null Beeld Werry Crone
Beeld Werry Crone

Klassiek & zoPeter van der Lint

Poepzakjes zijn meestal een zegen, maar soms ook helemaal niet

Peter van der Lint

Het leven van een criticus gaat niet altijd over rozen. En rozengeur was ver te zoeken bij het incident dat afgelopen week de wereldpers haalde. De shit-storm die de confrontatie tussen een choreograaf en een danscriticus in Hannover veroorzaakte riekte meer naar iets wat je bij dat woord verwacht. Shit dus.

Marcus Goecke, de choreograaf in kwestie, bood zijn excuses aan. Maar het bestuur van Staatsoper Hannover, waar hij baas over de dans was, heeft hem ontslagen. Wiebke Hüstler, de critica in kwestie, heeft aangifte gedaan en is niet van zins die in te trekken. Goecke erkent ten volle dat hij te ver is gegaan toen hij het volle poepzakje van zijn oude teckeltje Gustav in het gezicht van Hüstler smeerde. Maar hij vertelde er meteen achteraan dat Hüstler al jaren uiterst negatief over zijn choreografieën schrijft – beledigend, schadelijk, denigrerend en haatdragend waren de bijvoeglijke naamwoorden waarmee hij haar recensies omschreef.

Goecke had twee premières vlak achter elkaar. Voor het Nederlands Dans Theater maakte hij In the Dutch Mountains (afgelopen maandag vijf sterren in Trouw) en in Hannover ging een paar dagen later Glaube – Liebe – Hoffnung in première. Hüstler was voor de Frankfurter Allgemeine naar Den Haag afgereisd en had gehakt gemaakt van de choreografie. Om een paar dagen later al weer op te duiken in Hannover om waarschijnlijk opnieuw haar pen in zure gal te dopen. Toen Goecke – die nog aan het bijkomen was van die dodelijke Haagse recensie – zijn kwelgeest daar in de foyer zag, flipte hij. Onaanvaardbaar gedrag was het gevolg, dat moge duidelijk zijn.

Eeuwigdurende kortsluiting

Maar als het waar is dat Hüstler alleen maar negatief over Goecke schreef, en dat jaren achter elkaar, kun je je afvragen waarom zij helemaal naar Den Haag afreisde. En waarom zij na die negatieve ervaring vrolijk naar Hannover toog om zich opnieuw te ergeren aan het werk van Goecke. Misschien had de krant hier moeten ingrijpen en iemand anders moeten sturen. Want soms kan een kunstenaar in de ogen van een criticus onmogelijk iets moois creëren. Eeuwigdurende kortsluiting tussen de maker en de criticus. Dat is voor beiden niet goed, maar bovenal heeft de krantenlezer er geen moer aan. In dat geval worden de kritische beschouwingen te persoonlijk en nemen ze de vorm aan van tendentieuze verslaggeving.

Nee, fysiek aangevallen ben ik nooit. Misschien omdat ik in sommige gevallen besloot om over bepaalde gezelschappen niet meer te schrijven. Want wat heeft de lezer aan weer een negatieve beschouwing? Soms vroeg een maker mij of het mogelijk was om samen eens een kop koffie te drinken, om de kou uit de lucht te halen, maar op dat soort verzoeken ben ik nooit ingegaan. De krant stuurde in het vervolg iemand anders naar de voorstellingen.

De verhouding tussen maker en criticus berust op professionaliteit. Als ik eens minder positief schreef over bijvoorbeeld het optreden van een dirigent, en ik moest hem maanden later interviewen over iets anders, dan leverde dat geen problemen op.

Slechts één keer ben ik in een vol theater keihard uitgescholden door de baas van het spul daar. Dat was behoorlijk intimiderend. Na de onder-de-gordel-verwensing voegde hij me toe dat ik nooit meer in zijn theater – de Muntschouwburg in Brussel – welkom was. Door dat grensoverschrijdende gescheld was dat voor mij sowieso onmogelijk geworden. Ik schrok uiteraard enorm van die geheel onverwachte uithaal, maar gelukkig was de schreeuwer geen hondenbezitter.

Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden