Klassiek & zoPeter van der Lint
Teodor Currentzis wist het Concertgebouworkest te verleiden tot fabelzachtig zacht spel
Zou het klikken? Die van onzekerheid zwangere vraag hing nogal omineus boven het debuut van Teodor Currentzis bij het Concertgebouworkest (CO). Zouden de aloude Amsterdamse dame en het Grieks-Russische enfant terrible wel door één deur kunnen? En dan ook nog een deur die opent op het grillige symfonische landschap van Mahlers Vierde symfonie?
De antwoorden op al die vragen kunnen met een zucht van verlichting bevestigend worden beantwoord. Opluchting klonk er bij het orkest waarschijnlijk ook, omdat buiten het Concertgebouw noch erbinnen enige vorm van protest te bespeuren was. Currentzis is in sommige concertzalen in Europa niet meer welkom omdat hij zich niet duidelijk heeft uitgesproken tegen de oorlog van Poetin, en omdat zijn eigen orkest musicAeterna wordt gesubsidieerd door gesanctioneerde Russische staatsbedrijven.
Maar het CO waagde – met valide argumenten onderbouwd – de gok. Een gok die voor alle betrokkenen fantastisch uitpakte. De musici zagen er na afloop gelukkig uit, het massaal opgekomen publiek liet oorverdovend juichend van zich horen, en Currentzis zelf straalde. Bij hem viel waarschijnlijk ook heel wat spanning van de schouders.
Debuteren bij het CO kan namelijk behoorlijk desastreus uitpakken. Als de klik er niet is, kun je zwaaien wat je wil. De naam die altijd naar boven komt bij dit soort mesalliances is Simon Rattle. In 1986 probeerde de 31-jarige Britse krullenbol om Mahlers onaffe Tiende symfonie op de kaart te zetten. Elke chemie tussen musici en maestro ontbrak, en Rattle kwam in de vier decennia erna nooit meer terug.
Donderdag was er wel degelijk chemie tussen de musici, Currentzis en pianist Alexander Melnikov. Sjostakovitsj’ zelden gespeelde Tweede pianoconcert kreeg een fabelachtig goede uitvoering. Melnikov en Currentzis, die dit concert al eens voor cd vastlegden, hebben duidelijk een sterke band met deze partituur. Gezamenlijk namen zij het orkest daarin mee. Vooral het tweede deel werd een magisch hoogtepunt waarin alle gradaties van pianissimo, pianississimo en nog zachter langs kwamen. Dat Currentzis dit soort nauwelijks hoorbare geluiden met zijn eigen orkest voor elkaar kan krijgen wisten we al. Dat hij ook het CO tot dergelijk zacht spel kon verleiden, zegt iets over zijn overredingskracht.
Melnikov speelde een prachtpartij, virtuoos als geen ander, lyrisch waar het moest en altijd in perfecte symbiose met Currentzis. Het concert vloog in amper twintig minuten langs, en de zaal wist dat het getuige was geweest van iets heel bijzonders.
Daarna volgde de echte lakmoesproef. Het werd een triomf, begrijp me niet verkeerd, maar misschien was Currentzis’ ontzag voor de Mahler-geschiedenis van het CO toch ietsje te groot. Mahler kwam hier immers zelf zijn Vierde symfonie voor het eerst dirigeren. Als dat hem inderdaad in de weg zat, dan verklaart dat de ietwat ‘gewone’ behandeling van de partituur. Niet te vergelijken met de tegendraadse en inkervende Vijfde van Mahler die Currentzis met zijn eigen orkest twee jaar terug in het Concertgebouw liet horen.
Het derde deel werd hier de emotionele kern van de symfonie, waarin Currentzis opnieuw het zacht, zachter, zachtst tot hoge kunst verhief. Christiane Karg zong ons daarna – ietwat wankel van intonatie – de hemel in. In de zaal stond men daarna terecht op de stoelen.
Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.