RecensieKlassiek
Rockgitarist Dessner verzorgt als componist een wisselende avond
Birds of Paradise Festival
The Concertos of Bryce Dessner
★★★
Bryce Dessner is vooral bekend als gitarist van alternatieve rockband The National, maar in TivoliVredenburg werd donderdagavond zijn tweede leven gevierd: dat als componist van moderne klassieke muziek en filmmuziek.
De 46-jarige New Yorker mocht zelf een programma samenstellen met hoogtepunten uit zijn oeuvre voor het Birds of Paradise Festival – een concertreeks van vijf avonden in TivoliVredenburg en De Singel in Antwerpen. Muzikale excentriekelingen die niet voor één gat te vangen zijn, komen hier hun kunsten vertonen.
Birds of Paradise is bezig aan zijn eerste editie en de Grote Zaal is dan ook niet helemaal gevuld, maar er zit wel een heel gemengd publiek. Vlak voor het concert begint, neemt Dessner schuchter plaats op de eerste rij om te luisteren naar zijn Tromboneconcert, uitgevoerd door het Belgische orkest Casco Phil en Jörgen van Rijen, solo-trombonist van het Concertgebouworkest. Voor hem componeerde Dessner het stuk.
Misthoorn
Dessner benadrukt hoe de trombone kan samensmelten met andere instrumenten uit het orkest. De ritmische misthoorn van de trombone, waarmee het stuk begint, wordt af en toe overgenomen door de cello’s, dan door de fagotten, en soms speelt de trombone tegelijkertijd door, zodat je af en toe een paar seconden kwijt bent waar de melodie vandaan komt.
In het tweede deel contrasteert de trombone van Van Rijen juist met het orkest, dat dreigende dissonante glissando’s speelt terwijl de trombone breekbaar en intiem soleert. Later worden daar mysterieuze klanken aan toegevoegd door de gigantische gong en vibrafoon die Dessner gelijktijdig laat klinken.
Sowieso is Dessner een componist die de percussiesectie wel van werkgelegenheid weet te voorzien. In het Concert voor twee piano’s, voor het pianoduo Katia en Maria Labèque, rennen de drie percussionisten regelmatig heen en weer om elkaar op marimba, pauken, xylofoon en verschillende drums af te wisselen.
Mee knikkende hoofden
Dessners algehele stijl heeft iets van de post-minimalist John Adams, met veel staccato accenten die de muziek vooruitstuwen. De onderliggende puls wordt niet vaak expliciet maar is wel altijd voelbaar, zoals ook te zien is aan de vele meeknikkende hoofden in de Grote Zaal.
Voor St. Carolyn by the Sea neemt Dessner zelf plaats op het podium. In het concert voor orkest en twee gitaren bespeelt hij een van de gitaren. Opnieuw lijkt Dessner de solo-instrumenten te willen laten samensmelten met het orkest.
Maar wat in het Tromboneconcert zo goed lukte, werkt minder overtuigend met de piano’s en gitaren. Beide stukken vervallen een beetje in een kluwen van noten zonder duidelijke richting. Sporadisch zijn er momenten waarop het klikt, bijvoorbeeld als de gitaren en de pauken unisono roffelen, maar de algehele spanning vervaagt wat gaandeweg de avond.
Het laatste deel van het concert betreft een wereldpremière, maar is het minst enerverend. Dessner heeft het singer-songwriteralbum Complete Mountain Almanac dat hij eerder uitbracht bewerkt voor orkest. Pop en klassiek komen dus toch samen.
Die orkestrale toevoeging geeft een aantal nummers een klagelijke gedragenheid, die iets weg heeft van dramatische musicalmuziek of een powerballad uit de jaren negentig. Misschien was het toch beter geweest om die werelden van Dessner gescheiden te houden.
Lees ook:
Spectaculaire wereldpremière van Tan Duns tromboneconcert
Vrijdag werd dus alleen ‘Three Muses in Video Game’, het tromboneconcert dat Tan Dun voor Jörgen van Rijen schreef, te water gelaten. Maar een spectaculaire lancering werd het wel, en ook het programma eromheen, dat drastisch gewijzigd moest worden, klonk in de strakke en heldere leiding van de Zuid-Koreaanse gastdirigente Shiyeon Sung optimaal.