Opinie
Trendy narcisme van De Keersmaeker
Bewegende architectuur worden de creaties van Anne Teresa de Keersmaeker wel genoemd. Of het nu om Beethoven, Bartók, Bach of Reich gaat, alles is tot in details gecalculeerd. Haar Rosas-dansers worden gekeurslijfd door wiskundige reeksen, natuurkundige patronen of rasters.
Zo niet in haar nieuwste creatie op het album 'Bitches Brew' van Miles Davis dat hij in 1970 in een lange jamsessie met dertien muzikanten liet opnemen. Het album met crossovers van jazz naar rock gold vanwege de explosieve vrijheid als een doorbraak. Die functie vervult het nu ook voor de choreografe. Had zij vorig jaar al met haar solo 'Once' op songs van Joan Baez (1963) de weg ingeslagen van een romantisch retro- en introspectief over de jaren zestig, met haar keuze voor nummers uit 'Bitches Brew' als afsluiting van datzelfde decennium en tevens muzikale opmaat naar een nieuwe verkennende fase gaat zij een stap verder in het toestaan van improvisatiemethoden.
Anders gezegd, de invloeden van David Zambrano en Elizabeth Corbett, twee populaire improvisatiedocenten in haar school PARTS hebben hun uitwerking niet gemist. Zonder een eindarchitectuur in gedachten te nemen laat ook De Keersmaeker haar dertien dansers een rokerig, met verweerd brokaat behangen ruimte betreden voor een semi-gestructureerde, semi-geïmproviseerde jamsessie met swingende crossovers van academische en klassieke dansvormen naar hip hop, Afrikaanse dans, breakdance, dancing steps uit oude jazzfilms.
Sommige dansers volgen als audio-visueel houvast de melodieuze lijnen van bepaalde instrumenten. Zo is in de meterslange slungel met open mond Igor Shysko de trompet van Davis herkennen, volgt Marta Corona met kwikzilveren voeten en heupen de drums en vertolkt de smeuïge souplesse van Salva Sanchis de saxofoon van Wayne Shorter. Ook door Benjamin Boar swingt de electric guitar-solo de pan uit. In de wirwar van stijlen en genres komt een mens ogen te kort om alle wisselingen, explosieve accenten te overzien.
Wat maakt het dan dat ik na zo'n twintig minuten afhaak en een groeiende ergernis en zelfs intense verveling voel opkomen? Omdat de muziek me op mijn zenuwen gaat werken? 'Bitches Brew' is een feestje van ongekend pretentieuze ijdeltuiten, behept met de armoedige air van nepnonchalance. Iedereen is vooral met zichzelf bezig al wordt het tegendeel voorgewend. Is er dan niemand in dit gezelschap die nog in de gaten heeft dat het narcisme van Rosas van eenzelfde verpletterende zelfovertuiging getuigt als bijvoorbeeld bij Béjarts Ballet van de XXste Eeuw?
Béjarts iconen komen er tenminste nog eerlijk voor uit. Deze modieuze alternativo's verschuilen zich achter geheel dramaloos gekoketteer. Om mij heen zie ik hoofden dommelen. Aan het toneelbeeld van Jan Versweyveld ligt dat niet, want dat is simpel suggestief, vooral met de wasmand met neonbuizen als moderne kroonluchter boven de barkrukken en draaitafel. Wat het kwalijke virus, waardoor geen enkele danser zinnig contact met een ander aangaat, vooral versterkt is de afschuwlijk trendy glossy aankleding door An D'Huys en Anne Catherine Kunz. Met armoedzaaierige blik nemen dansers de glinsterende, sneeuwkleurige shirts en beige broeken van elkaar over. De naakte catastrofe in de collectieve deining met individuele uithalen breekt door in de omslag naar 'Tacoma Narrows'. Dan pas laat de choreografe haar aap uit de mouw komen. Zij blijkt zich wel degelijk van het gevaar binnen haar groep (als microkosmos van de wereld) te realiseren. Het tweede deel is vernoemd naar de hangbrug in Washington die door constant ritmisch deinen het in 1940 plotseling na een harde windvlaag begaf. Leiden tegenwoordig niet alle wegen naar Washington? De Keersmaeker laat opteken: 'Nu gaat het erom een vorm te vinden waarin de individuele stemmen een dialoog kunnen aangaan en ogenblikkelijk op elkaar inspelen zonder in de chaos te vervallen.' Ook dat tweede deel deint maar door, maar de onvermijdelijke ineenstorting wordt eindelijk voelbaar. Nog even en ook deze dansers tuimelen als Narcissus in de beek. De voorstelling wordt abrupt afgebroken, om met denderende ovaties te worden beloond. Dat laatste is misschien wel het meest wrange. Eva van Schaik