Opinie
Schaamteloos taalgebruik van Peter Verhelst
Het openingsbeeld is een wonder van schoonheid. Boven een weidse ronde waterpoel stijgt een even groot cirkelvormig lichtgrid langzaam naar de nok van het theater tot de stralen uit vier spots samenvloeien in één klare lichtkring op een keukentafel: het brandpunt van de wereld.
Het roept een onweerstaanbaar religieuze associatie op, ondanks de oorverdovende muziek. Maar die zal ophouden. Het beeld vraagt om verstilling, bezinning. In 'Aars!', door de Vlaamse regisseur Luk Perceval met Het Toneelhuis gemaakt, komt zo'n moment echter nooit. 'Aars' is één razende, dolgedraaide pijniging van de zintuigen.
De schaarse geluidsarme momenten zijn slechts aanzet om tot orkaansterkte te kunnen zwellen, terwijl de acteurs zich het merg uit de luchtpijp schreeuwen en een hel bliksemende stroboscoop onregelmatig het zicht op de natte arena versnijdt (wat overigens riskant schijnt te zijn voor epileptici volgens een pas vlakbij de entree opgeprikte waarschuwing).
Een 'anatomische studie' noemt schrijver Peter Verhelst zijn bewerking van Aischylos' trilogie 'Oresteia'. Alles wat aan voorchristelijke tijden herinnert is eruit gesneden, de rest uitgebeend tot het brandpunt van de samenleving, het gezin rondom de keukentafel: vader Agamemnon, moeder Klytaemnestra, zoon Orestes en dochter Elektra.
Niet bloedwraak is het die hen tot moord op elkaar aanzet, in 'Aars' is het liederlijke lust. ,,Wij zijn elkaars huisdier'', zegt Orestes aan het begin en dat zullen we weten.
In alle mogelijke standjes, kliederend en graaiend, glijdend en zwaaiend, met z'n vieren op schoot, als hondjes achter en over elkaar heen schuivend, is alles gefocust op het onderlijf. Immers de enige plicht van een man is, zegt een ritmisch schokkende Klytaemnestra ,,in- en uitademen, in en uit, in en uit.''
Het poëtische taalgebruik van Verhelst, mij doorgaans toch al te gezwollen, blijkt schaamteloos platvloers. En na zijn monumentale Shakespeare-marathon 'Ten oorlog' lijkt Perceval het spoor van eenvoud en soberheid volstrekt bijster.
'Aars' is een incestueuze stortvloed, wat je na tien minuten al geheel duidelijk is (bij de première zondag begon vanaf toen dan ook een gestage uittocht) en waaruit de spelers doorweekt tevoorschijn komen. Wat tijdens dit Holland Festival het tweede exempel van 'toptheater van de lage landen' had moeten zijn, is een smakeloos dieptepunt geworden.