Pianoconcours voor jong talent is steiger om naar de top te klimmen
The Young Pianist Competition geeft jongeren van tien tot 28 jaar de kans om te laten zien hoe goed ze piano kunnen spelen. Zondag spelen de beste deelnemers in de finale.
Alexander Jansen (13) vindt zichzelf geen speciale jongen. “Ik ben gewoon een tiener met een mobieltje en zo. Ik heb alleen niet veel tijd voor gamen.” Maar hij speelt morgen in de finale van the Young Pianist Competition wel het Twaalfde pianoconcert van Mozart. Maar weinig kinderen doen hem dat na.
Alexander heeft dan ook een bijzonder talent voor muziek. Dat merkten zijn ouders al toen hij heel jong was. In een studieruimte van het Amsterdamse conservatorium, waar Alexander achter de vleugel zit om te oefenen, laat vader Robert op zijn mobiele telefoon een filmpje zien van een tweejarig jongetje dat staat te dirigeren op muziek.
Moeder Elitza is zelf pianiste en geeft ook les. “Ik zag wel dat hij muzikaal was, maar ik heb me eerst afwachtend opgesteld. Van mij hoefde hij geen pianist te worden. Maar ik kon er niet omheen, hij wilde altijd pianospelen en melodieën componeren. Toen hij zeven was, zijn we echt begonnen met pianoles. Hij is heel muzikaal, speelt op zijn gehoor stukken na en heeft een fenomenaal geheugen. Toch is hij voor mij een gewone jongen, hoor. Alle kinderen hebben op hun eigen manier een talent.”
Elke dag is Alexander uren met muziek bezig. Hij zit in Utrecht op de School voor Persoonlijk Onderwijs, in de gymnasiumklas. Hij hoeft maar vier dagen naar school. Alexander: “Daardoor heb ik veel tijd om piano te studeren, zo’n twee, drie uur per dag. In het weekend nog meer. Op zaterdag ga ik naar de Academie voor Muzikaal Talent. Daar krijg ik theorieles over muziek, maak ik muziek met anderen en krijg ik pianoles van mijn lerares Marjès Benoist. Zij is echt heel inspirerend. De academie organiseert ook concerten voor ons, wel zo’n twintig keer per jaar. Daar leer je ook veel van.”
Voor zijn ouders is zijn talent geen belasting. Elitza: “We gaan mee naar concerten. En ja, er klinkt veel muziek in huis. Maar daar houden we van.” Alexander: “Mijn vader heeft een koptelefoon voor bij de televisie.”
Judo
Zijn doel is om later pianist te worden. “En componist en dirigent”, zegt hij. Het duurde even voor hij besefte dat hij dan serieus moest studeren, ook de saaie toonladders en technische etudes. “Ik wilde vooral componeren en meteen mooie stukken spelen. Nu begrijp ik wel dat techniek heel belangrijk is voor je pianospel en steek ik er veel tijd in. Maar ik vind het vooral leuk, het is geen werk of zo. Ik vond het alleen jammer dat ik moest stoppen met judo vanwege de kans op blessures.”
Thuis speelt Alexander op de vleugel. Maar nu is er een klein probleempje ontstaan: zijn tienjarige zusje Elina Sofie speelt ook goed piano. Zij moet boven op de elektronische piano studeren. Soms ruilen ze.
Alexander weet niet of hij kans maakt op de eerste prijs van the YPF Piano Competition. Hij neemt het op tegen twee anderen finalisten in zijn categorie (jongeren tot en met veertien). “Ik hoef ook niet per se te winnen. Ik speel zondag gewoon zo mooi en muzikaal mogelijk.”
Zenuwachtig is hij niet. “Vroeger was ik dat wel, maar hoe vaker je speelt voor publiek, hoe makkelijker het wordt. Ik denk dan: wat boeit het me, het is muziek, dus het komt wel goed. Ik laat het publiek genieten van de muziek. Ja, bij een concours word je beoordeeld door een jury, maar daar let ik gewoon niet op.” Zijn moeder is wel zenuwachtig als hij speelt. “Ik kijk niet, maar luister met gesloten ogen,” zegt ze.
Springplank voor internationale concoursen
Waarom dringen zo weinig Nederlandse pianisten door tot de wereldtop? Het is een vraag die pianopedagoog Marcel Baudet al jaren bezighoudt. “Natuurlijk, we zijn een klein land. Maar de oorzaak ligt ook bij de slechte mogelijkheden voor talent. In andere landen krijgen jonge pianisten veel meer kansen om te groeien: meer onderwijs, meer speelgelegenheden, meer uitdagingen.”
Twintig jaar geleden besloot Baudet daarom een driejaarlijks concours op te zetten: the Young Pianist Competition. Dit weekend is de finale van deze jaargang. Een uitdaging mag je dit concours wel noemen. Deelnemers moeten tot aan de finale zo’n 2,5 uur muziek uit het hoofd kunnen spelen, van Bach en Beethoven tot Debussy en Ligeti. Een enorme opgave. De jongeren tot en met veertien hebben een kortere competitie.
Baudet: “Ja, het programma is zwaar. Daarmee geven we de deelnemers het signaal dat hun ambitie en liefde voor muziek serieus worden genomen. Ik zie het concours als onderdeel van een steiger waarlangs ze omhoog kunnen klimmen naar de top. Na dit concours kun je meedoen aan de belangrijke internationale concoursen, zoals het Koningin Elisabethconcours in Brussel. Zeker als je de hoofdprijs, de Grand Prix Youri Egorov wint. Dan mag je met dirigent Valeri Gergjev en zijn orkest in Sint-Petersburg spelen.”
Zit in deze lichting een van de grote pianisten van de toekomst? Baudet kan het nog niet zeggen. “In het verleden hebben we goede winnaars gehad als Thomas Beijer en Nino Gvetadze. Hannes Minnaar werd tweede. Maar bij elke aflevering is het weer afwachten.”
Lees ook: Jonge pianist wint onverwacht allereerste Youri Egorov-prijs
De twintigjarige pianist Ramon van Engelenhoven viel zondag bijna flauw op het podium van Muziekgebouw aan het IJ, toen hij vernam dat hij niet alleen het YPF-Pianoconcours had gewonnen,maar tevens de eerste winnaar was geworden van de ‘Grand Prix Youri Egorov’
De moderne mecenas
De een is gesettled, de ander staat aan het begin van een carrière. Pieter Lanser staat als een moderne mecenas pianist Thomas Beijer financieel bij.