In de tijdelijke Eerste Kamer hangt anders dan op het Binnenhof veel moderne kunst. Vooral het abstracte werk in de vergaderzaal roept vragen op, maar Kamervoorzitter Bruijn is er blij mee. ‘Het houdt ons een spiegel voor.’
Het is een veelbesproken kunstobject in politiek Den Haag: het werk dat de Iraans-Nederlandse kunstenaar Navid Nuur maakte voor de plenaire zaal in de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer. Sommigen zien in de kleurrijke vlakken bollenvelden. Anderen begrijpen niet waarom is gekozen voor moderne kunst. Of snappen niet wat het te maken heeft met de Eerste Kamer.
Het werk van Nuur hangt op de plek waar in de vergaderzaal op het Binnenhof het portret van koning Willem II hing, achter de stoel van Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn. Het is een wereld van verschil, van een levensecht manshoog staatsieportret naar een abstract kunstwerk. Toch was het voor Bruijn ná de toelichting van de kunstenaar meteen ‘een voltreffer’. Steeds meer Kamerleden en medewerkers kunnen het waarderen, merkt hij, als ze weten wat het kunstwerk symboliseert.
Het werk is opgebouwd uit 75 verticale buizen, een verwijzing naar het aantal leden van de Eerste Kamer. De twaalf kleurvlakken refereren aan de twaalf provincies. Maar wat vooral intrigeert is dat het er vanuit elke hoek weer anders uitziet, zegt Bruijn.
We proberen het meteen uit: vanaf het tweezitsbankje van de SGP zie je inderdaad een ander kunstwerk dan vanuit de D66-hoek. Dat komt doordat de rechterkant van de driehoekige buizen anders is beschilderd dan de linkerkant. Bruijn: “Het houdt ons een spiegel voor. Als wij in deze zaal praten over een wetswijziging kijken we allemaal naar hetzelfde voorstel, toch ziet iedereen er iets anders in, afhankelijk van de politieke bril. Dit kunstwerk roept op om je in de ander te verplaatsen. Het is een les in empathie.”
Heden, verleden, de blik naar buiten
Over de kunst in de tijdelijke Eerste Kamer verscheen vorige week een boekje met een denkbeeldige rondleiding langs de 75 werken. Er zit opvallend veel hedendaagse kunst bij: een groot verschil met het Binnenhof, waar staatsieportretten, gravures en oude schilderijen domineerden. Lang niet alle kunst kon meeverhuizen, zoals het portret van Willem II, dat ook gerestaureerd moest worden.
Maar de tijdelijke locatie verschilt ook zo van het Binnenhof, zegt Corine Molenaar, dat die een andere uitstraling moest krijgen. Tijdens de verbouwing van het Binnenhof zetelt de Eerste Kamer in het driehonderd jaar oude Huis Huguetan aan het Lange Voorhout en een daarmee verbonden gebouw uit de jaren tachtig aan de Kazernestraat.
Molenaar stelde als kunstadviseur van de rijksoverheid met collega Erik Bouma het kunstplan op, in overleg met de voorzitter en nog enkele leden van de Eerste Kamer. De gekozen werken zijn een mix van kunst uit de bestaande collectie aangevuld met bruiklenen en aankopen.
Molenaar: “Kunst is meer dan wandversiering. Je kunt er ook een verhaal mee vertellen, uitdagen tot een gesprek en inspireren. Maar je vindt geen kunst die iedereen mooi vindt. Daarom hebben we gekozen voor drie thema’s die duidelijk maken waarom we voor een bepaald kunstwerk hebben gekozen.”
Die thema’s zijn: verbinding tussen heden en verleden, reflectie en verbeeldingskracht en de blik naar buiten. Volgens Bruijn omvatten ze de essentie van het werk van de Eerste Kamer.
“We bouwen voort op de arbeid van onze voorgangers en onze tijdelijke locatie is ook een combinatie van verleden en heden. Er is verbeeldingskracht nodig om te weten hoe de driehonderd wetswijzigingsvoorstellen die we hier jaarlijks behandelen, zullen landen in de samenleving. Die reflecterende taak wilden we ook terugzien in de kunst. Net zoals we onze blik naar buiten willen richten om oog te houden voor wie je het doet.”
Het sigarenkastje is meeverhuisd
Voor de ingang van de plenaire zaal in het gebouw aan de Kazernestraat staan vier vitrines met stapels papieren. Het is de Grondwet uit 1848. Als je goed kijkt zie je dat de bladen van porselein zijn. Het was een titanenklus voor kunstenaar Esther Kokmeijer om de teksten in te bakken op de 53 bladen van flinterdun porselein. Ze zijn heel kwetsbaar, ook al is porselein als materiaal keihard. Die paradox – kracht en kwetsbaarheid – maakt voor Kokmeijer de waarde van de Grondwet zichtbaar. Die bevat onaantastbare grondrechten, waar je behoedzaam mee moet omgaan.
Op de gang staat het sigarenkastje dat is meeverhuisd. Het herinnert aan het verleden waarin rokende senatoren hun sigaar in een eigen vakje konden achterlaten. Ook afkomstig van het Binnenhof is het geschilderde portret van Carry Pothuis-Smit, in 1920 de eerste vrouw in de Eerste Kamer (namens de SDAP). Naast een borstbeeld van Johan de Witt hangen enkele van de twaalf aangekochte foto’s van stiltegebieden van Loek van Vliet, uit elke provincie een.
Op de grens van het nieuwe en oude deel passeren we de portretten van Brian Elstak: twee mannen en twee vrouwen die belangrijk waren in de strijd tegen de Nederlandse koloniale overheersing en voor vrijheid en emancipatie. Molenaar: “De bestaande collectie omvat veel portretten van bekende en vooral witte mannen. De Eerste Kamer wilde ook portretten die een ander licht werpen op onze geschiedenis.”
Behalve schilderijen en foto’s is er ook een lichtsculptuur van Ruud Beerens, een bruikleen van het Bonnefantenmuseum. ‘FietsenRudy’ verwijst in neonletters naar de kunstruimte (1982) in Maastricht waar jonge kunstenaars zich in alle vrijheid konden ontwikkelen.
Senatoren met heimwee naar het Binnenhof kunnen zich laven aan het dikke fotoboek van Maurice van Es en Luka Karssenberg, die de ‘oude’ Eerste Kamer tot in alle facetten hebben gefotografeerd, van kroonluchters tot sleetse deurknoppen. Door de mix van oude en nieuwe kunst ontstaan boeiende contrasten, zoals in de commissiekamers waar portretten van de graven en gravinnen van Holland afgewisseld worden met foto’s van kinderen van Cuny Janssen en Sofie Knijff, die symbool staan voor de toekomst.
We eindigen in de kamer van de voorzitter met als blikvanger een monumentaal schilderij van Robert Zandvliet, een bruikleen van museum Belvédère in Heerenveen. Naast een zeventiende-eeuwse kast met daarop driehonderd jaar oude vazen spettert een knalgeel schilderij op metaal van Hans Koetsier. Oud en nieuw, reflectie en verbeeldingskracht, alles komt hier samen. “Allemaal voltreffers”, constateert Bruijn, een kunstliefhebber. Naar een museum gaat hij nooit. “Geen tijd”, zegt hij, omdat hij ook nog arts en hoogleraar in nierziektes is. “Daarom is het zo mooi dat het hier ook een soort museum is.”
Kunst kijken in de Eerste Kamer
Het werk van Navid Nuur is zichtbaar vanaf de publieke tribune in de vergaderzaal. De overige kunstwerken zijn voor het publiek te zien op zaterdag 11 september, tijdens de Open Monumentendag.
Speciaal voor Trouw-lezers wil de Eerste Kamer dit najaar een rondleiding organiseren. Belangstellenden kunnen zich aanmelden via trouw.nl/kunsteerstekamer. Er kunnen maximaal 24 lezers aan de rondleiding deelnemen. De eerste 12 deelnemers ontvangen een bevestigingsmail met meer informatie. Zij mogen een introducé meenemen. Bij grote belangstelling is er de mogelijkheid om een extra datum voor een rondleiding toe te voegen.
Het boekje Oud en Nieuw. Kunst in de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer is op aanvraag te koop bij de Eerste Kamer.
Lees ook:
De Nollen: werkplaats én levenswerk van kunstenaar Rudi van de Wint
Rudi van de Wint trok zich op 38-jarige leeftijd terug op De Nollen, een voormalige vuilnisbelt in Den Helder. Het werd een oase met magistrale beelden en ondergrondse schilderijen. Stevige wandelschoenen aanbevolen.