Tentoonstelling

Piet Mondriaan mag best inschikken voor deze genegeerde vrouwelijke tijdgenoten

Jacoba van Heemskerck, De zee, z.j.,collectie Kunsthandel Fransen. Beeld Jacoba van Heemskerck
Jacoba van Heemskerck, De zee, z.j.,collectie Kunsthandel Fransen.Beeld Jacoba van Heemskerck

Konden vrouwen een serieus kunstenaar zijn? Dat sprak lang niet voor zich. In Deurne en Drachten is het werk van vierentwintig vrouwen te zien van tussen 1900 en 1950, dat zó bij de al bekende mannelijke collega’s kan.

Joke de Wolf

Voetballen, leidinggeven én schilderen, dat konden vrouwen maar beter aan mannen overlaten. Dat was het idee, zelfs toen vrouwen eind negentiende eeuw eindelijk net als de mannen naar de kunstacademie mochten. En áls vrouwen al kunst maakten, dan was het een hobby, geen beroep of roeping. Tenminste, dat vonden veel mannen.

Dus keek er in 1937 niemand raar op toen – naast tientallen mannen – ook drie vrouwelijke kunstenaars meededen aan een groepstentoonstelling en een criticus schreef: ‘Drie vrouwen exposeerden mee met de schilders’. Dat seksisme was typisch voor die tijd, zou je denken. Maar in 2013 was er weinig veranderd. Want ook toen waren er in de tentoonstelling Palet van het interbellum van de 53 getoonde kunstenaars slechts drie vrouw.

De musea die de tentoonstelling organiseerden, museum Dr888 in Drachten en Museum De Wieger in Deurne, besloten een inhaalslag te maken. Ze hebben nu het werk van maar liefst vierentwintig vrouwelijke kunstenaars uitgekozen van de eerste helft van de twintigste eeuw dat minstens zo goed is als dat van de mannelijke kunstenaars.

Sommige van hen, zoals Charlie Toorop en Charlotte van Pallandt, kregen al langer de aandacht die ze verdienden, sommigen, zoals Alida Pott, Nola Hatterman en Jo Koster doken de afgelopen paar jaar al vaker op bij tentoonstellingen. Toch zijn er genoeg namen en kunstwerken die voor de meesten volkomen nieuw moeten zijn. Trouw koos hieruit drie kunstenaars die hun plek in de canon tussen Karel Appel, Isaac Israëls en Kees van Dongen dubbel en dwars verdienen. Zelfs Piet Mondriaan zou best een beetje kunnen inschikken.

Verspringende tentoonstelling

De werken van de vierentwintig vrouwen zijn gelijk verdeeld over twee kleine musea. Halverwege de loop tijd van de tentoonstelling, tussen 12 en 19 september, worden de werken omgewisseld - wat in Drachten hing, hangt dan in Deurne en andersom. De werken van Sluijter, Van der Gaag en Van Heemskerck hangen nu nog in Deurne en zijn vanaf 20 september in Drachten te zien. Zie hierover meer op vrouwenpalet.nl

Anna Sluijter, Landschap met rode weg, Blaricum, ca. 1914.  Beeld  Simonis & Buunk, Ede
Anna Sluijter, Landschap met rode weg, Blaricum, ca. 1914.Beeld Simonis & Buunk, Ede

Anna Sluijter (1866-1931), ging haar eigen weg

De kleuren zijn opmerkelijk helder. Hoewel de landschappen zelf niet uitzonderlijk moeten zijn geweest, maakte Anna Sluijter er verrassende schilderijen van. Minder helder is haar levensverhaal. Ze deed al in 1890 en 1891 mee aan tentoonstellingen in Maastricht en Rotterdam, maar wat ze daar exposeerde weten we niet.

Wel is duidelijk dat ze lid was van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht en met een vriendin een fotostudio opende in Amsterdam – iets dat tot dan toe alleen mannen deden. Anna Sluijter ging haar eigen weg. Ze werd in 1913 lid van ‘De Onafhankelijken’, een kunstenaarsvereniging die toegankelijk was voor iedereen – dus ook voor vrouwen, al mochten ze niet in het bestuur. Haar zoon, die ze ‘ongehuwd’ had gekregen, begeleidde ze tijdens zijn reizen naar concerten door Europa: hij was violist, zij nam haar schildersspullen meer.

Sluijter woonde de tweede helft van haar leven in en om het kunstenaarsdorp Blaricum. Na haar plotselinge dood verdween ook haar kunst uit het zicht. Op het Landschap met rode weg schilderde ze een weg in het Gooi, maar het zou overal kunnen zijn. En het maakt nieuwsgierig naar haar verdere werk.

Lotti van der Gaag, De denker, 1951, brons en zink, Fotograaf: Bob Goedewaagen Beeld Collectie Stedelijk Museum Schiedam
Lotti van der Gaag, De denker, 1951, brons en zink, Fotograaf: Bob GoedewaagenBeeld Collectie Stedelijk Museum Schiedam

Lotti van der Gaag (1923-1999), de concurrent van Corneille

De kunstenaars van Cobra waren mannen, zo klonk het lang: Karel Appel, Corneille, Asger Jorn, en nog vele anderen. Zelfs in het overzichtswerk dat in 1974 verscheen, werd Lotti van der Gaag niet genoemd. Samenstelster Willemijn Stokvis noemde dat later een ‘ernstige omissie’ en weet het aan ‘het egocentrisme’ van de mannelijke kunstenaars dat ze Van der Gaag niet liéten meedoen.

Corneille vond het op zijn beurt ‘ernstige geschiedsvervalsing’ om Van der Gaag alsnog een Cobrakunstenaar te noemen, ze had volgens hem nooit meegedaan aan een Cobratentoonstelling. Eugène Brands, ook Cobrakunstenaar, gaf later toe: ‘We kwamen niet op het idee dat een vrouw creatief kon zijn. Als een vrouw goed werk maakt, wordt hun werk minder – zoiets.’

Lottie van der Gaag (1923-1999) tussen haar beelden in haar atelier, 1960. Beeld Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Henk Hilterman
Lottie van der Gaag (1923-1999) tussen haar beelden in haar atelier, 1960.Beeld Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Henk Hilterman

Van der Gaag had al in 1950 een bejubelde solotentoonstelling in Den Haag. Toen ze in het Amsterdamse Stedelijk de beelden van Ossip Zadkine zag, wist ze: daar wilde ze les van krijgen. Ze reisde naar Parijs, Zadkine gáf haar les, leerde haar ‘gaten’ in haar beelden te maken. Van der Gaag kreeg een atelier in hetzelfde complex als Appel en Corneille.

Een huwelijksaanzoek van kunstenaar Kees van Bohemen, met wie ze een dochter kreeg, wees ze af, ‘Dan moest ik ophouden met werken. Dat vond ik onredelijk.’ Ze maakte beelden van fantasiewezens, soms dierlijk, soms menselijk, zoals ‘De Denker’, en kreeg grote exposities in Amsterdam en Den Haag. Later tekende en schilderde ze meer, soms met de verf zo dik dat ze die met lepels over het doek smeert. In Stedelijk Museum Schiedam is vanaf 1 oktober een tentoonstelling van haar tekeningen en schilderijen te zien.

Jacoba van Heemskerck (1876-1923), de tweede Piet Mondriaan

Toen Jacoba van Heemskerck vijfentwintig was had ze haar beide ouders verloren. Ze had kunnen trouwen en zelf een gezin stichten, zoals van haar verwacht werd. Maar ze ging naar Parijs, en nam er schilderles van Eugène Carrière, een vooraanstaande symbolistisch kunstenaar.

Terug in Nederland bouwde Marie Tak van Poortvliet, met wie Van Heemskerck een relatie had, een atelier voor haar geliefde in haar tuin in Domburg. Hier leerden ze Jan Toorop en Piet Mondriaan kennen, met wie ze een interesse in theosofie deelden.

In haar werk gaat Van Heemskerck lang gelijk op met Mondriaan. Eerst werkt ze nog figuratief, met haast lichtgevende kleuren, later verschuift haar interesse naar het kubisme en verdere abstractie. En net als Mondriaan voelt ze zich in Nederland niet serieus genomen als kunstenaar.

Jacoba van Heemskerck van Beest, 1913. Beeld
Jacoba van Heemskerck van Beest, 1913.

Ze vertrekt naar Berlijn, waar ze in 1913 meedoet met een tentoonstelling van Der Sturm, een progressieve kunstbeweging waar ook Paul Klee en Wassily Kandinsky aan meedoen. Op de voorkant van het gelijknamige tijdschrift staan vaak kunstwerken van Van Heemskerck: strakke houtsnedes met dikwijls een landschap als vertrekpunt. Ook na de Eerste Wereldoorlog voelt de kunstenaar zich niet thuis in Nederland, ‘De Hollanders zijn verschrikkelijk’, schrijft ze.

Ze maakt glas in lood-ramen, de kleuren brandt ze zelf op het glas in een kleine oven. Als ze overlijdt, op haar 47-ste, noemt een Duitse criticus haar ‘Hollands grootste schilderes die ook boven alle Hollandse schilders uitsteekt.’

Lees ook:

Kunst gemaakt door vrouwen brengt de helft minder op dan ‘mannenkunst’

Vrouwelijke kunstenaars verdienen nog altijd veel minder dan hun mannelijke collega’s. En hun werk blijft vaak onzichtbaar. Ondanks alle aandacht voor diversiteit in de kunst.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden