Review
Tessa de Loo: 'Ik heb nog nooit zoveel post gehad als na dit boek'
Het aardige van de Publieksprijs is, vindt ze, dat het de lezer is die beslist en niet, zoals meestal, een jury van professionele lezers. De doodgewone doorsnee-lezer die met deze beslissing de schrijver het applaus geeft dat deze in de eenzaamheid van zijn werkkamer nooit hoort.
Tessa de Loo (1946), auteur van de bekroonde roman 'De tweeling': “Je schrijft een boek in een volstrekte stilte, in een isolement, je bent er zelf helemaal vol van, je bent ervan bezeten. En dan gaat het de wereld in. Het wordt gelezen. Maar daar ben je niet bij. Je ziet niet wat er met jouw boek gebeurt, in treinen, op stations, op het strand, in een kamer waar iemand op zijn gemak in een luie stoel zit, een kopje warme chocolademelk onder handbereik. Hij geniet of hij ergert zich, verveelt zich misschien. Overal wordt dat boek geconsumeerd en jij weet er niets van. Een acteur krijgt meteen respons, applaus of rotte tomaten, maar in ieder geval komt er onmiddellijk een reactie. De schrijver moet dat ontberen. Daarom zie ik deze prijs als een soort applaus. De lezers hebben zich nu eens uitgesproken.”
De ene dag kreeg ze de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek 1994 - de achtste keer dat deze CPNB-prijs is uitgereikt - een dag eerder werd De tweeling onderscheiden met de Otto von der Gablentz-prijs, van het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael; deze prijs, naar de vroegere Duitse ambassadeur in Nederland, is voor auteurs die hebben bijgedragen aan de verbetering van de verstandhouding tussen Nederland en Duitsland.
De tweeling, verschenen in 1993, is het verhaal van twee zusjes die op zesjarige leeftijd, na de dood van hun ouders, van elkaar gescheiden worden. De een, Lotte, groeit op in Nederland, de ander, Anna, in Duitsland. Als bejaarde vrouwen komen ze elkaar bij toeval tegen in de Belgische badplaats Spa. Daar vertellen ze elkaar hun levensverhaal, dat vooral het verhaal van de oorlog is, die van Lotte in Nederland, die van Anna in Duitsland.
Anna's verhaal berust grotendeels op het leven van een Duitse vrouw, Maria, die Tessa de Loo tijdens een vakantie in Frankrijk leerde kennen. “Totdat ik deze vrouw ontmoette overheersten bij mij anti-Duitse sentimenten, zoals, denk ik, bij mijn hele generatie. Die gevoelens hadden bij mij ook te maken met de familieverhalen waarmee ik ben opgegroeid. Verhalen over onderduikers, over razzia's, over angst. Verhalen die met Duitsers te maken hadden.”
“Met deze vrouw voerde ik hooglopende discussies over de oorlog. Zij riep heftige gevoelens bij mij op, ik bij haar. Onze meningen stonden soms lijnrecht tegenover elkaar. Maar de vriendschap die was gegroeid, kon dat wel hebben. Het was een mentaal heel sterke, krachtige vrouw, met gevoel voor humor. Wat zij mij vertelde over haar oorlogstijd, over haar visie op de rol van het Duitse volk in de oorlog, bracht mij in conflict met wat ik altijd, uit gemakzucht, of doordat ik slecht geïnformeerd was, had geloofd. De tweeling is de weerslag van dat conflict in mijzelf; ik heb dat opgesplitst in de figuren van Lotte en Anna, die voortdurend met elkaar in de clinch liggen. Hun gesprekken lijken sterk op die tussen Maria en mij.
“Lotte is voor een deel gebaseerd op mijn moeder, op mezelf en op fantasie. De figuur van Lottes moeder is ontleend aan mijn grootmoeder, die een gezin van acht kinderen had, maar het toch heeft aangedurfd joodse onderduikers op te nemen. Dat sprak voor haar vanzelf.”
Heeft het boek naar jouw oordeel inderdaad bijgedragen aan een betere verstandhouding tussen Nederlanders en Duitsers, doelstelling van de Otto von der Gablentz-prijs?
“Ik maak dat op uit de brieven die ik gekregen heb. Ik heb nog nooit zoveel post gekregen als naar aanleiding van dit boek. De teneur van die reacties is vaak: 'het boek heeft me aan het denken gebracht', 'ik heb mezelf nog eens onder de loep genomen'. Er wordt veel over wordt gediscussieerd, niet alleen in literaire kringen. Het wordt op scholen gelezen. Ik heb van leraren gehoord dat ze hun leerlingen bijna dwingen het te lezen om de jongere generatie beter te informeren.”
Zijn er ook mensen die er boos over zijn geworden, omdat het verhaal van Anna duidelijk maakt wat de oorlog voor doodgewone Duitsers betekende?
“Een enkele criticus, zoals Hans Warren, die me een soort landverraadster noemde. Eigenlijk heb ik maar één ervaring van iemand die heel verbolgen was over het boek en dat was een Duitser die al heel lang in Nederland woont, zich helemaal met het Nederlandse standpunt heeft geïdentificeerd en die, denk ik, de Duitse schuldvraag niet heeft verwerkt. Hij vond dat ik me veel te veel in de Duitse kant heb ingeleefd. Het Lotte-syndroom, noem ik dat. Lotte is zeer onverzoenlijk. Deels om wat zij in de oorlog heeft meegemaakt, het gevoel dat zij degenen die in de oorlog gestorven zijn zou verraden als ze te veel begrip voor Anna zou tonen. Deels ook omdat zij haar Duitse afkomst al die jaren heeft weggedrukt, onderdrukt. Daardoor stelt zij zich zo hard op tegenover haar zuster, en in dat opzicht is haar houding vergelijkbaar met de reactie van deze man.”
Er is onlangs een discussie gevoerd over de vraag of het goed is om de vierde en de vijfde mei straks, in 1995, samen met de Duitsers te herdenken. Daarop zijn nogal wat negatieve reacties gekomen. Zou jij er vóór zijn?
Aarzelend: “Ik vind eigenlijk ook dat dat niet kan. Laat de Duitsers hun eigen bevrijdingsfeest vieren. Zij zijn destijds immers ook bevrijd. Verzoening? Ik vind dat die op andere terreinen moet plaatsvinden, niet bij deze gelegenheid. Ik vind dat ongevoelig tegenover de slachtoffers die nog leven.”
De tweeling, waarvan binnen een jaar meer dan 130 000 exemplaren werden verkocht, zal binnenkort in het Duits worden vertaald; ook uitgevers in andere landen hebben belangstelling getoond, Portugal bijvoorbeeld, waar Tessa de Loo tegenwoordig woont. Maria, die het boek in feite heeft veroorzaakt, zal het niet meer kunnen lezen. Ze stierf een maand nadat Tessa de Loo het manuscript had ingeleverd.
Haar volgende (zesde) boek wordt een reisboek, een 'nostalgisch boek', gebaseerd op brieven en dagboekfragmenten van Lord Byron. “De tweeling was een heel zware onderneming die ik niet graag nog eens zou overdoen. Ik wilde nu eens een leuk boek schrijven.”