BoekrecensieBiografie

Stephen Hawking, van mythe tot mens

24 juli 2001. Stephen Hawking in zijn kantoor aan de universiteit van Cambridge. Beeld Hollandse Hoogte / Laif
24 juli 2001. Stephen Hawking in zijn kantoor aan de universiteit van Cambridge.Beeld Hollandse Hoogte / Laif

Charles Seife schrijft een intelligente biografie over het leven van de wereldberoemde wetenschapper.

Joep Engels

Op 15 juni 2018 werd de as van Stephen Hawking bijgezet in de vloer van Westminster Abbey in Londen. Het was een eerbetoon dat maar weinig stervelingen gegund is. De faam van Stephen Hawking had bij zijn leven dan ook al mythische proporties aangenomen. Voor het algemene publiek stond hij op gelijke hoogte met Albert Einstein en Isaac Newton. Veel mensen zagen hem als de grootste wetenschapper van zijn tijd, de slimste mens op aarde.

Zijn spierziekte droeg bij aan dat mythische beeld. Hawking was het grootste deel van zijn leven gekluisterd aan een rolstoel en communiceerde met een spraakcomputer die hij op het laatst met een sensor bij zijn wang moest besturen. Daarmee werd hij een symbool voor de triomf van de geest. Het genie, dat zelf geen stap kon verzetten, maar in zijn gedachten naar de uiteinden van het heelal reisde.

Het grote publiek adoreerde Hawking echter zonder precies te weten waarom, schrijft wetenschapsjournalist Charles Seife in zijn biografie Hawking Hawking. “Einstein had zijn relativiteitstheorie en Newton zijn universele wet van de zwaartekracht, maar veruit de meeste mensen die Hawking bewonderden, hadden geen flauw idee van wat Hawking had gedaan om zijn reputatie te verdienen. Of waarom hij in de pers altijd met Einstein of Newton werd vergeleken.”

Zijn collega’s wisten dat natuurlijk wel en respecteerden Hawking om zijn theorieën over de oerknal en zwarte gaten. Maar toen het vakblad Physics World in 1999 aan 250 fysici vroeg om de vijf vakgenoten te noemen die het meest aan de natuurkunde hadden bijgedragen, kreeg Einstein verreweg de meeste stemmen, op gepaste afstand gevolgd door Newton en Galilei, en bungelde Hawking met één stem helemaal onderaan de lijst.

De biografie is een zoektocht naar de echte Hawking. Hij was een karikatuur van zichzelf geworden, schrijft Seife. Een mediahype, een goeroe die te pas en te onpas om zijn mening werd gevraagd. “In de jaren dat zijn populariteit het grootst was, werd zijn onderzoek in de wereld van de natuurkunde niet meer serieus genomen. Hij was als een ineengestorte ster; de ruimte om hem heen gloeide helder met zijn energie, maar in de kern was hij slechts een flauwe afspiegeling van wat hij was geweest.”

Elektronische stem

Daarom pelt hij de figuur Hawking af in een poging bij de mens Hawking uit te komen. En draait hij de klok terug. Hij begint bij de man die op zijn begrafenis de aanwezigen nog één keer zijn elektronische stem laat horen, alsof die geest nog altijd voortleefde. En eindigt bij de jonge promovendus die de diagnose krijgt dat hij nog maar enkele jaren te leven heeft en vervolgens meer dan een halve eeuw balanceert tussen de drang zich te bewijzen en de wil zich daardoor niet te zeer te laten beïnvloeden.

De aanpak maakt het er voor de lezer niet gemakkelijker op. Seife verwijst regelmatig naar zaken uit het verleden die later aan de orde zullen komen. Of hij legt een theorie uit, maar dat gaat dan weer chronologisch. Soms krijg je het idee dat de drukproeven op de grond zijn gevallen en iemand ze haastig bijeengeraapt heeft.

Ook gaat Seife met die theorieën behoorlijk de diepte in. Singulariteiten, imaginaire tijd, entropie, de lezer moet het allemaal verstouwen. Voor de (vele) Hawking-fans zal dat geen bezwaar zijn. Het Heelal was een immense bestseller en toch ook niet een toonbeeld van eenvoud. De fysica wordt afgewisseld­­­ met verhalen en anekdotes uit het persoonlijke leven van Hawking. De lezer leert hem kennen als een gecompliceerde man. Lastig, dwingend. Humoristisch, maar vaak met een sarcastische ondertoon. Eigengereid. Pijnlijk­­ is de alinea waarin Jane­­, zijn eerste echtgenote, tijdens een zomer­­-school, kort na hun huwelijk, constateert dat haar man vol voor zijn vak gaat, net als veel andere fysici. Net als de andere echtgenotes was ze een weduwe geworden, een natuurkundeweduwe.

Pen en papier

De verschijning van Het Heelal markeert het keerpunt in het leven van Hawking. Zijn wereldlijke roem begint, zijn wetenschappelijke carrière is voorbij. Hawking is dan 46 jaar oud, te oud voor de wetenschap. De gloriejaren van een theoretisch fysicus liggen ver vóór diens veertigste verjaardag. Einstein was 37 toen hij zijn laatste grote bijdrage aan de fysica, de algemene relativiteitstheorie, voltooide.

Voor Hawking speelde iets extra’s. In zijn vak heb je niet veel nodig. Pen en papier. Een schoolbord om met collega’s te kunnen brainstormen. Je moet met de wiskunde kunnen stoeien om vooruit te komen. Maar Hawking kon niet meer schrijven. In 1979 zette hij, vertelde hij ooit, voor het laatst zijn handtekening, toen hij de benoeming tot Lucasiaanse hoogleraar in Cambridge aanvaardde.

Hij ving dit tekort deels op met zijn intuïtie. En door de problemen meetkundig te benaderen in plaats van met het abstracte rekenwerk. Maar vooral ook door zijn promovendi aan het werk te zetten. Dat dit niet voldoende was, bleek toen hij werd ingehaald door de snaartheorie. In Het Heelal had hij deze theorie nog afgedaan als incorrect, maar toen snaartheoretici resultaten behaalden die indruisten tegen zijn eigen beeld van het universum, moesten zijn promovendi uitzoeken hoe de theorie kon worden bestreden.

Ongelukkige soldaat

Het werd een achterhoede­gevecht. Sterker nog, de ‘zwartegatenoorlog’ zoals de strijd genoemd werd (het ging over de vraag of informatie die in een zwart gat verdwijnt, definitief verloren is) liep begin 1998 ten einde, maar, schrijft Seife, “Stephen Hawking leek een van die ongelukkige soldaten die jarenlang in de jungle rondzwerven zonder te weten dat de vijandelijkheden gestopt zijn.”

In de laatste hoofdstukken straalt dan toch de ster van de jonge Hawking. Van de man die laat zien dat het heelal is ontstaan uit een punt waar de natuurwetten niet bij kunnen. Die aantoont dat een zwart gat straling uitzendt (hawkingstraling) en ooit zal exploderen. Het waren grootse prestaties, schrijft Seife, maar Hawking was niet de grootste geest sinds Einstein, Newton en Galilei. Het zou Hawking ook tekortdoen, vindt hij, om hem enkel in dat perspectief te willen schetsen. De lezer kan dan bijna niet anders meer dan instemmend knikken. Seife heeft een zeer intelligente biografie geschreven en van de mythe Hawking weer een mens ­gemaakt.

null Beeld
Beeld

Charles Seife
Hawking Hawking. Een wetenschappelijk fenomeen ontrafeld
Vert. Joost Pollmann en Albert Witteveen
Atlas Contact; 432 blz. € 29,99

Lees ook:
Crispr-Cas zorgde niet alleen voor een revolutie, maar ook strijd

De ontdekking van een oeroud schaartje zet biochemie en genetica op de kop. En haalt het beste en het slechtste in de wetenschap naar boven.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden