Het ensemble in Donizetti Queens in Concert van De Nationale Opera.

RecensieOpera

Opzwepende Donizetti-drama’s bij sfeervol kaarslicht, dit voorproefje was helemaal op smaak

Het ensemble in Donizetti Queens in Concert van De Nationale Opera.Beeld Ben van Duin

Opera
De Nationale Opera
Donizetti Queens in Concert
★★★★

Peter van der Lint

Sfeervol, opwindend en beeldschoon. Het uitgebreide, gestreamde voorproefje Donizetti Queens in Concert van De Nationale Opera (DNO) heeft de appetijt naar de complete uitvoering van de Tudor Trilogie in de volgende seizoenen flink doen toenemen. Het water liep zondagavond zogezegd door de mond bij de die fraaie dwarsdoorsnede uit de drie opera’s over Anna Boleyn, Mary Stuart en Elizabeth I, die Donizetti in de jaren dertig van de negentiende eeuw uit zijn pen liet vloeien.

Een ganzenpen die Donizetti om de zes noten bij kaarslicht in de inkt moest dopen, zoals dirigent Enrique Mazzola het treffend vertelde tijdens de goed gemonteerde inleidingen tot de drie titels. Om die sfeer, en die van de tudortijd in Engeland in een concertuitvoering op te roepen had regisseur Jetske Mijnssen door het hele theater zo’n veertig clusters van dikke, brandende kaarsen laten plaatsen. Tussen de musici en de zangers, en op plateautjes tussen de koorleden die – op afstand – in het auditorium stonden. De gele gloed van al die flakkerende vlammetjes – in groepjes van twee tot tien – was even simpel als doeltreffend.

Zeer doeltreffend is ook de keuze voor de Spaans-Italiaanse Mazzola voor deze muziek. Een specialist die geen accent, geen detail, geen pizzicato van Donizetti laat ontsnappen, en die de kunst verstaat een climax op te bouwen. Hij legde het uitstekend spelende Nederlands Kamerorkest een ijzeren discipline op. Als je, zoals Mazzola, deze vaak slordig gespeelde ‘makkelijke’ partituren van het belcanto serieus neemt, krijgen ze de meerwaarde die ze verdienen, en doen ze volkomen recht aan die heerlijke Donizetti met zijn ganzenveer bij kaarslicht.

In de komende seizoenen zijn bij DNO dus de complete opera’s te zien: Anna Bolena (2022), Maria Stuarda (2023) en Roberto Devereux (2024). IJs en weder dienende met Mazzola en alle zangers die hier al hun brevet van vermogen afgaven. En dat alles in een regie van Mijnssen. In dit concert gingen we van achter naar voren, van Devereux naar Bolena, en kregen alle zangers in slim uitgekozen duetten, aria’s en finales gelijke kansen.

Voorop natuurlijk de Letse Marina Rebeka, die de drie onfortuinlijke Tudor-koninginnen voor haar rekening zal nemen. Ze gooide zich vol overgave in het drama en beknibbelde absoluut niet op voluit gezongen topnoten of ingenieus geplaatste coloraturen. Zo wil je het hebben, maximum emotie gepaard aan maximum techniek. En dan ook nog met het schitterend-schallende timbre van die stem.

Rebeka werd omringd door al even heerlijke zangers. De zalvende tenor van Ismael Jordi bijvoorbeeld, die zijn stem soms stijlvol kleiner maakte en daardoor nog meer effect sorteerde. Hij zong zijn aria uit Anna Bolena ontroerend mooi. Of de vurige J’Nai Bridges, die steeds de vrouwelijke antagoniste van Rebeka zal zingen. Zij kwam soms wel hoorbaar vocaal aan haar grenzen, maar de vlammende confrontatie tussen de twee koninginnen in Maria Stuarda, vol van verwensingen over en weer, was een hoogtepunt. Met een paar schitterende koren als rustpunten was deze amuse-bouche al helemaal op smaak.

Lees ook:

Daar komen de Donizetti Queens, met Marina Rebeka in de hoofdrol. ‘Het dramatische slot is slopend.’

Sopraan Marina Rebeka vertelt in dit interview over haar rollen. “Je moet er een behoorlijk uithoudingsvermogen voor hebben, vooral voor die laatste scènes die Donizetti steeds voor zijn koninginnen in petto heeft.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden