Vaticaan leent topstuk van Caravaggio uit aan Utrecht
Of paus Franciscus zich ermee heeft bemoeid, weten ze niet in het Centraal Museum Utrecht. Maar het zou zomaar kunnen dat hij persoonlijk toestemming heeft gegeven om het schilderij 'De graflegging' van de Italiaanse schilder Caravaggio uit te lenen voor een tentoonstelling in het Utrechtse museum.
Dit topstuk uit de collectie van de Vaticaanse musea gaat eigenlijk nooit op reis naar andere musea. Toch kreeg het Centraal Museum het voor elkaar. Vanaf 15 december is het vier weken te zien op een tentoonstelling over de navolgers van Caravaggio.
Het monumentale altaarstuk van ruim drie bij twee meter geldt als een van de beste werken van Caravaggio. Hij schilderde het rond 1600 voor de familiekapel van Girolamo Vittrice in de Chiesa Nuova in Rome. Met zijn realistische stijl veroorzaakte Caravaggio een revolutie. Hij schilderde heiligen met rimpels, gescheurde kleren en zwarte nagels en haalde zijn modellen van de straat, wat ongehoord was in die tijd. Het gevolg was dat honderden jonge kunstenaars tussen 1600 en 1630 naar Rome trokken om de kunst af te kijken van de meester, maar de uitwerking was totaal verschillend. En daarover gaat de tentoonstelling in Utrecht. Wat zou het mooi zijn, bedacht conservator oude kunst Liesbeth Helmus, om naast 'De graflegging van Christus' van de Utrechtse caravaggist Dirck van Baburen ook het originele werk van de grote meester te laten zien.
Ze legde het tentoonstellingsplan voor aan het Vaticaan en toen kon het lobbyen beginnen. De Utrechtse aartsbisschop kardinaal Eijk schreef een brief, en ook de Nederlandse ambassadeur in het Vaticaan, prins Jaime de Bourbon de Parma hielp mee. Het duurde een jaar, maar toen kwam er witte rook uit het Vaticaan.