TaalTon den Boon
Precariërs aller landen verenigen zich (nog) niet
Kenden we vroeger slechts een maatschappelijke boven-, midden- en onderklasse, in een onlangs verschenen rapport onderscheidt het Sociaal en Cultureel Planbureau maar liefst zeven sociale klassen. De ‘onderste’ daarvan, bestaande uit mensen die in allerlei opzichten maatschappelijk kwetsbaar zijn, wordt aangeduid als het precariaat. Dat woord is een samentrekking van de woorden precair en een oude bekende naam uit de klassenstrijd: proletariaat.
Het Nederlands heeft precariaat rond 2005 ontleend aan het Frans. In die brontaal hebben linkse activisten het woord précariat rond 1970 gevormd op basis van précaire (onzeker) of précarité (onzekerheid). De term proletariaat, die in het industriële tijdperk werd geïntroduceerd als naam voor de klasse van arbeiders die door het (groot)kapitaal werden uitgebuit, voldeed namelijk niet meer. In de postindustriële samenleving zijn de allerkwetsbaarsten immers geen arbeiders die zich kunnen organiseren en zo een vuist maken, maar ongeorganiseerde, laagbetaalde flexwerkers en mensen die afhankelijk zijn van uitkeringen en toeslagen. Of de postindustriële revolutionaire leus ‘Precariërs aller landen, verenigt u!’ ooit ingeburgerd zal raken, is dus ook nog maar de vraag.
Precair wordt in de omgangstaal meestal gebruikt in de betekenis onzeker, zorgwekkend en hachelijk (een precaire gezondheid, situatie) of delicaat (een precair onderwerp). Het woord gaat via het Frans terug op het Latijnse bijvoeglijk naamwoord precarius, dat ‘uit of door gunst verkregen’ betekent, maar dat ook gebruikt werd in de ongunstige betekenis ‘van willekeur afhankelijk’ en dus ‘onzeker’. Die laatste betekenis staat weer op de voorgrond in de betekenis die precair dankzij de opkomst van het precariaat heeft in nieuwe combinaties als ‘precaire arbeid’ en ‘precaire arbeidsomstandigheden’, namelijk flexibel/onzeker en laagbetaald.
Peter-Arno Coppen en Ton den Boon helderen grammaticale geschillen, etymologische enigma’s en andere taaltwijfels voor u op. Ook een taalvraag? Mail peter-arno.coppen@ru.nl of tdb@taalbank.nl.