NTR ZaterdagMatinee
Rossini - ‘L’Italiana in Algeri’
★★★★
Het Orkest van de 18de Eeuw is ooit groot geworden met de muziek van Beethoven. Revolutionaire uitvoeringen van zijn symfonieën leverde dat op, waaronder de Eroica die Beethoven ooit aan Napoleon opdroeg. Wie had gedacht dat het orkest zich ooit nog eens zou wagen aan een opera van Rossini? Gioachino Rossini, in bijna alles de antipode van Beethoven, die op het hoogtepunt van zijn roem de bijnaam ‘De Napoleon van de muziek’ kreeg, omdat zijn muziek de hele wereld veroverde.
In 1992 voerde het orkest onder Frans Brüggen al eens de ouverture uit, en nu bij de NTR ZaterdagMatinee speelde het, onder leiding van Giancarlo Andretta, een hoofdrol in de uitvoering van de complete L’Italiana in Algeri (De Italiaanse in Algiers). De opera uit 1813 (Beethoven componeerde in dat jaar zijn Achtste symfonie) betekende de doorbraak van Rossini als componist van de komische opera, de opera buffa.
Heerlijke kolder over de feministische Italiaanse Isabella
Schrijver Stendhal was in zijn Vie de Rossini uit 1823 al euforisch over de opera, die hij karakteriseerde als ‘georganiseerde, totale waanzin’. Muziek waarbij je de ellende van de wereld even kon vergeten. En ja, het is heerlijke kolder over de feministische Italiaanse Isabella, die Mustafà, de bey van Algiers, een toontje lager laat zingen wat betreft zijn opvattingen over vrouwen.
Vanaf de inleidende, voorzichtige pizzicati tot aan de finale fortissimo uitbarsting ruim drie uur later was het Orkest van de 18de Eeuw het stralende middelpunt van deze uitvoering. Met al die virtuoze blazers – die piccolo, die hobo, die fagot! Zij toverden de vele aartslastige, supersnelle tierelantijntjes perfect uit hun instrument. En heerlijke contrabassen die op instigatie van Andretta soms net even pas op de plaats maakten om maximaal effect te sorteren. De uitvoering zat vol met dergelijke fijnzinnige details.
Het moet heerlijk zijn om onder deze dirigent te zingen en musiceren
Vanachter de pianoforte leidde Andretta als een heuse maestro al cembalo deze magnifieke uitvoering. Het klonk maximaal ontspannen én maximaal precies. Het moet heerlijk zijn om onder deze dirigent te zingen en te musiceren.
De mooie mezzo Vasilisa Berzhanskaya kon als Isabella evenwel niet helemaal overtuigen. Technisch gezien liet de Russin weinig steken vallen, maar achter in de zaal klonk haar te donker aangezette stem versluierd, te weinig open. Slechts een enkele keer liet zij zichzelf gaan, en dat had meteen effect. En zo werd de uitstekende Chileense bas-bariton Ricardo Seguel (Mustafà) de vocale ster van de middag. Samen met tenor Alasdair Kent (Lindoro) en met Lilian Farahani en Esther Kuiper in uitstekend gezongen bijrollen.
Al deze solisten, La Cetra Vokalensemble Basel en het fantastische orkest maakten van de knotsgekke finale van de eerste akte het hoogtepunt dat het moet zijn. In deze dolgedraaide kolder, waarin de zangers alleen nog ‘din din’, ‘bum bum’ en ‘cra cra’ konden uitbrengen, hield Andretta de boel magnifiek bij elkaar. Het gevoel van een totaal ontsporend crescendo was er, al stonden de noten in deze snelkookpan perfect onder elkaar. Klasse.