InterviewNederlandse muziek

Sopraan Van Veldhoven en organist Havinga maakten een album dat onze scharnierende tijd weerspiegelt

Sopraan Klaartje van Veldhoven en organist Matthias Havinga voeren een lied van Hendrik Andriessen uit in de St. Josephkerk in Haarlem.  Beeld Patrick Post
Sopraan Klaartje van Veldhoven en organist Matthias Havinga voeren een lied van Hendrik Andriessen uit in de St. Josephkerk in Haarlem.Beeld Patrick Post

Een enkele stem, begeleid door orgel. Die combinatie leverde een album op met bijzondere Nederlandse muziek. Opgenomen in de kerk waar Hendrik Andriessen organist was.

Peter van der Lint

Het lied Maria, schone Vrouwe van Hendrik Andriessen (1892-1981) galmt sereen door de katholieke St. Josephkerk in Haarlem. Sopraan Klaartje van Veldhoven en organist Matthias Havinga bevinden zich boven op het orgelbalkon van de kerk en proberen het lied samen een paar keer uit, zodat de fotograaf een ongedwongen foto kan maken.

Bijzonder dat dit lied hier klinkt, in de kerk waar Andriessen lang zelf organist was. De oude, middeleeuwse tekst zweeft op deze vroege middag meermaals tussen de gewelven door: ‘Maria, Maget soet / in Du is min vertrouwe / Ghij sijt so eeuwigh goet’.

De foto’s zijn gemaakt. Sopraan en organist gaan zitten om te praten over hun bijzondere nieuwe album Miroir de Peine, dat opent met dit simpele, maar wonderschone lied. De vrome Andriessen schreef het voor zijn vrouw terwijl hij in oorlogstijd geïnterneerd was, vertelt Van Veldhoven. “Hij weigerde lid te worden van de door de nazi’s ingestelde Kultuurkamer, en werd door de Duitse bezetter in Sint-Michielsgestel gegijzeld. Hij had geen idee of hij het zou overleven. Die onzekerheid en angst zette hij in 1942 om in noten, op een tekst die hem kennelijk veel deed. Die wetenschap geeft dit lied wel een extra lading. En het is zo gaaf dat we het hier hebben kunnen opnemen.”

Alleen Nederlandse componisten

Het idee voor het album en voor de samenwerking met organist Havinga begon met een ander werk van Andriessen.

Van Veldhoven: “Al lang had ik de wens om Andriessens Magna res est amor te zingen. Vanaf de eerste keer dat ik dat stuk hoorde, was ik erdoor gegrepen. Het stond op mijn bucketlist. En toen ik Matthias een keer zag spelen in de Amsterdamse Koepelkerk dacht ik er meteen weer aan. Een lied over de liefde als grootste goed, op een tekst van Thomas à Kempis. Vanuit die compositie zijn we gaan grasduinen naar geschikt repertoire. Zo vonden we bijvoorbeeld Hymne van Rosy Wertheim gezet op een vertaling van dezelfde tekst.”

Havinga: “Vanaf het begin van dit project – en dat was in het voorjaar van 2020 toen al onze concerten stopten – was het idee dat we alleen maar Nederlandse componisten wilden. In de Nederlandse muziekwereld zijn we behoorlijk gericht op grote componisten uit het buitenland. We vergeten soms in eigen land te kijken, waar Hendrik Andriessen, Henk Badings en Bertus van Lier grootheden waren. We begrepen al snel dat we ons voor dit programma tot een bepaalde stijl moesten beperken, omdat het programma anders veel te breed werd. Muziek die bij de stijl van Andriessen paste, uit de periode 1920-1960.

‘Als alles wegvalt, blijft de liefde over’

“Tijdens het zoeken stuitte ik op een liedcyclus van Badings. Hij componeerde de Drie Geestelijke Liederen in 1953 op teksten van de zeventiende-eeuwse mysticus Jan Luyken.”

Van Veldhoven: “Die teksten pakken je bij de lurven, en sloten mooi aan op de tekst over de liefde van Thomas à Kempis. Ze gaan over de breekbaarheid van het leven, en over ijdelheid: ‘D’ Arme mensch vergaapt zijn tijt / Aan het schoon der ydelheyd’. Het is zo actueel in onze wereld vol selfies die zo veel mogelijk geliket moeten worden. Wat doet er nou werkelijk toe? Tijdens de lockdowns was die vraag nog prangender. Als alles wegvalt, dan blijft het wezenlijke over: de liefde.”

Havinga: “Mensen zoeken naar identiteit. Familie, geloof, werk, je eigen plek in de wereld – al die zaken zijn onzekerder geworden de afgelopen decennia. Het is dan mooi om, ook specifiek als Nederlander, verbinding te zoeken met oudere wortels. Die teksten van Luyken, dat zijn wij.”

Klaartje van Veldhoven en Matthias Havinga in de Haarlemse St. Josephkerk. Beeld Patrick Post
Klaartje van Veldhoven en Matthias Havinga in de Haarlemse St. Josephkerk.Beeld Patrick Post

Het rijke kleurenpalet van het orgel

Het andere grote werk op het album is de liedcyclus Miroir de Peine van Andriessen. Gezet op gedichten van Henri Ghéon, over het lijden van Christus gezien door de ogen van zijn moeder. Net als bij Magna res est amor maakte Andriessen later ook een versie van Miroir de Peine met orkestbegeleiding. Hier klinkt dus de oorspronkelijke orgelbegeleiding.

Van Veldhoven: “Ik heb Miroir de Peine met orkest in Londen gezongen, en ga het in september ook nog met het Residentie Orkest doen. Het is voor mij de eerste keer dat ik voor deze liederen met een organist samenwerk, maar het is een openbaring omdat het orgel zo’n rijk palet aan kleuren heeft. We hebben steeds samen gekeken welke van die kleuren van het orgel het best bij de muziek paste. Ik ervaar deze samenwerking als heel voedend. Ik leer enorm veel.”

De vocale stukken worden afgewisseld met composities voor orgel solo. Van Veldhoven benadrukt dat het vanaf het begin echt een project van hen beiden moest zijn.

“Ik heb van Andriessen alles beluisterd”, zegt Havinga, “maar de Sonata da chiesa sprong er voor mij uit. Van Badings zocht ik twee Preludiums en Fuga’s uit, en de Toccata, een vroeg werk waarin hij nog naar zijn eigen stem zocht.”

‘Vrij is wie het wezen wil’

De musici zijn zich ervan bewust dat de combinatie Andriessen-Badings wat schuurt. De een gevangen gezet door de nazi’s, de ander die zich aansloot bij de Kultuurkamer.

Havinga: “Als er oorlog uitbreekt, reageert iedereen anders. Andriessen was een held, Badings een collaborateur. Maar we kijken wel met een dubbele moraal. Hoe vaak wordt Carmina Burana van Carl Orff niet uitgevoerd, die dicht tegen de nazi’s aan schuurde. In de vier componisten op ons album trekt de oorlog bij iedere componist een ander spoor. Badings was in de jaren vijftig en zestig naast Andriessen in elk geval nog steeds de meest uitgevoerde Nederlandse componist. Pas in de jaren zeventig ging men echt vragen stellen bij Badings’ handelen in oorlogstijd.”

Van Veldhoven: “We hebben goed over deze combinatie nagedacht. Uiteindelijk maak je een keuze voor de muziek. Ik zong het lied Vrijheid van Van Lier uit 1945 al in het Nationaal Kinderkoor, toen ik twaalf was. Toen vond ik het een moeilijk gedicht om te begrijpen, met de terugkerende zin: ‘Vrij is wie het wezen wil’. Nu begrijp ik het wel en zie ik hoe het resoneert met de recente lockdown en avondklok. Dit album weerspiegelt de tijd.”

Havinga: “We zijn nu niet in levensgevaar, maar onze tijd scharniert, net als in de oorlog”.

Het album verschijnt bij Brilliant Classics. Vrijdag 11 februari om 20.00 uur is het presentatieconcert in de Haarlemse St. Josephkerk. Gratis kaarten via www.andriessendeklerkstichting.nl.

Lees ook:

Zwelgen in Bachs mineurmuziek

In maart bracht sopraan Klaartje van Veldhoven in eigen beheer een cd met muziek van Bach uit. Ze wilde iets creëren. Het succes was groot. Vóór de zomer was ze al door de eerste voorraad heen. Een gesprek over het lekkere van mineur en de authenticiteit van een accordeon.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden