Dagboeken
Uitgeverij bombardeert roddel over Wim Kan tot waarheid
Wim Kan had een ‘schaduwzijde’ en iets op zijn ‘kerfstok’, aldus een voetnoot in de vorige maand verschenen dagboeken van J.J. Voskuil. De cabaretier zou rond 1960 in de cel hebben gezeten. Maar daar is geen bewijs voor.
Uitgeverij Van Oorschot heeft een opmerkelijk gerucht tot waarheid verheven in een toelichting bij de dagboeken (1955-1965) van schrijver J.J. Voskuil. Het betreft Wim Kan (1911-1983), na de oorlog een van de grote cabaretiers van Nederland.
In deel 2 van de dagboeken doet Voskuil in 1960 verslag van een gesprek met prof. P.J. Meertens, zijn baas op het Meertens Instituut. Voskuil vertelt Meertens dat hij had gehoord over Wim Kan en een celstraf. Wim Kan zou ‘zijn straf’ wegens ‘pederastie’ (een erotisch getinte relatie tussen een volwassen man en een opgroeiende jongen) in gedeelten mogen uitzitten, ‘zodat het niet gemerkt wordt’.
In de voetnoot bij deze passage staat dat ‘deze schaduwzijde’ van Kan altijd uit de openbaarheid is gehouden door de broer van Wim Kan. Deze Jan Kan was secretaris-generaal bij het ministerie van binnenlandse zaken en daarna lid van de Raad van State.
Met jonge jongens en meisjes langs het strand
Weet Jacques Klöters, die werkt aan de biografie van Wim Kan, meer? “Interessante kwestie. Mag je een onbewezen roddel tot waarheid verheffen? Als er een veroordeling is geweest, moet die in archieven terug te vinden zijn. Ik heb deze kwestie, die me wel bekend was, zelf nog niet onderzocht.”
In het eerste deel van Kans eigen dagboeken staat dat hij in mei 1960 werd gearresteerd op het strand van Scheveningen, vertelt Klöters, door een agent op aanwijzing van een informant. “Er viel echter niets te bewijzen en de chef van de zedenpolitie liet hem weer gaan. Later ging in Amsterdam de roddel dat hij de cel in moest.”
“Wim Kan wandelde graag met jonge jongens en meisjes langs het strand. Er zijn jarenlange vriendschappen uit voortgekomen die zich uitten in brieven, verjaardagskaarten, ook naar de ouders.”
Aan uitgeverij Van Oorschot de vraag of de voetnoot wordt geschrapt, want moet de aantijging dat Kan voor vermeende pederastie is veroordeeld en bestraft niet eerst worden bewezen? “Nee”, zegt Jaap Blansjaar, betrokken bij de totstandkoming van het boek. “Voskuil zelf is onze bron, en een mondelinge bron heeft het aan het Biografisch Woordenboek bevestigd. Als je een dagboek annoteert, doe je geen archiefonderzoek.”
Wie de voetnoot namens de uitgeverij schreef, is Detlev van Heest. Hij mailt dat Voskuil deze informatie mogelijk had van zijn broer Bert, jurist met een groot netwerk, of van vader Klaas, die bevriend was met verscheidene bewindslieden van PvdA-huize. “Jan Kan heeft mogelijk alle desbetreffende archivalia van justitie laten verdwijnen, indachtig de moeite die hij ook deed bij de redactie van het Biografisch Woordenboek om Wims blazoen schoon te poetsen.”
Gerechtelijke archieven worden pas na 75 jaar openbaar, weet Theo van der Meer die werkt aan de biografie van prof. P.J. Meertens. “Wellicht dat een biograaf er eerder bij kan.” Van der Meer zet ook vraagtekens bij de noten in Voskuils dagboeken. “De informatie is vaak ontleend aan de romancyclus Het Bureau en ze lijken niet in de gaten te hebben dat dat fictie is. Overigens vind ik dagboeken sowieso een ingewikkelde historische bron.”
Zedelijkheidswetgeving rond 1960
Tot 1971 luidde een bepaling in de zedenwet: De meerderjarige die met een minderjarige van hetzelfde geslacht ontucht pleegt, krijgt een celstraf van maximaal vier jaar. Het grootste aantal rechtszaken wegens dit artikel 248bis deed zich tussen 1945 en 1965 voor, schrijven Gert Hekma en Theo van der Meer in hun boek over homoseksualiteit en strafrecht in Nederland (2011). Zeker vijfduizend mensen zijn strafrechtelijk vervolgd wegens overtreding van artikel 248bis, en van veel meer mensen is proces-verbaal opgemaakt.
Vanaf de Eerste Wereldoorlog kregen grote steden gespecialiseerde afdelingen zedenpolitie, aldus Hekma en Van der Meer. ‘Die hielden kaartsystemen bij met de namen van mensen van wie de politie aannam of wist dat ze homoseksueel waren. Uit archieven van de Haagse zedenpolitie blijkt dat de politie soms werkgevers en hospita’s informeerde over mensen die in het kaartsysteem zaten.’
Lees ook:
Vanuit 1976 sprak Wim Kan mij toe: Het komt goed
Toen Stijn Fens op tv zocht naar het meest recente NOS Journaal voor de coronadagkoersen, kwam hij in een herhaling terecht van de oudejaarsconference van Wim Kan uit 1976.
Cabaretier Rob van de Meeberg speelt Wim Kan
“Hoe lang is het geleden dat wij elkaar gezien hebben? Ja, sinds die laatste keer, hè”, zegt Rob van de Meeberg wanneer hij opkomt als Wim Kan.