Interview

Na bijna 30 jaar zwaait Idfa-directeur Ally Derks af

Ally Derks zwaait na bijna dertig jaar af als festivaldirecteur van het Idfa. Beeld ANPkippa
Ally Derks zwaait na bijna dertig jaar af als festivaldirecteur van het Idfa.Beeld ANPkippa

Oprichter en directeur Ally Derks neemt na bijna dertig jaar afscheid van Idfa. Het is inmiddels het grootste documentairefestival ter wereld, dat morgen van start gaat. Een terugblik.

Ronald Rovers

In 1988 was Ally Derks een van de oprichters van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (Idfa). Hoewel ze voor een sabbatical al maanden in Berlijn woont, neemt ze tijdens de komende jubileumeditie officieel afscheid. Het festival groeide onder haar leiding, sinds de eerste editie in 1988 met veertig gasten en tweeduizend verkochte kaartjes, uit tot het grootste documentairefestival ter wereld.

"We openden in bioscoop Alfa naast De Balie", vertelt Derks met haar karakteristieke hese stem telefonisch vanuit Berlijn. "Daar was de foyer zo klein dat iedereen meteen de zaal in moest en niet kon blijven staan. Nu opent het festival in Carré, waar ruim 1700 mensen in kunnen. Inmiddels hebben we drieduizend gasten en zijn er meer dan 300.000 kaartjes verkocht."

Langstzittende festivaldirecteur ter wereld

Het koste enige moeite om Derks te pakken te krijgen. "Om eerlijk te zijn: het overviel me, al die interviewverzoeken. Sta ik weer overal met m'n kop in. En dan weer allemaal vragen over mij als persoon. Het gaat om de films. En ik heb het allemaal echt niet in mijn eentje gedaan. Het festival wordt nu geleid door Barbara Visser, ik was al vertrokken. Nou ja, misschien niet helemaal. Ik was denk ik de langstzittende festivaldirecteur ter wereld. Maar nu is het genoeg. Het is tijd voor nieuwe mensen."

Het festival voorzag in de beginjaren meteen in een grote behoefte, vertelt Derks. "De documentaire bestond natuurlijk al, maar de tijd dat Bert Haanstra met 'Fanfare' 2,5 miljoen bezoekers trok, was allang voorbij. Je had natuurlijk al wel journalistieke reportages op tv, maar die waren kort. De behoefte aan context en duiding was enorm. Het Tiananmenprotest in 1989, glasnost, perestrojka, de ontwikkelingen in Oost-Europa die uiteindelijk tot de val van de Muur leidden, het begin van de Joegoslavië-oorlog, de eerste grote oorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog: mensen wilden begrijpen wat er aan de hand was. En niet te vergeten de angst en onzekerheid door de verspreiding van aids. Ik weet nog dat ik bij Idfa-voorloper Festicon drie gasten uit New York ontving van een gay mannenkoor. Toen ik ze later daar opzocht bleken nog maar vier van de vijfenveertig oorspronkelijke koorleden in leven."

Nieuwsgierig

Dat het medium en het festival hier zo groot konden worden, heeft volgens Derks met nuchterheid te maken. "Dit land is toch gebouwd op een domineescultuur. Meer realisme dan romantiek. Nederlanders zijn nieuwsgierig. We hebben niet zoveel op met Sehnsucht en grote hartstochtelijke verhalen. Tsjechov is niet in Nederland geboren.

"Je merkt het ook aan het publiek. We halen, ik bedoel, Idfa haalt zoveel mogelijk makers naar het festival zodat die in debat kunnen met de bezoekers. Dat debat is belangrijk en mensen voeren dat debat ook. Het publiek zit niet geduldig en respectvol naar de maker te luisteren, maar gaat de confrontatie aan. Dat zijn de belangrijkste lessen die ik van documentaires heb geleerd: vraag je altijd af wie de maker is en waarom hij of zij dit verhaal vertelt. Of die nou Leni Riefenstahl of Michael Moore heet. Want ook in documentaires wordt gemanipuleerd. Noem het mediawijsheid.

"Daarom vind ik het kinderprogramma Kids&Docs ook zo verschrikkelijk belangrijk. Kinderen vensters op de wereld bieden, op een manier die voor hen behapbaar is. Vorig jaar hebben we tienduizend kinderen ontvangen tijdens het festival. Dan vraag je na afloop: hoe weet je dat je nu naar een documentaire hebt gekeken? Dat levert ontzettend boeiende gesprekken op."

Documentaires in tijden van nepnieuws

Barbara Visser modereerde tijdens het filmfestival van Berlijn in februari een bijeenkomst over de vraag hoe makers aan waarheidsvinding kunnen doen, wanneer alles als nepnieuws terzijde kan worden geschoven. "Ik denk niet dat die ontwikkeling funest is voor het medium. Het is en blijft belangrijk dat je je realiseert wat je voorgeschoteld krijgt. En door wie."

Na de vraag of er documentaires zijn die in die dertig jaar haar kijk op de wereld hebben veranderd, is ze even stil. Maar titels wil ze niet noemen. "Het zijn er teveel. Mijn kijk op de wereld verandert voortdurend met de nieuwe films die ik zie. De laatste jaren heeft Idfa veel films uit het Midden-Oosten vertoond. Daar heb ik veel van geleerd. Dit jaar is de Arabische wereld het hoofdthema. Daarin wil het festival de stereotypen in de westerse nieuwsverslaggeving tegengaan door te laten zien wat we hier zelden te zien krijgen en te laten zien hoe complex die wereld is."

Haar sabbatical in Berlijn is bijna voorbij. "Te gek hier", zegt ze. Op uitnodiging van de Robert Bosch Stiftung, een internationale denktank, dacht ze mee over actuele zaken als de verhouding tussen Duitsland en Amerika, klimaatverandering en nepnieuws. Ook organiseert ze er filmvertoningen, zoals van 'De kinderen van Juf Kiet', die vorig jaar tijdens Idfa te zien was.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden