Review
Puberale avonturen laten Mariecke koud
“De reden dat ik hier zit, is dat de dingen een beetje uit de hand gelopen zijn. Dat is niet echt iets voor mij, ik ben een beheerst type en als er iemand is die zichzelf in de hand heeft, dan ben ik het wel.”
Mariecke, de heldin van Mirjam Boelsums debuut 'Slangen aaien', is zeventien en zit op verdenking van moord opgesloten in een jeugdinrichting in Hessum.
Aan haar psychologe, die ze 'Lipstick' noemt, vertelt Mariecke in stukken en brokken wat er is gebeurd op de avond dat haar leraar Nederlands, Van Brunschot, in haar bijzijn in de branding van de zee verdronk.
Dat is vanzelfsprekend niet alles: volgens het beproefde recept van de literaire case study, waarin op de laatste bladzijde de ware toedracht wordt onthuld, kijkt de patiënte over haar schouder en probeert te bevroeden hoe het toch allemaal zo ver heeft kunnen komen.
Een voor een komen de factoren naar voren die Mariecke's tere kinderziel hebben geschaad en haar - net als haar naamgenote uit de middeleeuwse parabel 'Mariken van Nieumeghen' - op het slechte pad hebben doen belanden.
In dit geval liggen aan de wortels van het kwaad de ouders. Moeder is een neurotisch dametje, dat in haar verwende gedrag slechts wordt overtroffen door vader, een bekakte arts. 'De Specialist' heeft slechts oog voor zijn eigen carrière. Mariecke blijft, als product van deze twee egocentrische figuren, als een eenzaam wezeltje achter.
Op een dag laten haar moeder en De Specialist haar achter in het kosthuis van mevrouw Dendermonde. In haar eenzaamheid klampt Mariecke zich vast aan stoere vriendinnen. Met name de al wat oudere Daniëlle, die ze ontmoet tijdens een dodelijk saaie vakantie in het onheilspellend genaamde Valtirano, oefent op haar een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.
Als Mariecke haar voor het eerst ziet, vist Daniëlle een slang uit een beek, kijkt het beestje diep in de ogen, en begint de schubben te aaien. Symbolischer kan het natuurlijk nauwelijks.
Deze Daniëlle mag geen Moenen heten, maar ze weet in het vervolg van deze korte roman Mariecke met duivels gemak over te halen domme dingen te doen. Te veel drinken, in drugs handelen en, verkleed als hoeren, mannen beroven - dat is wel zo'n beetje het soort ondernemingen, waarin zij zich vervolgens samen begeven.
Het is opvallend dat Mariecke al haar puberale avonturen noch met plezier, noch met afkeer ondergaat. Het laat haar allemaal koud. Of ze nu haar haar groen verft, of door Van Brunschot onder haar truitje wordt gezeten - ze haalt er haar schouders over op. De naïeve toon waarop zij dit alles vertelt, geeft alle scènes die aan haar veronderstelde 'gekte' worden gewijd een dubbelzinnige klank.
De meest voor de hand liggende oorzaak voor die dubbelzinnigheid is het wankelmoedige karakter van Mariecke. “Cliënte heeft de neiging af te dwalen”, staat er niet geheel ten onrechte in het psychiatrisch rapport. Ze is in de war, en we moeten - net als de psychologe Lipstick - blijven twijfelen aan haar woorden.
Waarom, moet je je afvragen, maakt ze afdrukken van klei van al haar lichaamsdelen en laat die in een magnetron ontploffen? Waarom gaat ze naar bed met een junk die haar zojuist heeft gepoogd te beroven? Waarom blijft ze bij die criminele Daniëlle?
Mariecke schijnt het zelf allemaal niet te begrijpen. Nadat ze heeft gezoend met een jongen met een te klein neusje, voor honderd gulden tequila op straat heeft uitgekotst, en 'zo, dat is eruit' heeft gezegd, staat er: “Het was alsof ik een mop verteld had, die ik zelf niet snapte.”
Mirjam Boelsums is waarschijnlijk de enige die Mariecke werkelijk kan doorgronden. Zij is per slot van rekening haar schrijfster. Zo bezien is de kinderlijke blik die Mariecke op de wereld heeft, niet alleen een kwestie van leeftijd en geestelijke gesteldheid, maar vooral ook een kwestie van compositie en stijl.
Boelsums heeft een vlotte pen - haar romanrecept bevat een snufje modern bizar en een scheutje trieste hilariteit - maar weet je niet daverend aan het lachen te krijgen of te ontroeren. Mariecke's ongeluk gaat je nergens aan het hart. Boelsums is kennelijk gefascineerd door de psyche van haar romanpersonage, maar wekt net als Mariecke de indruk in wezen een 'beheerst type' te zijn, die op papier eens lekker dol doet. Echt overtuigend werkt dat niet.
Het is niet verwonderlijk dat Lipstick vlak voor het einde van 'Slangen aaien' dreigt het bijltje van de therapie er maar bij neer te gooien. Ze ziet geen kans lijn te brengen in de chaos van Mariecke's uitspraken. Het verhaal van de dood van Van Brunschot hoeft ze even niet meer te horen.
Waarom niet? “Er bestaat geen waarom”, zegt Lipstick tegen Mariecke. “Dingen gebeuren of gebeuren niet, precies zoals jij steeds beweert. Dáárom bestaat, verder niets.”
Daar moeten we het dan maar mee doen.