Paleis Het Loo dateert uit de 17e eeuw. Het is een museum waar het koninklijke verleden vanuit diverse invalshoeken wordt belicht.

InterviewMuseum

Paleis Het Loo gaat ondergronds – de verbouwing is klaar

Paleis Het Loo dateert uit de 17e eeuw. Het is een museum waar het koninklijke verleden vanuit diverse invalshoeken wordt belicht.Beeld Brunopress

Na een verbouwing van vijf jaar gaat Paleis Het Loo weer open. Koning Willem-Alexander krijgt te zien hoe onder het museum waar ooit zijn voorouders woonden een gloednieuw, 21ste eeuws paleis is gebouwd.

Harmen van Dijk

Je moet maar durven: een enorm gat graven naast en deels onder zo’n geliefd historisch gebouw als paleis Het Loo in Apeldoorn. Een paar jaar leunden de 17de-eeuwse muren op tijdelijke funderingen, terwijl er in de tien meter diepe bouwput gewerkt werd aan 5000 vierkante meter extra museumruimte. Heeft architect Dikkie Scipio nooit wakker gelegen van de gedachte dat de boel zou instorten? “Nee”, zegt ze op haar kenmerkende rustige, maar besliste toon. “Je kunt beter reageren op wat er echt aan de hand is dan wat je vreest. Ik heb bij zo’n project al genoeg aan mijn hoofd. Bijna alles is lastig.”

Vijf jaar duurde de megaklus, twee jaar langer dan oorspronkelijk gepland. Maar nu is er van de hele verbouwing niets meer te zien. Letterlijk. Het grote plein voor het paleis waar jarenlang machines ronkten en bouwers rondsjouwden, oogt weer precies als voor de verbouwing. In het midden spuit een fontein. Nergens is nieuwbouw te bekennen, die zit helemaal onder de grond.

“Ik dacht: alles wat je op dat plein zet verstoort het beeld, zelfs een trap of een lift naar beneden”, zegt Scipio, partner bij het Rotterdamse bureau KAAN Architecten. Daarom gaat de bezoeker nu naar binnen via een bescheiden deur in de zijvleugel van het oude paleis. Daarachter bevindt zich een vrij overweldigende wereld van witte Spaanse natuursteen. Een monumentale trap leidt naar een enorme ruimte beneden die baadt in het daglicht. Dat is de grote truc van Scipio: de bodem van de fontein op het voorplein is van glas. Het zonlicht valt door het water en het glas heen in de kelder en tovert schaduwen van watergolfjes op de muren. Als je naar boven kijkt, zie je door het glazen plafond de contouren van het oude paleis.

Paleis Het Loo, nieuw trappenhuis in oud paleis. Beeld Simon Menges
Paleis Het Loo, nieuw trappenhuis in oud paleis.Beeld Simon Menges

“Mensen willen daglicht zien en contact met de buitenwereld. Er zijn natuurlijk veel shoppingmall-deskundigen die het tegenovergestelde beweren. Maar ik weet niet hoe het met jou is - ik word doodmoe in zo’n winkelcentrum zonder ramen”, zegt Scipio. “Ik geloofde heel erg in deze oplossing. Ik had wel verwacht dat het goed zou uitpakken, maar het is toch een opluchting dat het echt zo is.”

In de ondergrondse nieuwbouw zijn de entree, de garderobe en de museumwinkel ondergebracht. Aan weerszijden van de ruimte met het glazen dak, de Grand Foyer, liggen nieuwe museumzalen achter dubbele deuren van notenhout waarin gestileerde bloemen gesneden zijn: Oranjebloesem. Aan het eind van de ruimte zit de doorgang naar het oude paleis: twee kleine bakstenen poortjes leiden naar de kelder. Van daaruit kan de bezoeker via het statige trappenhuis omhoog in het paleis dat in 1685 werd gebouwd in opdracht van stadhouder Willem III en zijn vrouw, de Engelse prinses Mary Stuart - een paar jaar later zouden ze koning en koningin van Engeland worden.

Stamslot van de Otranjes

Het was het stamslot van de Oranjes, tot prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven in 1975 als laatsten de deur achter zich dicht trokken. Het paleis werd een museum. Bij de restauratie werd helaas een massa asbest aangebracht. Goed voor de brandveiligheid, dachten ze toen. Dat moest er allemaal uit en omdat het museum toch dicht moest, werd meteen besloten tot de nieuwbouw.

Scipio tekende ook voor de renovatie van het oude paleis. “Alles is daar van zijn plek geweest, we hebben een lift geplaatst en de installaties vernieuwd.” Die klus was vorig jaar geklaard en de oude zalen, ingericht met de meubels en kostbaarheden van vele generaties Oranjes, waren sindsdien alweer te bezoeken. De nieuwe zalen zijn vanaf 22 april te bewonderen.

Architect Dikkie Scipio. Beeld Inga Powilleit
Architect Dikkie Scipio.Beeld Inga Powilleit

De structuur van het oude paleis vormt de inspiratie voor de nieuwbouw, zegt Scipio. Het is een symmetrisch gebouw, je hebt een middenas met een vestibule en een trappenhuis. Boven kom je in een ontvangstruimte. In de 17de eeuw werden daar de bezoekers verdeeld: de gasten voor Mary gingen naar haar appartementen in de oostvleugel, die voor Willem naar de westvleugel.”

De centrale as in het paleis loopt door over het voorplein en in de baroktuinen - ook daar is alles symmetrisch gerangschikt. Voor Scipio was het vanzelfsprekend om die lijn dus ook in de nieuwbouw te volgen. De Grand Foyer ligt op de centrale as - de bezoekers kunnen kiezen voor de zalen aan de oost- of de westzijde.

“Ik wilde een hedendaagse tegenhanger maken”, zegt Scipio. “Overal zitten verwijzingen naar het oude paleis.” Boven de dubbele deuren van notenhout zitten net als in de 17de eeuw panelen tot aan het plafond. De trapleuningen van hoogglans metaal refereren aan de vele spiegels. De witte natuursteen die vloeren en muren bedekt doet denken aan de marmeren beelden in de tuin.

Bouwen in een contrasterende stijl

“In de erfgoedwereld was het lang gebruikelijk dat je een nieuwe toevoeging aan een oud gebouw meteen moest herkennen. Je bouwde in een contrasterende stijl iets tegen een monument aan dat je ook zo weer weg kon halen. Ik vind dat niet van respect getuigen, het is alsof je een schuurtje in de tuin zet”, zegt Scipio. “Als je iets toevoegt dat dezelfde status heeft, dezelfde kracht, zet je het oude juist op een voetstuk.” Haar ondergrondse 21ste-eeuwse paleis moet zo’n eerbetoon zijn.

Die visie liet ze eerder zien in Antwerpen, waar ze het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten transformeerde - vorig jaar ging het open. En ze is alweer bezig met het Catharijneconvent in Utrecht. Dat ze zo’n museum specialist geworden is, noemt ze zelf ‘een beetje toeval’. “Ik doe ook andere projecten hoor.”

Scipio leunt zwaar op het vakmanschap van alle mensen die bij de bouw betrokken waren, zegt ze. Van de machinist op de graafmachine tot de houtbewerker. “Ik vind dat we ons onvoldoende realiseren hoeveel kennis er in de handen van mensen zit, hoeveel intelligentie ook. We doen handwerk heel vaak af als dom, maar dat is absoluut niet waar. We hebben deze kennis zo hard nodig.”

 Aan de opening van de ruimte van 5000 vierkante meter rond het paleis ging een renovatie van vijf jaar vooraf.  Beeld Remko de Waal
Aan de opening van de ruimte van 5000 vierkante meter rond het paleis ging een renovatie van vijf jaar vooraf.Beeld Remko de Waal

De afgelopen vijf jaar is ze iedere week op de bouw geweest, ze wil als een echte bouwmeester betrokken zijn bij het hele proces en ze verdiept zich in alle aspecten. “Als je kennis hebt van hoe je iets maakt, kun je praten met de mensen die het gaan uitvoeren. Dan accepteren ze je ook.” Zo kom je tot de beste oplossingen, vindt ze. “Ik leer iedere keer van de bouwvakkers hier over nieuwe technieken, die kan ik dan weer verwerken in de plannen.”

Tot in het kleinste detail is ze betrokken. Ze wijst op een bakstenen zuiltje in de overgang tussen de nieuwbouw en het oude paleis. “We zijn er eindeloos mee bezig geweest hoe dat het mooiste gedaan kon worden. Dit soort details kun je niet vooraf ontwerpen. We kunnen veel als architecten, maar bij zo’n groot project in een oud gebouw laat niet alles zich voorspellen. Het is superleuk om juist voor al die details de beste oplossing te zoeken met al die vakmensen.”

Scipio kijkt omhoog naar het gewelfde plafond. “Hierboven zit het bordes van het paleis. Dat hadden we tijdelijk weggehaald, maar toen het teruggeplaatst werd, moest het natuurlijk wel ergens op rusten. We hebben het gewelf gemaakt met een mal van siliconen waarin beton gestort kon worden. Het is een oude methode, gemaakt met de nieuwste techniek. De projectleider zei trots dat het gewelf op het dunste punt maar acht centimeter in doorsnee is.” Scipio glundert zelf ook over die vindingrijkheid.

null Beeld Brunopress
Beeld Brunopress

Gebruikelijk is dit soort betrokkenheid echter niet meer. “In Nederland wordt de architect steeds vaker gereduceerd tot een mooimaker van een programma van eisen”, schampert ze. “Het idee is dat ik met mijn team een ontwerp maak dat vervolgens aan een aannemer wordt gegeven die het moet gaan bouwen. En dan heb je een managementteam dat zorgt dat de aannemer precies doet wat in het contract staat, op een juridische wijze.”

Scipio kiest ervoor om van begin tot eind dicht op het bouwproces te zitten. “Ik blijf dat heel eigenwijs toch doen. Naarmate de mensen eromheen zien wat daarvan het resultaat is, gaan ze het meer waarderen.”

Natuurlijk levert het ook regelmatig frictie op. Ze kan in de Grand Foyer precies de metalen draagbalk aanwijzen die met een afwijking van tien centimeter geplaatst was. “Als ik dat zie weet ik dat we daardoor later in de problemen komen.” Die balk moest er dus weer uit. Op zo’n moment is de normaal zo kalme architect onverbiddelijk.

Vriendelijke maar vastberaden

“Als ik beweer dat ik altijd echt vriendelijk en prettig ben, denk ik dat dat tegengesproken gaat worden”, zegt ze lachend. “Voor een architect ben ik wel atypisch omdat ik niet denk dat ik een god ben. Mijn kwaliteit zit erin dat ik de kennis van iedereen zie en dat ik die bij elkaar kan brengen.”

Vriendelijk maar vastberaden, zo ging ze ook de discussies aan die zich onvermijdelijk voordoen als je een monumentaal pand als Het Loo gaat verbouwen. Ook al is er aan de buitenkant weinig te zien van het nieuwe ondergrondse paleis, voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed waren er nog genoeg pijnpunten in het ontwerp te vinden. In de westelijke zijvleugel heeft Scipio drie grote ramen in het oude gebouw gemaakt. “Het is de grootste ingreep in de gevel, dat vonden ze een minder goed plan”, zegt Scipio met gevoel voor understatement. Maar het was essentieel voor de verlichting van de ruimte, zegt ze. En dus hield ze voet bij stuk.

Binnen zijn er best ingrijpende veranderingen aangebracht, vindt Scipio zelf. Zoals de ruime trappenhuizen naar de ondergrondse ruimten in de zijvleugels. Dat mag, als je maar respect toont voor het gebouw, zegt ze stellig. Ze gelooft er niet in dat je de tijd stil kunt zetten om erfgoed volledig te conserveren. “Dan breng je een gebouw in coma. Alles wat leeft, beweegt nu eenmaal.”

Detail van houtsnijwerk op de notenhouten deuren. Stelt Oranjebloesem voor. Beeld Sebastian van Damme
Detail van houtsnijwerk op de notenhouten deuren. Stelt Oranjebloesem voor.Beeld Sebastian van Damme

De verbouwing duurde langer en viel duurder uit

Directeur Michel van Maarseveen is natuurlijk blij dat paleis Het Loo weer helemaal open gaat, maar hij voelt ook weemoed. “Het komt niet vaak voor dat je zoiets mag doen. En je neemt ook weer afscheid van een heleboel mensen. De interactie met architect en bouwers heeft heel veel opgeleverd.”

Niet dat alles van een leien dakje ging. De verbouwing duurde vijf jaar, twee jaar langer dan verwacht. De asbestsanering viel tegen, maar ook het ondergraven van het oude gebouw bleek complexer dan gedacht. Daardoor liepen de kosten ook op: er was 123 miljoen begroot, uiteindelijk kostte het 171 miljoen. “Daar zit alles in”, benadrukt Van Maarseveen. “De sanering en restauratie, een nieuwe horecavleugel, de inkomstenderving door de sluiting.” Het leverde uiteindelijk 5000 vierkante meter extra museumvloer op, wat ruimte geeft aan de ambitie om voortaan niet 350.000 maar 500.000 bezoekers per jaar te ontvangen.

“We kunnen ook veel meer van onze collectie laten zien”, zegt Van Maarseveen. De komende jaren is in de nieuwe zalen een vaste tentoonstelling waarin alle belangrijke Oranjes sinds Willem de Zwijger geïntroduceerd worden met een film, indrukwekkende portretten en voorwerpen. Het museum wil de relatie van de Oranjes met Nederland op een kritische manier belichten, zegt Van Maarsseveen. “Vaak gaat het goed, maar af en toe ligt een Oranje onder vuur. Op dit moment worden er opmerkingen over het functioneren van het koningshuis gemaakt en dat was in de 18de eeuw met stadhouder Willem V en de patriotten niet anders.” Ook komt het het slavernijverleden aan bod: koning Willem III zette weliswaar zijn handtekening onder de afschaffing, maar bestelde vervolgens een buffetkast waarop twee geketende tot slaaf gemaakten waren afgebeeld.

Ook is er aandacht voor het spanningsveld tussen het privéleven en de publieke rol van de Oranjes. “Dat heeft altijd gespeeld, bij huwelijken, sterfgevallen en ook vakanties.” We zien een foto van kleuter Juliana die, uitgedost met hoed, tegenover een grote groep schoolkinderen staat. De vraag wordt gesteld: waar zou je liever staan? Verderop is een voor alle ouders herkenbaar filmpje te zien: koningin Máxima, ergens op werkbezoek, zegt door de telefoon tegen een van haar dochters: “Ik vind het alleen goed als papa het ook goed vindt.” Een toevallig geregistreerd privémoment, iets dat het koninklijk paar over het algemeen liever buiten beeld houdt.

Michel van Maarseveen, directeur van Paleis Het Loo. Beeld Brunopress
Michel van Maarseveen, directeur van Paleis Het Loo.Beeld Brunopress

Paleis Het Loo opent op 22 april voor het publiek

Lees ook:

Het asbest eruit, de pick-up van prins Bernhard erin: paleis Het Loo is weer open

De krokodil van prins Hendrik en de pick-up van prins Bernhard, alles staat weer netjes op zijn plek in Paleis Het Loo. Vrijdag gaat het na een verbouwing van vier jaar weer open.

Antwerpen verstopt een gloednieuw kunstmuseum in statig oud jasje

Na elf jaar verbouwen gaat het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen weer open. De spectaculaire nieuwbouw ontdek je binnen pas – de Nederlandse architect Dikkie Scipio haalde een verbluffende verdwijntruc uit.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden