InterviewJon McGregor

Schrijver Jon McGregor ziet het alledaagse door tragedies heen: ‘Terwijl je rouwt moet er ook thee worden geschonken’

Jon McGregor in 2017. Beeld Getty Images
Jon McGregor in 2017.Beeld Getty Images

Zestien jaar geleden ging Jon McGregor met een schrijversbeurs naar Antarctica. Nu pas is er een roman. Over mannelijkheid en verlies. ‘Uiteindelijk vindt mijn held toch rust. Berusting in het wit dat hij ooit koesterde.

Peter Sierksma

Hoe herpak je je als je weet dat je na een beroerte nooit meer de oude wordt? Als je beseft dat je het avontuurlijke ­leven waar je zo aan verknocht was nooit meer zal kunnen oppikken? En wat doet dat met je directe omgeving? In zijn roman Het woord voor rood beschrijft de Britse schrijver Jon McGregor (45) zeer gedetailleerd de moeizame weg naar acceptatie en herstel van de stoere poolonderzoeker Robert, die door een zwaar ongeval ­getroffen is. Het slachtoffer moet niet alleen opnieuw leren lopen, maar ook leren spreken en herinneren. Een proces waarbij een doorslaggevende rol is weggelegd voor zijn echtgenote Anna, wier leven ook drastisch overhoop gegooid wordt.

Zoals het in McGregors bekendste roman Reservoir 13 (2018) ging om wat er gebeurt met de achterblijvers in het dorp als een meisje vermist raakt, zo draait het ook in deze nieuwe roman om nasleep en bijverschijnselen. Het woord voor rood begint op Antarctica, waar drie onderzoekers door een sneeuwstorm worden overvallen. Eentje (Thomas) overleeft het drama niet, een tweede (Luke) komt er goed vanaf, waarna de lezer met Robert mee terug naar Engeland wordt genomen om zijn nieuwe leven verder te volgen.

U bezocht het continent in 2004. Wat gebeurde er onderweg dat de roman zo lang moest wachten?

Jon McGregor, vanuit zijn studeerkamer in Nottingham: “Zeker lang geleden, dat kun je wel zeggen. Lange tijd heb ik dan ook gedacht dat een roman er niet meer van zou komen.”

Wat ging er mis?

“Na de goede ontvangst van mijn debuut Als niemand over opmerkelijke dingen spreekt kwam ik in aanmerking voor een schrijversbeurs naar Antarctica. Gefascineerd door de heroïek waarmee het werk omgeven was, voelde ik mij uitverkoren dat ik in december 2004 mee mocht met een team van wetenschappers naar een onderzoeksstation op Adelaide Island. Via South Georgia, de plek waar Shackleton in 1916 zijn rampzalig verlopen expeditie met de Endurance wist te overleven, voeren we per motorschip verder zuidwaarts naar de basis waar ik een maand zou verblijven tussen de landmeters, cartografen en klimatologen. Zou, want halverwege de tocht liep het schip vast in het ijs en moesten we terug. Je begrijpt, voor mij een grote desillusie; niet alleen het avontuur ging in rook op, maar ook het boek dat ik in mijn hoofd had. En dat alle voorbereidingen ten spijt.”

null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

U strandde niet lang voor Al Gore met zijn An Inconvenient Truth de stormvlag hees. Was de klimaatverandering het beoogde thema?

“Het was onder alle wetenschappers zeker het gesprek van de dag. Dus, ja, natuurlijk zou het daar ook over gaan. Maar wat mij minstens zo fascineerde, was het type stoere en onverschrokken Britse mannen dat zich tot dit soort expedities voelt aangetrokken. Bij de overlevingscursussen die ik bij de voorbereiding op mijn reis moest volgen, viel me op hoe diep de kloof was tussen de bekende heldensaga over poolreizigers als Scott en Shackleton en de grauwe, monotone werkelijkheid die talloze onderzoekers ervaren als ze eenmaal hun avontuurlijke pooldroom bereikt denken te hebben. Want ben je daar eindelijk, bijvoorbeeld als landmeter op zo’n basis, dan kun je de meeste tijd de hut niet uit vanwege de barre omstandigheden en zit je voor je het weet wat op je laptop te staren of onderling spelletjes te doen. En juist dan, als je eenmaal door de verveling in slaap gesukkeld bent, dán loert het gevaar. Het gevaar dat je even niet oplet, en, zoals in het geval van Robert, Luke en Thomas in mijn boek, door een sneeuwstorm of lawine wordt overvallen. Maar eenmaal thuis vond ik dat al met al te weinig voor een hele roman.”

Uiteindelijk werd Antarctica slechts het decor van een tragedie over de lange weg naar herstel.

“Als je een idee te lang weglegt of terzijde schuift, verliest het zijn belang. Tegelijkertijd schaam je je een beetje dat zo’n grote investering tot niets leidt. En dus verdiepte ik me heel bewust in andere, nieuwe thema’s die op het eerste gezicht weinig met mijn poolervaringen te maken hadden. Zo’n thema was de vermissing van het tienermeisje in het ondertussen geschreven Reservoir 13. Een groot menselijk drama dat als je de krantenberichten moet geloven enkel sensatie oproept. Maar die ophef wordt altijd gerelativeerd door de werkelijkheid van het alledaagse leven.”

Dat lijkt een platitude.

“Misschien is dat ook wel zo, maar wat ik bedoel is dit: na zo’n ingrijpende gebeurtenis als een vermissing, moord of ernstig ongeluk is alles en iedereen in rep en roer, in shock ook. Totdat de gewone dingen weer om aandacht roepen, zoals de boodschappen, het eten, de slaap of de koeien die hoe dan ook altijd weer op gezette tijden gemolken moeten worden.”

En dat contrast, die spanning tussen het drama en het simpele alledaagse ‘moeten’ zorgde voor nieuw houvast in Het woord voor Rood?

“Ja, dat bewustzijn is gedurende het hele schrijf­proces steeds sterker geworden. Ik herinner me dat een vriendin tegen me zei, nadat een van haar ouders over­leden was: dan sta je in de supermarkt en niemand die doorheeft dat je straks met je pak melk naar het huis gaat waar een lijk ligt opgebaard. Een gedachte die komt met de jaren. Terwijl je rouwt moet er ook thee worden geschonken en vuile was ligt er altijd. Dat idee. Het ­leven in alle complexiteit en eenvoud zoals Ierse schrijvers als John McGahern dat zo goed kunnen ­beschrijven.

Toen ik Reservoir 13 af had, raakte ik gefascineerd door een verhaal over de gevolgen voor mensen die een hersenbloeding hebben gehad of door een ongeluk ­hersenbeschadiging hebben opgelopen. Na zo’n trauma wordt alles anders. Het geheugen, het hele taalgebied van mensen wordt ontwricht en daarmee ook hun identiteit. Als je niet langer uit je woorden kan komen of alle herinnering aan flarden is getrokken, doet dat iets met het gedrag van jouw omgeving. Je wordt opeens als kind behandeld. Alles terug bij af. Het was het moment dat mijn Antarctica-ervaringen weer boven kwamen drijven. Ik besloot ze niet langer als doel te beschouwen, maar als het begin van een ander verhaal. Niet langer ging het om het grote, vaak met bravoure aangedikte avontuur waar klassieke Britse mannen zo graag bij een glas whisky over vertellen, maar over het terugwinnen van verloren vaardigheden op het moment dat er niets meer van je over is.

Het gevecht dat de ervaren poolonderzoeker Robert Wright met zichzelf voert, vind ik inmiddels veel interessanter dan de ijdele mythe van een vermeende held als Robert Falcon Scott, die als het erop aankomt enkel voor roem, koningin en vaderland zijn leven op het spel zet, en daarbij ook nog eens door slecht leiderschap een hele groep sleehonden en collega’s de dood injaagt.”

Jon McGregor werd in 1976 op Bermuda geboren, maar groeide als derde van vier kinderen op in Norwich, waar zijn vader zich als anglicaans priester vestigde. Na zijn studie mediatechniek in Bradford, debuteerde Jon op 26-jarige leeftijd met de roman Als niemand over opmerkelijke dingen spreekt. Een boek over het wel en wee van gewone mensen in een even gewone middelgrote stad in Engeland dat aan het slot van het verhaal overschaduwd wordt door een noodlottig ongeval. Het leverde McGregor als jongste schrijver ooit meteen een nominatie op voor de Booker Prize.

Na zijn debuut kreeg McGregor een beurs van de Engelse raad voor de kunst om een maand rond te kijken op het wetenschappelijk onderzoeksstation van de British Antarctic Survey. De expeditie strandde, maar het schrijven niet. Na de verwerking van het idee dat dromen niet altijd uitkomen in Vele manieren om te beginnen (2006) volgde de in met name Ierland met veel lof onthaalde roman Zelfs de honden (2010) over het straatleven van een groep ontaarde daklozen. Daarna volgde het eveneens voor de Booker Prize genomineerde, en met de Costa Novel Award bekroonde Reservoir 13. En nu dan is er de vertaling van Lean Fall Stand, ofwel Het woord voor rood, waarin de Zuidpool na zestien jaar bevriezing weer tot leven komt.

Zonder zijn vrouw Anna, die haar werk als oceanografe moet combineren met de zorg voor haar man, had hij het niet gered. Hoe kijkt u naar Anna?

“Zij is de sleutelfiguur in het boek. Alleen door haar ogen zie je werkelijk wat er van Robert over is. Hijzelf is lange tijd niet in staat dat in te zien of te accepteren.”

Robert staat op z’n minst nogal sceptisch tegenover de logopedische behandelingen en de groepstherapie die hij moet ondergaan.

“Mensen als Robert vinden al dat softe gedoe maar niks. Ze willen het zelf doen en als dat dan niet lukt, voelt dat als falen. Maar dankzij het geduld en de sociale intelligentie van Anna geeft hij zich over en krijgt hij uiteindelijk zelfs een glansrol in een toneelstuk waarin zijn groepsgenoten en medepatiënten bewogen worden tot een min of meer heilzame re-enactment of the past.”

U ontmythologiseert graag. Sterker, u vraagt best veel van de lezer. Het lijkt of u weigert alle stukjes van de puzzel op elkaar aan te laten sluiten?

Bescheiden lachend: “Entertainment is niet mijn sterkste kant. In het geval van Reservoir 13 waren veel ware thrillerlezers teleurgesteld, omdat ik me niet hield aan de gouden regels van het plot. Ik houd me eerlijk ­gezegd ook niet echt bezig met de structuren of gelaagdheden waar een roman volgens sommige critici aan zou moeten voldoen.

Van mij hoef je niet snel een romantisch verhaal te verwachten. In die zin voel ik me verwant met schrijvers die een bepaalde sfeer weten op te roepen zonder dat er direct sprake hoeft te zijn van een duidelijke oplossing of een happy end. Neem de observaties van Colum ­McCann of de Noor Per Petterson – net als die van ­McGahern zeer overtuigend.

De absurde dialogen die ik nodig had om de onmacht van zowel Robert als die van zijn collega’s aan zijn ziekbed te duiden, zijn wel vergeleken met die van Samuel Beckett in Waiting for Godot. Maar hoe eervol ook, bij mij wint uiteindelijk de wil om wel begrepen te worden het van het ultieme niet-verstaan. Zo vinden Anna en Robert elkaar in kleine gebaren zoals het strelen van ­elkaars handen en het zwaaien op afstand.”

Dus toch een happy end.

“Ik zou het eerder berusting willen noemen. Anna heeft altijd gewild dat haar man als hij lang weg was heelhuids thuis zou komen. En hoewel hij anders thuiskomt dan zij gehoopt had, maakt zij er het beste van. En zoals zij rust vindt in de samenkomsten van de quakergemeenschap, vindt Robert uiteindelijk ook enige rust. Niet in kennis of geloof, maar in de stilte van zijn herinnering. In het wit dat hij, ver weg, ooit zo koesterde.”

Lees ook:

Schrijverscolumn van Gerbrand Bakker

Ik heb een boek gelezen dat eigenlijk niet kan. Het heet Reservoir 13 en het is geschreven door Jon McGregor.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden