Schrijvershuis
Schrijvershuis in Nederland is geen traditie
Waarom zijn er nauwelijks openbare schrijvershuizen in Nederland? Te duur, te ingewikkeld, zegt directeur van het Literatuurmuseum Aad Meinderts.
Dat Jana Beranová haar woning na haar dood aan schrijvers doneert is ,,geweldig mooi,’' zegt directeur Aad Meinderts van het Literatuurmuseum in Den Haag. Want het vinden van werkruimte is voor schrijvers een nijpend probleem.
Meinderts noemt het een bijzonder idee dat niet alleen de woning, maar ook de inboedel van Beranová na haar dood intact moet blijven. Het is in Nederland niet gebruikelijk dat de nalatenschap van auteurs bewaard blijft. En ook niet dat hun huizen na hun dood geconserveerd en openbaar worden.
,,Nederland kent weinig van zulke schrijvershuizen, terwijl dit fenomeen in het buitenland veel gebruikelijker is. In bijvoorbeeld Frankrijk en België wordt het literaire verleden op deze manier groots en meeslepend gevierd. Dat doen wij veel minder.
‘Het heeft ook te maken met het betrekkelijk kleine Nederlandse taalgebied’
Misschien ligt het aan het calvinistische gedachtegoed in Nederland: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Maar het heeft ook te maken met het betrekkelijk kleine Nederlandse taalgebied. Duitsland heeft een auteur als Goethe, Frankrijk heeft George Sand, maar Nederland kent nauwelijks schrijvers die zijn doorgebroken bij een groter publiek.”
“Het is wrang om te zeggen, maar het bekendste schrijvershuis in Nederland is het Anne Frank Huis. Dat heeft natuurlijk een heel specifieke achtergrond. Dat geldt ook voor het Muiderslot: Dat was het zomerverblijf van P.C. Hooft, maar daar ga je vooral heen omdat je een kasteel uit die periode wil bekijken. Natuurlijk kom je daar ook in aanraking met het leven van Hooft, maar dat is toch niet het motief om zo’n plek te bezoeken.’'
Veel bestaande schrijvershuizen in Nederland lijden daarom een moeizaam bestaan, weet Meinderts. Nieuwe initiatieven zijn er dan ook nauwelijks. ,,Er is onvoldoende belangstelling voor dit soort musea. Ze lijdend een kwijnend bestaan. Neem het huis van Harry Mulisch: de kamers zijn er nog, maar de plannen om er een dagelijks te bezoeken museum van te maken zijn op niets uitgelopen.’'
De woning van Mulisch is virtueel te bezoeken
Dat doet Meinderts zeer, maar het Literatuurmuseum ontwikkelde een digitaal alternatief. ,,Na zijn overleden hebben we de werkkamer van Mulisch ontzettend goed gefotografeerd. Zodanig goed dat het mogelijk is om zijn woning nu virtueel te bezoeken. Het is zo goed gedaan, dankzij ongelooflijk veel foto’s, dat je echt het idee hebt dat je er ronddwaalt. Je kunt bovendien op voorwerpen klikken en iets over de achtergrond horen. Misschien is dat wel een methode die veel meer gevolgd moet worden.”
Want het in stand houden en openbaar maken van een schrijvershuis is extreem ingewikkeld, zegt Meinderts. “Dan moet je denken aan conserveringsmaatregelen, en klimaatregelingen. Voor je het weet ben je tonnen aan euro’s verder.’' En dat, vermoedt hij, is geen haalbare kaart. ,,Er is altijd een gevecht met gemeentes om subsidies rond te krijgen. Er is in Nederland kennelijk niet veel bereidheid om aan literair erfgoed grote bedragen te besteden.’'
Lees ook:
Ooit een vrolijke beestenboel, nu staat Maarten Biesheuvels ‘Sunny Home’ kaal te koop
Het beroemde ‘Sunny Home’ van de overleden schrijver Maarten Biesheuvel en zijn vrouw Eva staat te koop. Een museum komt er vooralsnog niet.