TentoonstellingAuvers-sur-Oise
Nieuwe kijk op de laatste weken van Van Gogh: hij zat vol nieuwe ideeën
Was Van Gogh extreem wanhopig in de laatste weken van zijn leven in Auvers-sur-Oise? Niet als je naar zijn schilderijen kijkt, zoals ze nu in Amsterdam voor het eerst bij elkaar zijn gebracht.
Vrolijke koeien in de wei, portretten van wegdromende tienermeisjes en experimenten in kleur, schildertechniek en compositie. Dat zijn niet meteen omschrijvingen die je aan Vincent van Gogh zou koppelen. Meer dan 130 jaar na zijn dood lijkt het beeld van Van Gogh en zijn kunst – aardappeleters, zonnebloemen, en natuurlijk dat korenveld met kraaien en de zelfmoord daarna – behoorlijk uitgehard. Maar nu blaast een tentoonstelling in Amsterdam de kunstenaar verrassend nieuw leven in.
Lang waren musea en critici huiverig voor de laatste periode van het leven van Van Gogh, de iets meer dan twee maanden die hij in 1890 in Auvers-sur-Oise, ten noordwesten van Parijs, doorbracht. Hij zou ‘fletse kleuren’ gebruiken, en een ‘levenloos handschrift’ hebben. Vanwege het vijftigjarig jubileum van het Van Gogh Museum pakte de instelling uit met grondig onderzoek en een imposante lijst bruiklenen, samen met het Parijse Musée d’Orsay – dat bij hoge uitzondering acht Van Goghs uitleende. Dat levert niet alleen een bijzondere tentoonstelling en catalogus op, het zorgt ook voor een aanpassing van het beeld van de kunstenaar in zijn laatste maanden.
Want Van Gogh liep over van enthousiasme om weer te gaan schilderen. Kort daarvoor had hij de inrichting van Saint-Rémy in Zuid-Frankrijk verlaten. Hij was het zuiden zat, hij voelde zich goed, en in Auvers zou hij op het platteland kunnen schilderen, onder de hoede van een kunstminnende arts, dokter Gachet. Al meteen de eerste dagen had hij twee tekeningen gemaakt van de tuinen en huizen, vrijwel volledig in blauwe olieverf op papier. Het krioelt en bloeit er, in levendige strepen en stippen vult hij het papier, het doet denken aan een uit de hand gelopen borduurpatroon. Ook gaat hij met zijn ezel en schildersdoek op pad, de rieten daken van de huizen herinneren hem aan de Brabantse dorpen van zijn jeugd.
Lang niet alles kwam natuurgetrouw op het doek
In de eerste grote zaal van de tentoonstelling verken je met de kunstenaar Auvers. In alles ziet hij een onderwerp: bloeiende kastanjebomen met paarsblauwe schaduw, golvend gras in verschillende tinten groen en bruin, de beroemde kerk die haast getekend lijkt met oliekrijt, zo dik en resoluut is de blauwe verf aangebracht in de luchtpartij.
Lang niet alles kwam natuurgetrouw op het doek, zo is duidelijk te zien wanneer er een tekening (lichtgevoelig dus zelden getoond) en een schilderij (uit een privécollectie) van dezelfde doodlopende weg met huizen naast elkaar hangen. Opvallend zijn de vele meisjes en vrouwen die de schilderijen bevolken. Op een uitzonderlijk kleurrijk schilderij van roeiboten in de Oise staat een rijkere dame te vissen, op de voorgrond van een ander landschap staan twee net zo mooi aangeklede vrouwen prominent op de voorgrond.
Van Gogh was er niet in geslaagd een vrouw te vinden, en zag daarin, zo stelt Van Gogh-onderzoeker Louis van Tilborgh, een groot falen. Het bejubelen van de natuur – traditioneel gezien als vrouwelijk – en de hoop dat zijn broer Theo met vrouw Jo en hun zoontje snel naar Auvers kwamen, hield hem nog even op de been.
Tegelijk, en dat is misschien nog wel het verrassendste aan de tentoonstelling, bleef Van Gogh ambitieus als kunstenaar. Hij schilderde en tekende razendsnel, en bleef ook naar zijn grote voorbeelden kijken. Zo was zijn schilderij van onbekommerde Koeien een hommage aan het gelijknamige schilderij van de zeventiende-eeuwse schilder Jacob Jordaens. Ook Jean-François Millet bleef een belangrijk voorbeeld in de landschappen – ook de kraaien kwamen van hem.
Brede panoramaschilderijen
Zijn grootste project tot dan toe, een project dat nog niet eerder op deze manier in de schijnwerpers is gezet, was dat van de brede panoramaschilderijen. Want van de vierenzeventig schilderijen die Van Gogh in Auvers-sur-Oise maakte, waren er dertien extreem langwerpig: ‘één meter lang en maar vijftig centimeter hoog’, omschreef de kunstenaar de doeken zelf. Sommige schilderijen zijn ‘los’ wel bekend - vooral het Korenveld met kraaien is wereldberoemd - maar allemaal naast elkaar geven ze een heel nieuw beeld van de ambities van de kunstenaar.
Het breedbeeldformaat was eerder al uitgebreid verkend door Charles-François Daubigny, de toen net overleden kunstenaar die eerder in Auvers was neergestreken. In twee van de brede doeken schilderde Van Gogh de tuin van Daubigny, als hommage. In Amsterdam zijn maar liefst tien van de dertien panoramaschilderijen bij elkaar te zien, riant naast elkaar gepresenteerd. Opvallend is dat de ‘kraaien’ tussen alle zonovergoten landschappen – en één in de stromende regen - een veel minder zware lading krijgen.
Wat Van Gogh precies met dit project van plan was, weten we niet, hij heeft er niet over geschreven. Wel wordt hiermee duidelijk dat de kunstenaar nog zoveel meer in zijn mars had. De verslagen reacties van vrienden en familie op zijn plotselinge dood, uitgestald als brieven in de tentoonstelling, brengen ook de meest ervaren Van Gogh-kenners even in mineur. Dit was inderdaad een kunstenaar van wereldformaat.
Tentoonstelling
‘Van Gogh in Auvers. Zijn laatste maanden’ is tot 3 september te zien in het Van Gogh Museum in Amsterdam. Www.vangoghmuseum.nl
★★★★★
Lees ook:
Spoorzoeken naar Van Gogh in zijn laatste woonplaats Auvers
De laatste maanden van zijn leven verbleef Vincent van Gogh in het dorpje Auvers-sur-Oise, ten noordoosten van Parijs. In het Amsterdamse Van Gogh Museum opent vrijdag een tentoonstelling over die laatste, uiterst productieve maanden van zijn leven. In Auvers wordt ieder spoor van de kunstenaar gekoesterd.
Het kan nog, een Van Gogh ‘op zolder’ vinden
Een steendrukprent van Vincent van Gogh die werd aangetroffen op de bovenverdieping van een Gooise woning werd geveild in Leiden.