RecensieNick Cave
Muzikale poëet Nick Cave in zoekende documentaire op de toppen van z’n kunnen
Documentaire This Much I Know to be True
Regie: Andrew Dominik
★★★★
“Kijk, dit is de duivel als baby. Hier is hij een jongeman, op weg naar oorlog. En hier een oude man, zijn laatste momenten.” Peinzend, in stofjas, laat Nick Cave in een atelier een serie beeldjes zien. De veelzijdige zanger-schrijver-musicus heeft er weer een nieuw vakgebied bij: keramiek.
Gaat het Cave om de duivel? Of om de cyclus van het leven? Wie zijn inmiddels vijf decennia omspannende oeuvre kent, weet dat zijn fascinatie voor het kwaad én verlossing, steeds meer wordt ingebed in een filosofischer, zachtere kijk op het menselijk bestaan.
Als artiest was hij, deels ingegeven door de dood van een van zijn zonen in 2015, al begonnen nieuw contact met zijn publiek te zoeken. “Kom gezellig op het podium zitten”, klonk het bij concerten. Hij organiseerde een reeks muzikale gespreksavonden: de microfoon gaf Cave aan nieuwsgierige fans.
Een filmisch privéconcert
Toen kwamen de lockdowns. Wat moet je, als podiumdier? In 2020 creëerde Cave met Idiot Prayer een filmisch privéconcert: een man en een vleugel, meer niet. Werkte grandioos.This Much I Know to be True is vergelijkbaar. In voorjaar 2021 kwamen Cave en vaste componist Warren Ellis samen in een Londense ruimte om de nummers van twee nieuwe albums te spelen, Ghosteen en Carnage.
Een eerste optreden, zonder publiek dan. En meer dan dat: we zien ook wat er vooráfgaat aan de voltooide nummers. Gehannes met apparatuur, overleg en gekibbel tussen de twee artistiek diep verstrengelde Australiërs. Achtergrondzangeressen komen erbij, dan een setje strijkers. En zangeres Marianne Faithfull: per rolstoel, in glitterblouse en voorzien van zuurstofvoorraad, levert de opgewekte 75-jarige een even bescheiden als sublieme stembijdrage.
Andrew Dominik, die eerder met het duo samenwerkte voor One More Time with Feeling, en zijn western The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford, toont als het ware de constructie van hun muziek. Cave, bedachtzaam en stilletjes aan de vleugel. Ellis, met ruim armgezwaai en schoppende benen een bijna meditatief opererende maker.
We zien ze in de zoekende fase, de losse elementen moeten nog samenvallen. Gewoonweg ontroerend om erbij te mogen zijn. En met de nu eens beheerste, dan weer dynamisch cirkelende camera intiemer dan een concert.
Ouwe postpunkrocker in Gucci-pak: de 64-jarige Cave betoont zich een leeftijdsloze muzikale poëet op de toppen van zijn kunnen. En zijn emotionele wijsheid. Hij leest een brief voor, gestuurd naar The Red Hand Files, de site waar fans hem levenstwijfels, groot verdriet en geestige vragen voorleggen.
Wie bén je nu eigenlijk, vraagt een briefschrijver. Musicus, schrijver, luidde vroeger het antwoord. Nu: ‘echtgenoot, mens, vader, burger, vriend’, vertelt Cave. En daar is hij, bijna verbaasd, best gelukkig mee. Cave kijkt naar zichzelf als naar de duivel. Met mededogen, en levensinzicht. Het maakt zijn muziek alleen maar beter.
This Much I Know to be True is, als een concertreeks, beperkt te zien. Op 11 en 15 mei in tachtig bioscopen in Nederland, in sommige steden ook op tussenliggende dagen. Info: thismuchiknowtobetrue.com.
Lees ook:
Nick Cave niet solo, maar alleen: een ontroerend privéconcert
Recensie Idiot Prayer: Nick Cave Alone at Alexandra Palace.