Totaal verschillende schilders met geloof als verbindende schakel, je wordt er stil van
Het zijn werelden van verschil, die van de schilders Pieter Pourbus (1523-1584) en Henk Helmantel (1945). En toch zijn ze verbonden.
De eerste schilderde religieuze voorstellingen en voorname burgers; de laatste staat bekend om zijn stillevens en kerkinterieurs. Ook al zitten er vijf eeuwen tussen, toch passen die twee op een wonderbaarlijke manier bij elkaar. Gaat u maar kijken in Museum Gouda, dat het lef had om de oude meester Pourbus te presenteren naast de hedendaagse kunstenaar Helmantel.
Een beetje uit nood geboren was deze combinatie wel. De expositie over Pourbus, die in Gouda werd geboren maar carrière maakte in Brugge, vergde veel tijd en energie van de medewerkers van het relatief kleine museum. Ook moest er geschoven worden met de ruimte, waardoor in relatief korte tijd nog enkele zalen gevuld moesten worden. Het liefst met kunst die voor het Pourbus-publiek verleidelijk zou zijn, maar ook omgekeerd. Voormalig directeur Gerard de Kleijn kwam op het idee om Henk Helmantel te vragen. De Kleijn nam een jaar geleden afscheid van het museum om als gastconservator te gaan werken. Hij kon meteen aan de slag met Helmantel.
Wat de twee kunstenaars bindt is het geloof, had De Kleijn vooraf bedacht. Pourbus, in Nederland amper nog bekend, verwierf faam met het schilderen van altaarstukken, die nog steeds te vinden zijn in veel Vlaamse kerken. Ook Museum Gouda heeft twee werken van hem, waarvan hij er een maakte voor de naast het museum gelegen Sint-Janskerk. Topstuk van de expositie is het Van Belle-triptiek, dat voor het eerst sinds 1556 Brugge verlaten heeft: een treurende Maria omringd door zeven momenten van verdriet in haar leven. Helmantel maakt geen religieus werk - hij verzamelt wel religieuze beelden - maar is een diep gelovig mens.
De tekst gaat verder onder de afbeelding
Meer raakvlakken
Alleen het geloof lijkt een wat magere basis om deze twee kunstenaars met elkaar te verbinden. Maar er blijken meer, soms hele verrassende, raakvlakken, die je van tevoren niet had kunnen bedenken en pas ontdekt als je beide tentoonstellingen na elkaar bekijkt. Neem alleen al hun meeslepende schildertechniek. Beiden zijn ware meesters in het afbeelden van stoffen en materialen. Bij Pourbus voel je haast de strakke kanten mouwen drukken in het vel van een jonge vrouw. Net zoals je karton denkt te ruiken op een stilleven van Helmantel van kartonnen dozen. Ook zie je hoe ze allebei hebben gezocht naar doordachte composities met optimale licht- en donkereffecten. De verstilde sfeer in de kapel waar het werk van Pourbus helemaal tot zijn recht komt, ademen ook de stillevens en kerkinterieurs van Helmantel.
Verschillen zijn er uiteraard ook, maar die maken het ook wel spannend. De religieuze voorstellingen van Pourbus staan, conform de tijdgeest, bol van symboliek. Die ontbreekt in het werk van Helmantel. Hij schildert in zijn stillevens 'de schoonheid van de schepping'. Dat kunnen eieren in een kom zijn, maar ook knoestige kweeperen. De schepping is al een loflied ter ere van God. Daar hoeft hij niets aan toe te voegen, vindt de kunstenaar.
Museum Gouda laat ons niet alleen kennis maken met een in Nederland ten onrechte vergeten zestiende-eeuwse meester. Het is ook een vondst om hem aan Helmantel te koppelen. De som van een oude meester en een hedendaagse schilder is veel meer dan twee kunstenaars. Je wordt er stil van.
Pieter Pourbus. Meester-schilder uit Gouda; Henk Helmantel, Geloof, harmonie en stilte, t/m 17 juni in Museum Gouda.
Lees ook: Religie kan de kunsten verrijken
Toen kunsthistoricus Henk van Os een keer wat later op een feestje met kunstenaars verscheen omdat hij eerst naar de kerk was geweest, leverde dat hem een woedende reactie op. Naar de kerk?!