Tv-columnWillem Pekelder
Sisi als feministe avant la lettre, wie had dat gedacht?
Vlamingen hebben er een mooi understatement voor: een niet geheel suikervrije productie. Dan doelen ze bijvoorbeeld op de mierzoete Sisi-trilogie uit de jaren vijftig van regisseur Ernst Marischka. Hij dompelde actrice Romy Schneider onder in een bad van stroop, waarna een keizerin Elisabeth verrees, kleverig als een Mozartkugel.
Nú maken we, dankzij de mini-serie Sisi, kennis met een heel andere heerseres: eigenzinnig, stoer en lak aan protocol. “Ik ga niet in de Hofburg krab eten, zolang het volk lijdt”, hoorden we de keizerin zaterdag snauwen tegen haar schoonmoeder. Liever besteedt Sisi (Dominique Devenport) haar tijd aan het verplegen van Oostenrijkse oorlogsslachtoffers.
Ach, eigenlijk gaven de Duits-Oostenrijkse makers meteen al in de eerste scène hun visitekaartje af: Elisabeth, dan nog prinses van Beieren, bevredigt zichzelf in bed. Eenmaal gehuwd met de Oostenrijkse keizer Frans Jozef (Jannik Schümann) trekt ze als kamenierster een prostituee aan, bij wie haar man klant was. Tussen de twee vrouwen ontwikkelt zich een licht-erotische relatie.
Een keizerin van vlees en bloed
Ondanks deze populaire fictie blijft het drama over de 19de-eeuwse Habsburgmonarchie geloofwaardig. Dat komt doordat Sisi’s ‘moderne fratsen’ zijn ingebed in een kloppende historische tijdlijn van onrust en opstand in het Rijk. Dat alles tegen een decor van schitterende paleizen, weelderige kostuums en luisterrijke bals. Het is goed dat die entourage is gehandhaafd, al is het maar voor de liefhebbers van het mooie plaatje, maar het is ook goed dat regisseur Sven Bohse een keizerin van vlees en bloed tevoorschijn tovert.
Dat is waar het bij drama om draait: het vermenselijken van karakters. Dus niet om clichés of wat wij al (menen te) weten. Nee, een goede scenarioschrijver voegt iets verrassends toe aan het personage. Zolang hij trouw is aan de feiten, mag hij zijn fantasie over wat zich in de privévertrekken afspeelt de vrije loop laten.
‘Viva la mama!’
Zaterdag zagen we Sisi’s stille verdriet om het overlijden van haar dochtertje Sophie. Van Marischka’s Sisi-films kan ik me die droefenis niet herinneren. Wel het beeld van een moeder die op het San Marcoplein naar Sophie toe rent, waarna de omstanders uitbarsten in een collectief “Viva la mama!” Sisi als toegewijd moeder en eega, beeldschoon en romantisch.
Een eenzijdig beeld, vond destijds Sisi’s achterneef, de Beierse aartshertog Otto von Habsburg. Toen ik hem in 1999, ten tijde van de musical Elisabeth, mocht spreken, repte hij over de liberaal-politieke agenda van zijn oud-tante, die in geen enkele Sisi-productie aan de orde kwam. “Het is aan háár te danken dat Hongarije een aan Oostenrijk gelijkwaardige positie kreeg in de dubbelmonarchie”, vertelde de CSU-Europarlementariër.
In het door KRO-NCRV uitgezonden drama zien we die politieke gedrevenheid wel terug. Dankzij Sisi komt er een vredesverdrag met de rebellerende Hongaarse graaf Andrássy, en in de strijd tegen Napoleon neemt ze het voortouw door de Duitse Bond in te schakelen. Sisi als feministe avant la lettre, wie had dat gedacht?
De nieuwe serie is niet alleen mooi en spannend, maar tevens een filmische rehabilitatie van een Oostenrijks keizerin. Gemist? Terugkijken kan via NPO Plus. En: er is een tweede reeks op komst.
Een keer per week schrijft Willem Pekelder over televisie.