Prokofjevs revolutiemuziek met sirenes en kanonnen
Sirenes, machinegeweren, kanonnen, marcherende soldaten. Het is niet het standaardgeluid dat je uit een symfonieorkest hoort komen.
Maar de ‘Cantate voor de twintigste verjaardag van de Oktoberrevolutie’ van Sergej Prokofjev schrijft dit voor. Een leuk feestje voor de slagwerksectie van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat het vrijdag zal uitvoeren tijdens het Gergiev Festival.
Ronald Ent, slagwerker van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, opent in De Doelen de kast met klein slagwerk. Een enorme verzameling trommels, bekkens, triangels en andere vreemde dingen waarop je kunt slaan, komt tevoorschijn. In de deur hangen stokken, brushes en ander gereedschap. Met zorg zoekt hij wat stokken uit, want hij gaat iets bijzonders laten horen. Ratatatatatata….. klinkt het als hij de high-tension snaredrum bespeelt. Precies een machinegeweer. En dat is ook de bedoeling, want zo wilde Prokofjev het hebben in de ‘Cantate voor de twintigste verjaardag van de Oktoberrevolutie’, die het Rotterdams Philharmonisch Orkest vrijdagavond zal laten horen.
Onraad
Bij een stuk met een dergelijke titel ruik je onmiddellijk onraad. Zo'n overduidelijke geste naar het Sovjet-regime moet geschreven zijn door een middelmatig componist, die zijn principes verloochende. Maar de maker was Sergej Prokofjev, een van de beste componisten van de twintigste eeuw. Hij schreef het in 1937 uit vrije wil, een jaar nadat hij was teruggekeerd naar de Sovjet-Unie.
Het enorme koor zingt over het verloop van de revolutie: ‘Bezet de telegraaf- en telefooncentrale…. vecht tot de dood, maar laat de vijand er niet langs’. Het bezingt de overwinning van de bolsjewieken: ‘Kameraden, we gaan nu de lente tegemoet...’. Er klinkt een eed van Stalin en tot slot een loflied op de nieuwe grondwet van 1936.
Vooral bij het deel over de revolutie schreef Prokofjev beeldende muziek. Je hoort de arbeiders letterlijk marcheren; machinegeweren gaan af, sirenes loeien.
En toch was het regime helemaal niet blij met het stuk. Prokofjev had zich namelijk niets aangetrokken van de ongeschreven regels voor een jubelstuk over de revolutie. Hij gebruikte letterlijke frases van Lenin en Stalin, dat bleek een doodzonde. En hij beschreef de geschiedenis in plaats van het gelukkige leven in de Sovjet-staat. De componist die met zijn westerse automobiel en ‘moeilijke’ muziek toch al enigszins verdacht was in Moskou, kon het verder wel vergeten.
Het stuk verdween in de kast en kwam er pas in 1966 weer uit. Dertien jaar na de dood van de componist werd het werk voor het eerst – zij het zonder de Stalinteksten - uitgevoerd. Daarna werd het opnieuw tamelijk stil. Op plaat verscheen de ingekorte versie onder leiding van dirigent Kirill Kondrasjin, maar pas in 1992 verscheen de eerste complete cd-opname onder leiding van Neeme Järvi.
Beeldende revolutie
Tegenwoordig moet het stuk het hebben van de Russische dirigent Valery Gergjev, die het zoveel mogelijk promoot. Hij dirigeerde het ruim een week geleden in de Londense Proms en deze week brengt hij de cantate met het Rotterdams Philharmonisch Orkest in het Gergiev Festival.
Ent is al een paar weken bezig om het slagwerkaandeel van de partituur te doorgronden. Prokofjev laat de revolutie zo beeldend horen, dat er naast de paukenist maar liefst negen slagwerkers nodig zijn om alle geluidseffecten tot klinken te brengen. Grote en kleine troms, tamtams, een tamboerijn, een sirene: het gaat er straks ruig aan toe. Ent: “Er zitten waanzinnige vondsten in. Prokofjev heeft zulke lekkere, groovy ritmes verzonnen. Hij schrijft zo organisch, dat je lichaam er vanzelf van gaat bewegen. Ik vind het heel gaaf om dit te spelen.”
Het spelen van de cantate is nog altijd pionierswerk. Omdat het stuk nauwelijks wordt uitgevoerd, is er geen uitvoeringspraktijk. Er is zelfs geen foutloze slagwerkpartij voor handen.
Ent: “De muziek waaruit we spelen heeft alleen Russische tekst. Soms zijn er met de hand noten aan toegevoegd, andere onderdelen ontbreken helemaal. Daarom luister en kijk ik naar de youtube-opname van Gergjev met het London Symphony Orchestra. Want daarop hoor en zie ik precies hoe Gergjev het wil hebben. En dan klopt het, want Gergjev is bijzonder precies in het overbrengen van de bedoelingen van de componist. Hij nam ooit voor ons een hele trolley met partituren van Prokofjev’s Romeo en Julia mee, die hij uit de Russische archieven had gehaald. Want die waren beter dan de westerse.”
Openstaande vragen
Als je weet hoe het moet klinken, blijven er nog genoeg vragen over. Hoeveel mensen zijn er nodig en hoe verdeel je de partijen over de slagwerkers? Normaal red je het wel met enkele slagwerkers naast de paukenist. Nu bleken er drie mensen met een kleine trom, twee met een grote trom, twee tamtamspelers, een bekkenist en iemand voor klokkenspel en tamboerijn nodig. Een van de tamtamspelers neemt straks ook nog de sirene en het machinegeweer voor zijn rekening.
Voor het machinegeweer staat in de slagwerkpartij met de hand wel een ritme genoteerd, maar waarop je die noten spelen moet, staat er niet bij. Ent: “Daar heb ik lang over nagedacht. In mijn vakantie zag ik een nieuw filmpje van 'The Secret Drum Corps' uit Basel. Die gebruiken high-tension snaredrums. Dat leek me toen het geschikte instrument.” En daar klinkt het ratatatatata inderdaad heel overtuigend op.
Nog zo’n merkwaardige: het marcheren. Ent: “Dat is makkelijk: dat wordt staande stampen op de vloer, met alle slagwerkers.”
Het orkest heeft niet alle instrumenten in huis. De high-tension snaredrum werd geleend, de sirene moest worden gehuurd. Het orkest heeft drie slagwerkers in dienst, zes freelancers doen straks mee. Is het stuk al die moeite en die enorme bezetting eigenlijk wel waard? Behalve het uitgebreide slagwerk moeten er ook nog vier accordeonisten en zes extra trompettisten aangetrokken worden.
“Dat is het zeker,” zegt de slagwerker. “Na een paar dagen studeren zie ik deze cantate meer en meer als een vergeten meesterwerk. Aan het einde krijg ik net zulk kippenvel als bij de Tweede symfonie van Mahler.”
Oktoberrevolutie
Prokofjev schreef het stuk in 1937. Hij zal zich ongetwijfeld hebben herinnerd wat hij twintig jaar eerder had meegemaakt. Tijdens de Oktoberrevolutie zat hij veilig in het zuiden van Rusland, maar tijdens de Februarirevolutie woonde hij in Petrograd. In zijn dagboek beschrijft hij hoe hij op een nacht door de stad zwerft in een poging via een veilige route thuis te komen. “Net toen ik in de buurt kwam, begonnen er schoten te knallen, het ene na het andere, in een paar salvo’s. De menigte stormde van het plein naar de Millinnajastraat. Ik zette het eveneens op een lopen, zonder overigens bijzondere angst te voelen.”
Prokofjev was blij dat de tsaar was afgezet en er een republiek kwam. De Tijdelijke Regering van mensjewieken leek hem uitstekend. Bij de Oktoberrevolutie uitte hij zich heel anders. Hij wilde toen net naar Moskou om er concerten te geven, maar de berichten over vuurgevechten en plunderingen waren zo ernstig, dat hij halverwege de treinreis afbrak en terugging. In december 1917 is zijn plan gemaakt: “Naar Amerika! Natuurlijk!... hier slachting en kaalslag, daar het culturele leven…”
Toch kwam Prokofjev keer op keer terug in de Sovjet-Unie en in 1936 liet hij zich overhalen om er te blijven. Waarom hij die stap nam, is niet helemaal duidelijk. Een liefhebber van het Sovjet-regime was hij niet, hij wist van de enorme repressie en censuur. Had hij heimwee? Dacht hij een vrijgestelde positie te zullen krijgen als beroemde componist?
Het was een vergissing, bleek al snel. De censuur zat hem enorm dwars. Zelfs een onschuldig werk als Romeo en Julia moest hij aanpassen. Om zijn positie te verbeteren, besloot hij voor de twintigste verjaardag van de revolutie een cantate te schrijven. Ook dat heeft hem niet geholpen.
Het grootste slachtoffer van zijn remigratie, was zijn vrouw Lina. In Moskou scheidden ze van elkaar en kort daarna belandde ze in een strafkamp in Oost-Siberië, waar ze pas na de dood van Prokofjev uit kwam.
Het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival duurt van 14 tot en met 17 september en staat in het teken van de Russische Revolutie die honderd jaar geleden plaatsvond. De componisten Stravinsky, Prokofjev en Sjostakovitsj spelen de hoofdrol, maar er is ook aandacht voor onbekendere componisten. www.gergievfestival.nl
Beluister hieronder The London Symphony Orchestra onder leiding van Valery Gergiev, die in 2007 de Cantate voor de 20ste verjaardag van de Oktoberrevolutie speelde. Na ruim 13 minuten klinkt de mitrailleur, na 17 minuten de sirene, na 22 minuten het marcheren van de soldaten.