BoekrecensieRoman
Ook de nieuwe Cognetti speelt in de bergen, maar nu zet hij relaties, en niet eenzaamheid, centraal
Na zijn bestseller De acht bergen, schrijft Paolo Cognetti nu een boek dat je aan het denken zet over de waarde van onze relaties en ‘de geur van een nieuwe ontdekking’.
Met De acht bergen beleefde Paolo Cognetti (1978) in 2017 zijn doorbraak als subtiele en ingetogen verteller van de bergen als klankkast van de menselijke ziel. Een prachtig introspectief relaas over eenzaamheid, de eigen identiteit en de verwerking van het verlies van een stille vader.
Cognetti is hier nu zo populair dat zijn nieuwe boek Het geluk van de wolf al in Nederlandse vertaling verschijnt nog voordat het origineel eind oktober in de Italiaanse boekwinkels zal liggen. De bergen blijven prominent aanwezig, maar Cognetti verweeft ze nu met nieuwe thema’s, een minder autobiografische verhaaltrant met regelmatige en soms verrassende veranderingen van vertelperspectief.
Nadat Fausto’s relatie van dertien jaar op de klippen is gelopen vlucht hij – zo is zijn gewoonte – naar de bergen. Hij strijkt neer in Fontana Fredda, een klein bergdorp met skilift. Wanneer het geld opraakt neemt de eigenares van ‘De tafel van Babette’ ook zijn dolende ziel onder haar vleugels en geeft hem voor de duur van het skiseizoen een baantje als kok. Van schrijver wordt hij ‘Faus de keukenpaus’ en hoort hij bij de kern van het restaurant: de mysterieuze Babette, de levendige serveerster Silvia, de norse stamgast en ex-boswachter Santorso.
Fausto en Silvia worden minnaars, maar hun vrijerij eindigt op paasmaandag, wanneer Babette het restaurant sluit. Silvia gaat werken in een duizend meter hoger gelegen Alpenhut die Fausto zich goed herinnert uit zijn jongensjaren. Hijzelf moet in Milaan een huis opruimen en verkopen, de officiële punt achter zijn mislukte relatie: ‘een sukkel van veertig zonder gezin en zonder werk’. Babette vertrekt, waarschijnlijk voorgoed, naar een onbekend ver eiland. Santorso blijft in het dorp en drinkt zijn ellende in eenzaamheid weg.
‘In haar slaap hoorde ze dat pistoolschot weer’
Fausto, die nieuw geluk blijft najagen in Fontana Fredda, verbindt al deze levens met elkaar. Hij helpt Santorso als deze in het ziekenhuis is beland met verbrijzelde handen door een steenlawine; hij neemt contact op met Santorso’s dochter in Engeland; hij schrijft Babette een belangrijke brief; en in de zomermaanden klimt hij dagelijks twee uur naar zijn liefje Silvia in haar alpenhut ‘op de Noordpool’.
Beetje bij beetje legt Cognetti enkele mozaïekscherven van deze zo totaal verschillende levens neer en zet hij je met zijn aandachtige, indringende bewoordingen telkens aan het denken. Over de emotionele waarde van onze leefomgeving en hoe die zich ontwikkelt. Over onze individuele zoektochten naar geluk.
En heel af en toe is daar, als een slagschaduw, die ene wolf, die niemand ooit meer te zien krijgt maar die met zijn ongedurige, onbegrijpelijke instinct soms de plekken met het mooiste wild achter zich laat, opgewonden door iets anders, ‘de geur van een nieuwe ontdekking.’
De roman eindigt met een mooi hoofdstuk over een nacht vol dromen van de personages uit Fontana Fredda. Zo vangen we ook opeens een glimp op van de ziel van Gemma, Fausto’s bejaarde buurvrouw met haar ene koe, wanneer ze droomt hoe in de oorlog soldaten haar kalfje doodden en opaten: ‘In haar slaap hoorde ze het pistoolschot weer, zag het bloed weer in de sneeuw, werd omhelsd door haar moeder en huilde tranen met tuiten, een oude vrouw van tachtig die weer zeven was.’
Het is een van die verrassende wendingen die tekenend zijn voor Cognetti’s nieuwe manier van vertellen.
Paolo Cognetti
Het geluk van de wolf
Vert. Yond Boeke en Patty Krone. De Bezige Bij; 208 blz. € 21.99