Review
Moeder koopt romans in plaats van beddengoed
In 'Het rode huis' verhaalt de Zweedse auteur Kjell Johansson over de jeugd van een jongetje dat doet denken aan Pip en Oliver van Charles Dickens. Zijn jeugd speelt zich af onder erbarmelijke omstandigheden: een dronken vader, slaag, opname in een pleeggezin, vechtpartijen en diefstal. Aan het einde van de roman blijkt de ikfiguur inmiddels een schrijver te zijn die schrijverstournees maakt langs bibliotheken. Opgegroeid is hij in een krot aan de rand van Stockholm in de jaren veertig en vijftig, te midden van zijn zus Eva, zijn vader, moeder, grootvader en grootmoeder.
Behalve over dit jongetje plus familie, gaat 'Het rode huis' evenwel net zo goed over de verzachtende werking van verhalen. De moeder koopt romans in plaats van beddengoed en verdwijnt in bibliotheekboeken terwijl haar echtgenoot naast haar ligt te snurken. Om de dagelijkse teleurstellingen te verzachten, bijvoorbeeld als ze niet zijn toegelaten op een kinderfeestje, vertelt zijn zus de mooiste verzinsels. De ikfiguur laat ook vaak doorschemeren dat zijn jeugdherinneringen niet overeen hoeven te komen met de werkelijkheid, als er al zoiets bestaat. Soms overdrijft hij die boodschap. Door de lezer met 'je' aan te spreken -,,Je kunt je voorstellen dat een ekster of een koolmees de vlinder heeft gepakt''- om vervolgens de macht van de verteller vast te stellen: ,,Ik hoef dat niet te geloven, want ik heb mijn verhaal immers zo gebracht dat hij vanaf mijn borst wegvloog.'' Maar ook door oproepen aan de lezer als ,,Wacht, dan horen jullie meer!''. Met dit soort ouderwetse tekst en uitleg bij het verhaal dringt de verteller zich te veel op. Het is aan de vaart van 'Het rode huis' te danken dat je er niet storend lang bij stil hoeft te blijven staan.