin de eerste moderne koptelefoon in elkaar. Daarmee hoopte de Amerikaan de preken in zijn mormoonse tempel beter te kunnen verstaan. Niet lang daarna klopte het Amerikaanse leger bij Baldwin aan.
‘50
De Amerikaanse jazzmuzikant John C. Koss ontwierp in de jaren 50 de eerste koptelefoon speciaal voor muziek.
1979
Met de walkman maakte Sony muziek mobiel. Het Japanse bedrijf introduceerde een vederlichte en simpel ogende koptelefoon: de MDR-3L2.
2001
De oorspronkelijke Apple oortjes deden niet onder voor vergelijkbare exemplaren in die tijd. Toch wilde iedereen de EarPods hebben. Met de witte apparaatjes zonder microfoon of volumeknopjes in het oor liet je zien dat je een iPod bezat. De EarPods, die golden als statussymbool, verdrongen de koptelefoon uit het straatbeeld.
1984
De discman kon de populariteit van de walkman niet evenaren. Het apparaat was te log om in de broekzak te stoppen, zo vonden critici, en rondsjouwen met cd’s was nogal irritant.
2008
Rapper Dr. Dre begon in 2006 een koptelefoonbedrijf, omdat hij vond dat de witte iPod-oortjes ‘het gevoel van muziek vernietigden’. In 2008 kwamen zijn Beats by Dr. Dre op de markt. Hoewel de koptelefoon akoestisch niets speciaals was, groeide het peperdure ding uit tot een waar mode-item. In 2014 werd Beats gekocht door Apple.
2016
Erg innovatief zijn ze niet, de AirPods met bluetooth. Toch rukken deze draadloze oortjes op. Sluwe streek van Apple: de nieuwste iPhones hebben geen aux-aansluiting meer, waardoor gebruikers geen koptelefoons of oortjes met snoer aan de telefoon kunnen koppelen. Net als de Earpods geven de Airpods status.
Lees ook:
Topman VodafoneZiggo: Scheur je los van je telefoon
Het klinkt vreemd, de directeur van een telecombedrijf die waarschuwt voor de smartphone. Toch wil Jeroen Hoencamp van VodafoneZiggo graag het debat aanzwengelen over de digitale balans. ‘Ik vrees voor het verdwijnen van de menselijke connectie.’
‘Wonderjaren’ is een boek voor de mensen die nog weten wat inbellen op een modem is
Met haar boek ‘Wonderjaren’ wil Pam van der Veen al die moderne apparaten van toen, waar mensen mee opgroeiden en vergroeid waren, aan de vergetelheid ontrukken.