InterviewRoel Maalderink
Satiricus Roel Maalderink: ‘Er moet iets op het spel staan, dan wordt het spannend’
Eerst de gulle lach, dan de boodschap. Het geheim van goede satire is gelaagdheid, weet Roel Maalderink, maker van het tv-programma Plakshot. Zondag begint een nieuwe reeks.
Satiricus Roel Maalderink zoekt in zijn tv-programma Plakshot graag het ongemak op. Hij doet zich bijvoorbeeld voor als ‘VVD-verslaggever’ en gaat dan met draaiende camera naar een FNV-betoging. “Ik hoor u over ongelijkheid”, zegt hij met een bralstem tegen een demonstrant, “maar er is natuurlijk ook heel veel gélijkheid.” En even later: “Wat ongezellig dat u steeds over geld begint. Kunnen we het niet over iets leuks hebben? Gaat u nog op vakantie?”
De scène komt uit het vierde seizoen van Plakshot, dat zondagavond op NPO3 begint. “In zo’n item kan ik veel van mijn ergernissen kwijt”, vertelt Maalderink op zijn kantoor in Amsterdam. “Zo’n goedlachse VVD’er met zijn goed-voor-mekaar-show is een feest om te persifleren. Hij komt met allerlei drogredenen aanzetten. Het leuke is: de mensen van de FNV denken dat ze echt met een VVD’er staan te praten. Dan gebeurt er iets, dan gaat het rollen, daar hou ik van.”
In een rijke Nederlandse traditie
De Nederlandse tv kent een rijke geschiedenis van programma’s met satirische sketches: Van Kooten en De Bie, Creatief met kurk, Jiskefet, Draadstaal, Koefnoen, Klikbeet, Promenade, Nieuw Zeer, Even tot hier. Wat Plakshot anders maakt, is dat de meeste sketches hier in de realiteit spelen. Maalderink betrekt er echte mensen bij die van niets weten. Daarmee staat hij in de Britse traditie van bijvoorbeeld Sacha Baron Cohen, bekend van creaties als Borat, Brüno en Ali G.
Met zijn gezicht strak in de plooi stelt hij voorbijgangers de idiootste vragen. Als Duitse nepverslaggever, DDR-microfoon in de hand, maakt hij bijvoorbeeld een item over de Nederlandse woningmarkt en vraagt dan: ‘Ist das ein Kauf- oder ein Hurhaus?’ Grappig genoeg neemt de geïnterviewde het krukkige Duits argeloos over: ‘Ein Hurhaus’.
Maalderink laat ook graag inconsequenties zien in het denken van mensen. “Je hoort vaak: je mag niks meer zeggen in dit land. Als ik dan doorvraag: wát dan niet, valt het stil. Dat vind ik leuk, zo’n dooddoener laten leeglopen. Een andere vraag was: wat vindt u van vluchtelingen? Iemand begon meteen over gelukszoekers. Toen ik even later vroeg waar hij zelf heen zou vluchten, zei hij: Portugal, lekker in de zon. Hij had niet door dat dat niet strookte met wat hij eerder zei.”
Eerst André van Duin, dan de Bas Heijne-laag
Het geheim van satire zit in de gelaagdheid, weet Maalderink. “Allereerst heb je een André van Duin-achtige laag nodig: iets grappigs waar je meteen om moet lachen. Daar bovenop komt dan de Bas Heijne-laag: je moet er ook nog iets mee willen zeggen, anders is het geen satire, maar gewoon een grap.”
In zijn geval – hij is opgeleid als mediajurist – bestaat de diepere laag vaak uit kritiek op de media. Vooral van de tv-wereld legt hij de absurditeit bloot. Het quasi-urgente gezwam in talkshows, de clichés van de rode-loperjournalistiek, de doelbewuste leugenachtigheid van ‘Ongeschoren Nederland’. En natuurlijk die niksige straatinterviews: luie journalistiek met de valse pretentie van representativiteit.
Idealiter werkt satire op meerdere niveaus tegelijk, illustreert Maalderink aan de hand van zijn favoriete scène van vorig jaar. Hij bezocht toen een grote bokswedstrijd als verslaggever van ‘Biboks-tv, het kanaal van de biseksuele boksliefhebber’. Het leek hem leuk om in die vechtwereld vol testosteron te vragen naar seksualiteit en de schoonheid van het mannelijk lichaam. Grappig én riskant: mensen zouden agressief of homofoob kunnen reageren.
“Het werd uiteindelijk een heel lief item”, zegt Maalderink. “Dat kan dus ook. Dit speelde in de tijd dat de KNVB de OneLove-actie schrapte en het gesprek over homofobie in de sport uit de weg wilde gaan. Ook op dat niveau werkte de satire. Bovendien leverden we impliciet kritiek op de versplintering van het medialandschap: iedereen z’n eigen kanaal, met Biboks-tv als de belachelijkste niche ooit.”
Geen studiopubliek
Plakshot heeft geen studiopubliek dat zich duidelijk laat horen wanneer iets grappig is bedoeld. De kijker is op zichzelf aangewezen om de boel te duiden. Daardoor zal niet iedereen elke satirische laag meekrijgen, maar dat vindt Maalderink niet erg.
Boven op de satire stopt hij in een item ook graag iets van zichzelf. Hij is bijvoorbeeld biseksueel. Dat maakt zo’n Biboks-filmpje voor hem extra interessant. Ook zijn klimmende leeftijd – hij is net 32 geworden – houdt hem bezig. Hij gaat ermee aan de haal in de nieuwe reeks afleveringen. Dan parodieert hij de jammerlijke pogingen van de NPO om een jong publiek aan zich te binden.
Vol zelfspot speelt Maalderink de 37-jarige presentator Sjoerd, die een trouwring draagt en krampachtig jong gaat zitten doen in een hippe studio. Daar interviewt hij twee succesvolle TikTok-meiden die denken dat ze in een nieuw NPO-format zitten. Sjoerd doet net alsof hij van hun generatie is door allerlei belachelijke straattaal uit zijn eigen jeugd te gebruiken. “Op een gegeven moment vraagt een van die meiden aan mij: ‘Maar jij bent toch geen Gen-Z?’ Dan zeg ik: ‘Ja, maar generatie is ook een gevoelsding hè…’ De kunst is om dan niet uit je rol te vallen.”
Onder zulke omstandigheden, als het hem persoonlijk aangaat, stijgt Plakshot tot de grootste hoogten, weet Maalderink. “Ik moet mijn ballen op het hakblok leggen. Dan staat er iets op het spel en wordt het echt spannend.”
Plakshot is vanaf zondag 21 mei wekelijks om 21.05 uur te zien op NPO 3 en YouTube.
Lees ook:
Mijn voorouder de kroegzanger: familie-onderzoek wekt geschiedenis tot leven
Wacht niet tot je grijze haren hebt voor je je stamboom uitpluist, zegt Jos Maalderink (36). Kleine geschiedenis helpt, ook als je jong bent, om de grote te begrijpen. En dan: die sensatie om te ontdekken dat een voorouder zwoegde op een scheepswerf.