FilmrecensieJeanne d’Arc
Tragisch, komisch. Kijken naar ‘Jeanne d’Arc’ blijft een beproeving
‘Jeanne d’Arc’
Regie Bruno Dumont
Met Lise Leplat Prudhomme, Annick Lavieville, Justine Herbez
★★★☆☆
Bijna alle films van Bruno Dumont spelen zich af in de klei van Noord-Frankrijk (zijn geboortegrond) en hebben te maken met een of andere vorm van devotie en verlossing. Het was dus een kwestie van tijd dat Dumont zich zou wagen aan de legende van Jeanne d’Arc, de 19-jarige vrouw die zes eeuwen geleden het Franse leger aanvoerde tegen de Engelse bezetter. En als dank in Rouen op de brandstapel belandde.
Hoewel internationaal vermaard, is Dumont nooit een filmmaker voor het grote publiek geweest. Dat ligt onder meer aan de manier waarop hij zijn verhalen vertelt, want er is zelden een climax en er wordt zelden een duidelijk punt gemaakt. Zijn films laten zich als geheel beter bekijken als een Middeleeuws wandtapijt van menselijke ambities en onvermogens. Als een panorama van Mesdag met schoonheid en lelijkheid in alle windrichtingen. En als een uitstalkast van menselijk geklungel.
In ‘Jeanne d’Arc’ staat de devotie van het hoofdpersonage tegenover de wereldlijke ambities van de Franse koning. Hij gebruikt haar zolang Jeanne met de goddelijke sturing die ze zegt te horen het leger weet te inspireren en zolang de Engelse koning bevochten moet worden. Zodra die strijd de Franse koning niet meer uitkomt, wordt Jeanne gedumpt. Haar goddelijke inspiratie is allemaal leuk en aardig, maar nu moet ze even haar mond houden. Een groot deel van de film wordt vervolgens ingenomen door het proces dat zal eindigen met de brandstapel.
Chronisch amateurisme van de menselijke soort
Dat zegt allemaal nog weinig over de uitzonderlijke stijl van de film. Om preciezer te zijn: over de bizarre beproeving waar je je met deze 135 minuten durende musical in begeeft (Jeanne’s gebeden worden door een voice-over gezongen). Bijna alle rollen worden gespeeld door amateurs en dat is aan alles te merken: manier van praten, timing, manier van bewegen. Dat is dus opzet. Dumont kan beweren dat je daardoor de glamour vermijdt en een zekere puurheid bewaart maar het is vooral een sardonische illustratie van het chronische amateurisme van de menselijke soort.
Het dubbelzinnige is dat Dumont het niet alleen als sardonisch commentaar bedoelt. En precies dat maakt zijn films bijzonder: de devotie en het streven naar verlossing ziet hij als een oprechte ambitie van de mensheid. Helaas wil het steeds maar niet lukken met die verlossing. Daar zit onmiskenbaar iets komisch in. Maar ook iets tragisch.
Maar zelfs als je met dat oog kijkt, blijft ‘Jeanne d’Arc’ een beproeving. En ook daar schuilt iets tragisch in omdat wij filmkijkers zo geconditioneerd zijn om naar foutloos acteren en keurig geordende verhalen te kijken. Dat vind je hier dus niet. Ongetwijfeld kan een extreme en dus ambitieuze film als deze voor sommige mensen een verlossende ervaring zijn. Omdat je iets ziet wat je nog nooit hebt gezien. Maar weet waar je aan begint.