Tv-columnMaaike Bos
Pauw en Rutte kapen de lokale politiek – en dat komt door ons
Weer een tv-rel, en nu één die echt ergens over gaat: over de keuzes van Jeroen Pauw en BNNVara voor het verkiezingsdebat Linksom of Rechtsom zondag 12 maart. Ze hebben alleen de landelijke kopstukken van VVD, GroenLinks en PvdA uitgenodigd, en daarbij zowel de andere opkomende partijen genegeerd als de Provinciale Staten-kandidaten.
Presentator Diederik Ebbinge raakte in zijn verkiezingsquiz Kiespijn (NTR) zondag helemaal verhit. Mark Rutte, Attje Kuiken en Jesse Klaver gaan toch niet over de regionale beslissingen rond waterpeil, wegen en woonwijken, fulmineerde hij. En die tegenstelling links-rechts is ook raar nu vooral BBB en JA21 op rechts momentum hebben.
Ebbinge maakte zich oprecht kwaad, en dat was lekker verfrissend in een tijd waarin politieke woede meestal instrumenteel is. “Wij leggen tenminste nog uit waar deze verkiezingen over gaan”, riep hij in zijn ludieke verkiezingsprogramma. Pauw reduceerde ze tot bepalend voor de verhoudingen in de Eerste Kamer, maar ze gaan ook om de lokale politiek en waterschappen zelf.
Schoenen en kapsel
Helaas gaf Ebbinge’s eigen ‘waterschapsspecial’ deze zondag evenmin een helder beeld van waar die 21 waterschappen eigenlijk voor zijn. Bijvoorbeeld: om te voorkomen dat gemeentes te veel water uit een rivier gebruiken, zodat andere gemeentes stroomafwaarts te droog worden. Een lollig kwisje over onder meer het verschil tussen de titels dijkgraaf en watergraaf (in waterschappen zonder dijken) deed het hem niet.
Bij de vaste rubriek ‘Hokjesgeest’ zag ik opeens de paradox: dat zelfs een welwillend programma als dit eigenlijk juist de desinteresse in lokale politiek bewijst. In jolige sfeer moesten de panels van Hanneke Groenteman (links) en Rutger Castricum (rechts) raden wie van de vier heren in de stemhokjes de echte ‘Frans’ was die voor BBB in het plaatselijke waterschap wilde. Ze werden puur op hun schoenen en kapsel ingeschat. De echte Frans was conferenceperenteler, die bij het waterpeilbeleid ook zijn bedrijfsbelang zou kunnen meewegen (voor de natuur is vaak een hoger peil beter dan voor de boeren met zware landbouwmachines). “Jij hebt telersbelangen, vindt BBB dat niet erg?”, pruttelde Ebbinge. “Ja, maar ik zie de belangen van de natuur óók”, suste Frans hem. Het bleef erbij. Niemand sprak meer over mogelijke belangenverstrengeling. Volgende grap.
Legale misleiding door CDA
Onderzoeker Gijs Rademaker noemde nog een gênant voorbeeld van wat er gebeurt als niemand meekijkt: in Limburg zijn CDA-raadsleden voor hun waterschap verkiesbaar onder een andere partijnaam: Waterbelang, per regio opgesplitst. Hebben ze normaal 19 procent van de stemmen, via deze ‘lokaal betrokken’ naam halen ze samen 66 procent. Na de verkiezingen groeperen ze weer samen. ‘Legale misleiding’, noemde Ebbinge het, want de Kieswet verbiedt dit trucje niet.
Niemand wist er iets aan te doen. Het CDA zou ermee wegkomen. “Net zo gênant als dat pijnlijke debat zondag”, barstte Ebbinge uiteindelijk uit. “Mijn kinderen van 14 en 15 jaar waren één en twee toen Rutte aan de macht kwam. Zij hebben geleerd dat níets in de politiek consequenties heeft.”
Ik concludeerde dit: We krijgen niet alleen de leiders die we verdienen. Met onze eigen desinteresse in lokale politiek krijgen we ook de tv-debatten die we verdienen.
Vijf keer per week schrijven Maaike Bos en Renate van der Bas columns over televisie.