Interview
Starchitect Daniel Libeskind vat broeikasgassen in beelden
Hij ontwierp het Joods Museum in Berlijn en maakte Ground Zero in New York tot publieke ruimte, een park. Nu heeft architect Daniel Libeskind een serie beelden neergezet in de tuinen van Paleis Het Loo.
“Kijk, die vier beelden die ik hier heb neergezet, dat zijn de vier broeikasgassen die onze planeet vernietigen.” Het zijn de eerste woorden van architect Daniel Libeskind deze zonnige lenteochtend in de tuinen van Paleis Het Loo in Apeldoorn. Libeskind – klein, energiek, grijs, stort zijn Engelse volzinnen met stevig New Yorks accent uit over de internationale journalisten.
De narcissen bloeien al, de rest van de tuin, ooit aangelegd door koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw koningin Mary II, zit nog in de knop. Het paleis is tot 2021 gesloten vanwege een grote verbouwing, Libeskind kreeg de vraag om een hedendaagse toevoeging te bedenken.
Parterres
Dat werden dus vier beelden, ze staan in het midden van de vier centrale blokken van de tuin, tussen de geometrisch krullende, strakgeschoren heggetjes, ‘parterres’ in tuinjargon. Ze vallen op, zullen voor sommige vaste bezoekers als indringers worden ervaren. Vier metalen gebolde beelden van zo’n drie tot vier meter hoog, met uitlopers in scherpe punten, als splinters van een veel grotere bol. Alsof iemand met een mes lijnen heeft getrokken in de schil van een sinaasappel, en daar vier vormen uit heeft gepulkt.
De metalen beelden zijn met glimmende lak bespoten, steeds in een geleidelijke overgang van licht naar donker. De beelden van ozon (geel-), koolstofdioxide (groen), methaan (rood) en lachgas (blauw) vormen samen de ‘Garden of Earthly Worries’, de tuin van aardse zorgen. Libeskind noemt de beelden ‘indringers, totems, spoken’.
Libeskind: “Het is geen sentimentele nostalgische tuin, de overdaad aan broeikassen is een heel actuele bedreiging van onze planeet. De vormen balanceren op één punt, het is een wankel evenwicht.”
Libeskind had niet vaak zulke mooie baroktuinen gezien, amazing vindt hij ze. En praat snel verder. “Toen ik de tuinen zag, vroeg ik me meteen af hoe de bezoekers die ervaren. Zien ze het alleen maar als iets van het verleden? Een paradijs van vroeger, een meesterwerk in de tuinkunst, of is het ook een tuin van de toekomst? Onze relatie met de natuur is veranderd. We leven in het Antropoceen: er gebeuren door de mens ontstane rampen, de planeet wordt steeds kwetsbaarder. Dus ik hoop dat de mensen die hier komen genieten van de schoonheid tegelijkertijd nadenken. Want als je nadenkt, wil je handelen. De toekomst van de aarde hangt niet af van een godheid, of oude noties van de barok, wij zijn zelf verantwoordelijk.”
Openbare kunst
En ja, het is politiek, zo’n kunstwerk. “Architectuur is politiek. Niet in de zin van politici, maar vanwege de politeia, burgers. Architectuur is openbare kunst. En de openbare ruimte is de sleutel naar een goed functionerende stad. Mijn goede vriend, filosoof Jacques Derrida, zei altijd dat hij alle teksten die hij schreef wel ergens kon laten publiceren, voor schilders of muzikanten geldt hetzelfde. Maar architecten werken in de openbare ruimte, die moeten altijd rekening houden met de omgeving, het is een public art, openbare kunst.”
Engagement is onmisbaar voor goede kunst, aldus Libeskind. “Architecten moeten net als andere kunstenaars bewust zijn van het heden, ze moeten zich niet verschuilen in een fictieve wereld.” En in die hedendaagse wereld moet je zo af en toe ingrijpen, vindt Libeskind. “Hoe lang zullen we de vogels nog horen? We hebben zo veel kennis, technisch, wetenschappelijk, we kunnen zo veel, dit moeten we ook kunnen stoppen. Ik ben geen pessimist, je hebt een wil nodig.”
Libeskind had een lange aanloop nodig naar de grote architectuur. Hij werd geboren in Lódz, in 1946. Een Joods gezin, holocaustoverlevers, in een communistisch, antisemitisch land. Hij kreeg een accordeon. “Mijn ouders deden zo hun best niet op te vallen dat een piano in ons huis uitgesloten was.” Hij had talent als muzikant, won een prestigieuze Amerikaanse prijs.
In 1957 verhuisde het gezin naar een kibboets in Israël, vanaf 1959 woonden ze in de Bronx in New York. Pas op zijn 52ste voltooide hij zijn eerste gebouw, het Felix Nussbaumhaus in Osnabrück. “Ik moest alles zelf uitvinden, heb het karakter niet om, zoals gebruikelijk is, in de leer te gaan bij andere architecten. Ik heb het wel geprobeerd, maar vond het te saai.”
Dictators
Nu is hij een van de grote internationale ‘starchitecten’, met opdrachten over de hele wereld. Bij een avond in de Amsterdamse stadsschouwburg, een dag na de opening van de tuin in Apeldoorn, praat hij verder over zijn werk, en over de invloed en macht van architectuur. “Kijk, alle dictators waren geïnteresseerd in architectuur. Hitler, Mussolini, Trump.”
“Met gebouwen dirigeer je mensen. Maar dat betekent niet dat zij ook goede architectuur lieten maken. Je hebt het bouwen, en je hebt de architectuur. Die twee moeten samen gaan. Ze kunnen zonder elkaar, maar het resultaat is meestal verschrikkelijk.”
“Architectuur is geen koelkast of oven, die mensen alleen maar afkoelt of opwarmt. Er moet een verhaal in zitten. Een verhaal brengt betekenis aan het leven, geeft het leven zin. En de herinnering, de geschiedenis van een plek, is daar erg belangrijk bij. In de Griekse mythologie is architectuur, net als alle andere kunsten, het kind van de herinnering. Zonder herinnering zijn we niets.”
Holocaustmonument
Daniel Libeskind gaat ook kort in op de commotie rondom zijn ontwerp van het Holocaust Namenmonument, dat hij ontwierp op verzoek van het Nederlands Auschwitz Comité. Libeskind diende een plan in voor een labyrint van bakstenen muren in verschillende hoogte, met op elke steen de naam van een van de 102.000 in de Tweede Wereldoorlog vermoorde uit Nederland afkomstige Joden, Sinti en Roma. De aanleg ervan, nu gepland langs de Amsterdamse Wibautstraat, is op 28 februari stilgelegd omdat omwonenden protest hebben aangetekend tegen de kap van 24 bomen.
Libeskin zegt geschokt te zijn over de situatie. “Precies op die plek woonden 178 Joodse gezinnen. Het was nooit een park, het was geen tuin, het is een groenstrookje. De bomen worden bovendien teruggeplaatst, er komen zelfs méér bomen. We hebben de steun van de gemeente, en van de omwonenden, alleen een kleine groep blijft protesteren. Die mensen willen simpelweg geen monument, en dat is onvoorstelbaar. Een kleine groep bepaalt. Als de democratie goed functioneert, zal het monument er toch komen.”
“Nederland heeft het hoogste aantal Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog per inwoner. Er is zo veel racisme, onverdraagzaamheid. Ik ben verbaasd dat Nederland, dat ik ken als zo’n verdraagzaam, open, tolerant land, toch zo’n politiek probleem heeft. Het gaat niet over bomen, een parkje, een hondenuitlaatplek. Het gaat om de herinnering aan 102.000 mensen die zijn vermoord.”
‘The Garden of Eartly Worries’ is de komende drie jaar te zien in de tuinen van Paleis Het Loo, die zijn van april tot oktober te bezichtigen, ook vanaf het dak van het paleis. Het paleis zelf en het museum zullen rond 2021 weer openen.
Lees ook:
Holocaustmonument stuit op ontevreden buurtbewoners
Het nationale Holocaustmonument komt in de Amsterdamse Weesperstraat. Maar er is protest, tegen de plek en de omvang van het monument.