InterviewWillem Kolvoort
Van zwemmende mol tot vliegende koe: concertposters van popzaal Vera zijn te zien in Groninger Museum
Dertig jaar geleden begon Willem Kolvoort posters voor popconcerten te ontwerpen en te zeefdrukken, nu hangen ze in het Groninger Museum. ‘Die fantasiewezens moeten het gevoel geven van: jongens, we mogen er allemaal zijn.’
“Net als muziek luisteren is het maken van posters een levensbehoefte voor mij geworden,” zegt Willem Kolvoort. Al dertig jaar sieren de concertposters van de 54-jarige kunstenaar de gangen en zalen van poppodium Vera in Groningen. Nu, ruim 500 zeefdrukken later, hangt een selectie ervan in het Groninger Museum.
Op zijn posters vertolken fantasiewezens en dieren de hoofdrol: een vleermuisvarken. Een zwemmende mol. Een gitaar spelend paard. Een vliegende koe. Of een in mootjes gehakte haai. De natuur is naast de tekeningen van zijn kinderen zijn belangrijkste inspiratiebron.
Eigenlijk wilde Kolvoort, opgegroeid in het Gelderse Hattem, bioloog worden, maar voor bètavakken had hij geen gevoel. Hij koos daarom in 1985 voor de kunstacademie, in Groningen. In die stad werkte poppodium Vera als een magneet op hem, omdat programmeur Peter Weening steeds Kolvoorts favoriete alternatieve bands naar de popzaal wist te lokken, zoals The Gun Club en The Scientists.
Vera werd zijn tweede thuis. Na het bier tappen en de verzorging van de lay-out van het Verakrantje mocht hij ook eens proberen de concertposters te ontwerpen en te zeefdrukken. “Zo werd ik ineens zeefdrukker. Maar ik wist helemaal niet precies hoe dat werkte”, lacht hij.
Of het nu Triggerfinger, Bon Iver of de Stone Temple Pilots is: bij iedere artiest probeert Kolvoort weer de sfeer te vangen die volgens hem in de muziek zit. Daarom tekende hij voor Deerhunter een fleurige kameleon, het was gewoon onmogelijk, de sound verschoot steeds van kleur.
Voor Band Of Horses schetste hij natuurlijk geen paarden of koetsen. Te cliché. Wel dacht hij aan het boerenleven. Tot hij uitkwam bij Van Gogh en zijn geheel eigen draai gaf aan het schilderij het ‘Korenveld met kraaien’.
Gekke binnenwereld
Op de kunstacademie kon het werk van Kandinsky en Picasso hem bekoren, maar hij noemt ook Jheronimus Bosch en Pieter Brueghel. “Ze maken gekke beestjes die je niet zo goed kunt thuisbrengen. Dat zullen mensen met mijn beesten ook wel zo voelen: hoe verzin je het?”
Nou? “Dat is denk ik gewoon mijn gekke binnenwereld. Ik probeer de wereld om ons heen met mijn posters een beetje mooier te maken, met grapjes, wat humor. De fantasiewezens moeten het gevoel geven van: jongens, we mogen er allemaal zijn.”
Natuurlijk is hij trots dat zijn werk nu in het Groninger Museum hangt, maar Kolvoort blijft onverstoorbaar posters zeefdrukken. “Zolang er in Vera leuke bandjes blijven spelen, komt het wel goed.”
Een wensenlijstje met bands heeft hij wel, maar daar staan namen op als de Ramones en Lee Hazlewood. “Ja, die zijn allemaal dood, dus dat gaat niet meer gebeuren, helaas.” Hij lacht. “Nou ja, dan moet ik mezelf maar tevredenstellen met Bløf en Di-rect.”
De tentoonstelling ‘Posters voor Vera’ is tot en met zondag 7 juni te zien in het Groninger Museum. Een overzicht van de posters van Kolvoort is ook te vinden in het boek ‘30 jaar Vera posters’, verschenen bij uitgeverij Passage.
Lees ook:
Claude Vanheye fotografeert dj’s in trance
Hij portretteerde popsterren als Mick Jagger, George Harrison en David Bowie. Maar om dj’s te fotograferen, moest Claude Vanheye heel anders te werk gaan.
Architect Alessandro Mendini mag nog één keer uitpakken in het Groninger museum
Alessandro Mendini veroorzaakte 25 jaar geleden nogal wat ophef met het kakelbonte ontwerp van het Groninger Museum. Dit jubileumjaar mocht de architect nog één keer uitpakken in het museum, deze keer met een tentoonstelling over zijn design – al net zo spraakmakend.