RecensieKlassiek
Raphaël Pichon en Pygmalion serveren een volmaakte cocktail van Europese barokmuziek
De meesters van Bach
Pygmalion/Raphaël Pichon
★★★★★
De ster van Raphaël Pichon en zijn geweldige ensemble Pygmalion is almaar rijzend en rijzend. Vorig jaar wonnen de Fransen maar liefst twee Edisons. Eentje voor hun meesterlijke opname van de Matthäus-Passion, en een voor het album met aria’s van Bach en Händel waarop sopraan Sabine Devieilhe (madame Pichon) een hoofdrol vervult. Dinsdag bracht Pygmalion in het Muziekgebouw in Amsterdam het tweede concert in de serie De wegen van Bach, en het was een overweldigende ervaring. Een meesterlijk bedachte én uitgevoerde cocktail van Europese barokmuziek.
De weg naar internationale roem voor het ensemble en zijn oprichter Pichon – ooit jongenssopraan en later countertenor – was geplaveid met bijzondere projecten. In 2011 leidde Pichon een geënsceneerde Johannes-Passion bij de Nederlandse Reisopera, en in 2017 werd het ensemble door Pierre Audi uitgenodigd door het Holland Festival voor een intrigerende uitvoering van Monteverdi’s Mariavespers in de Gashouder. Een jaar eerder zorgde hij met regisseur Jetske Mijnssen in Nancy voor een inkervende uitvoering van Luigi Rossi’s Orfeo, en op het festival van Aix-en-Provence is Pygmalion inmiddels kind aan huis. Deze zomer dirigeert Pichon Mozarts Le nozze di Figaro op de Salzburger Festspiele.
Wat je noemt een steile carrière, maar verwonderlijk is het niet als je zo’n concert als in het Muziekgebouw hebt mogen bijwonen. Overigens verhinderde opkomende koorts en hoestaanvallen om na de pauze weer in de zaal te gaan zitten, maar het gedeelte ervoor was eigenlijk al een afgerond concert op zich. Dit concert had als titel De meesters van Bach, en aan bod kwamen de Franse, Duitse en Italiaanse componisten en stijlen die Bach in zijn muziek incorporeerde. Muziek die hij in zijn leerperiode in Lüneburg leerde kennen.
Ingenieus aan elkaar gelijmde stukken
Het deel voor de pauze begon met Lully’s ouverture tot Psyché en eindigde met diens grote koor-passacaglia uit Armide. Ertussen kwam muziek langs van zulke onverenigbaar lijkende componisten als Bernhard, Praetorius, Pachelbel, Monteverdi, Reinken, Bruhns, Böhm en Schütz. Een vol uur aan verrassende stukken die zonder enige pauze in elkaar overgingen. Ingenieus aan elkaar gelijmd via zorgvuldig uitgezochte toonsoorten en op elkaar afgestemde sferen.
Zo ging een slaap-aria uit Lully’s Persée (fantastisch gezongen door tenor Zachary Wilder) moeiteloos over in een slaap-koor uit een cantate van Bruhns. En een juichkoor uit een motet van Pachelbel sloot naadloos aan op het psalm Beatus vir van Monteverdi. Zo bleef de luisteraar zich steeds verwonderd afvragen waarom die de link tussen deze muziek zelf nooit had gelegd. Dit was een uur gewijd aan les goûts réunis, de term die François Couperin ooit bedacht voor het versmelten van de verschillende barokstijlen.
De veertien zangers en veertien instrumentalisten voerden dit muzikale menu vol onbekende delicatessen met een groot gevoel voor stijl en verfijning uit. Af en toe glorieerde een solist, zoals countertenor William Shelton die op een werkelijk hemelse manier O Jesu nomen dulce van Schütz zong. Wat een volmaakt muzikaal uur was dit. Na de pauze volgde nog Carissimi’s oratorium Jephte en de allereerste cantate van Bach zelf. Helaas moeten missen dus. Op 8 april reizen Pygmalion en Pichon in hun derde concert in de serie met Bach mee naar Lübeck. Ook weer in het Muziekgebouw. Zorg dat u erbij bent.
Lees ook:
Raphaël Pichon kleurt de Duitse Matthäus naar een Franse Matthieu
Steeds zijn er weer jonge, onderzoekende musici die nog iets eigens over Bachs Matthäus-Passion te melden hebben. Raphaël Pichon voert de grote passie uit als een Franse tragédie lyrique.