Klassiek & zoPeter van der Lint
Nelsons levert een stralende staalkaart Strauss af met zijn twee toporkesten
Vandaag is de verjaardag van Richard Strauss. Op 11 juni 1864 werd hij in München geboren. En al heeft Strauss alle kenmerken van een zondagskind, die elfde juni was een gewone zaterdag, net als vandaag. Waarom ik het hier over Strauss wil hebben, is niet vanwege die verjaardag. Da’s gewoon toeval. En 158 jaar is ook geen bijzonder getal of zo.
Ik voer Strauss op vanwege de dirigent die tegenwoordig in zijn muziek excelleert: Andris Nelsons. U weet wel, de Let die het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) heel graag als chef wilde hebben. Nelsons verlengde echter zijn chefs-contracten bij het Gewandhausorchester Leipzig en bij het Boston Symphony Orchestra en gaf het Amsterdamse orkest het nakijken.
Niet Nelsons dus, maar het KCO maakte gisteren eindelijk bekend wie dan wel de achtste chef-dirigent in Amsterdam wordt. Vier jaar na het ontslag van Daniele Gatti. U leest erover elders in deze krant.
Match made in heaven
Goed. Nelsons en Strauss. Een match made in heaven. Bij het KCO liet hij dat al eens horen in de Kerstmatinee van 2013. Dat leverde een zinderende uitvoering op van het symfonisch gedicht Also sprach Zarathustra, terug te zien op de dvd die ervan gemaakt is. En er is een drietal Strauss-cd’s van Nelsons toen hij nog chef-dirigent was in Birmingham. Die zijn ook niet mis.
Maar dat alles wordt overtroefd door de geweldige Strauss-box met zeven cd’s die Nelsons gemaakt heeft met zijn orkesten in Leipzig en Boston. Er zijn in de geschiedenis meer van die fijne Strauss-boxen geweest. Die van Fritz Reiner met het Chicago Symphony Orchestra (vijf cd’s) uit de jaren vijftig bijvoorbeeld. Of die van Rudolf Kempe met de Staatskapelle Dresden (zeven cd’s) uit de jaren zeventig. Reiner en Kempe golden in hun tijd als specialisten in dit repertoire, en dat hoor je op die oude opnamen nog steeds. Bovendien is de geluidskwaliteit van de legendarische, zeventig jaar oude Living Stereo-opnamen uit Chicago nog steeds verbluffend.
Maar nu is er dus de stralende, trans-Atlantische staalkaart Strauss van Nelsons. De stukken – alle symfonische gedichten staan erop – zijn mooi verdeeld over beide orkesten aan weerszijde van de Atlantische Oceaan. Boston speelt onder andere een schitterende Alpensinfonie en huurde stercellist Yo-Yo Ma in voor Don Quixote. Leipzig glorieert in Ein Heldenleben en begeleidt meesterpianist Yuja Wang in Burleske.
Een gedrocht van een stuk
Als laatste werk op deze anthologie komen we het Festliches Präludium tegen. Een gedrocht van een stuk, geschreven voor groot orgel (hier de grote Olivier Latry) en een orkest van maar liefst 150 musici. Strauss schreef het in 1913 ter gelegenheid van de feestelijke opening van het Konzerthaus in Wenen. Het megalomane stuk was geliefd bij de nazi’s. Zo werd het in 1943 gespeeld op de verjaardag van Hitler, en Strauss dirigeerde het vijf jaar eerder zelf bij de opening van de beruchte nazi-expositie Entartete Kunst in Düsseldorf. Zo festlich is dit preludium dus helemaal niet meer. Er is dan ook vaak gedoe in Duitsland als het op het affiche prijkt.
In Boston leeft dat sentiment niet en dus voegde Nelsons zijn beide orkesten samen toen het Gewandhausorchester in 2019 op tournee was in Amerika. Een mooi cadeautje voor de jarige Strauss vandaag? Dit ietwat besmette stuk misschien niet, maar de box als geheel zeker wel.
Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.