BoekrecensieRoman
Middendorp is goed in schurend drama, maar in ‘Neven’ steekt de vorm te nadrukkelijk door het verhaal heen
Knap drama van Peter Middendorp, maar de half-laconieke zwartgallige toon in Neven gaat toch wat tegenstaan.
In de fraaie openingszin van Peter Middendorps nieuwe roman Neven ligt de teneur van het verhaal verborgen: ‘Over een paar uur ligt het wad bloot, het rottende, stinkende onland, dat niet voor niets voor het einde van de wereld wordt aangezien, waarin je geen stap kunt zetten zonder er tot je liezen in weg te zinken en waarop bij eb vooral de lagere soorten achterblijven, kwallen, slakken, kreeftjes en krabbetjes, schielijk schieten ze weg’.
Het stinkende onland
Hoofdpersoon Robert is met zijn neef Arie, die in vegetatieve staat in een rolstoel zit, op weg naar Schiermonnikoog. Iets zal daar ten einde komen, iets dat lag te rotten. Het stinkende onland, het wegzinken in de grond, en het achterblijven van ‘lagere soorten’, alles wijst daarop.
Tijdens de tocht naar het Waddeneiland dringen de gebeurtenissen die tot deze trip geleid hebben zich aan Robert op.
We komen allereerst iets te weten over zijn jeugd. Het gezin van Robert en dat van zijn neef wonen ergens in het noorden van het land, waar de mensen ‘kort voor de kop zijn’, tegenover elkaar aan weerszijden van een kanaal. Gespiegelde levens, zoals het woord ‘neven’ zelf. Robert en Arie zijn ‘zo goed als broers’, ze lijken ook als twee druppels water op elkaar. Dat zal uiteindelijk grote gevolgen hebben.
Dan loopt het goed mis
Het is knap hoe Middendorp in een paar scènes laat zien hoe Arie, ondanks alle gelijkenissen, de beter gelukte neef lijkt, hoe Robert steeds moet aanhaken, blijft worstelen met een jeugd waarin hij mishandeld werd door zijn vader. Tja, kort voor de kop, die lui.
In hun studentenjaren gaat Arie de wiethandel in, hij gebruikt doodleuk de werkkamer van Robert als opslagplaats voor het spul. Als Arie plotseling zijn handel vaarwel zegt en een gezinnetje sticht, blijft Robert met de drugs zitten en met een stel criminelen die zijn kamer in en uit lopen. De weifelende, slappe Robert gaat ten slotte toch over tot handelen, en dan loopt het goed mis.
Middendorp is goed in schurend drama en schrijft schijnbaar achteloos zinnetjes waar een uiterste precisie achter schuilgaat, naast een flinke scheut donkere humor. Zelfs Jij bent van mij, zijn bejubelde roman over de moordenaar van Marianne Vaatstra, was eerder een zwarte komedie dan een loodzwaar drama.
‘De hoop sterft als laatste, zeggen ze, maar bij ons was het na drie maanden al zover’, merkt Robert op over Aries ongeluk (een val op zijn hoofd). Ik moest het even opzoeken, maar in Jij bent van mij stond precies dezelfde zin, gevolgd door een soortgelijke observatie (‘in het echt sterft de hoop juist opmerkelijk snel’). De half-laconieke, zwartgallige toon van Middendorp begon me nadien toch wat tegen te staan.
Iets wat niet beklijft
Het bondgenootschap van Arie en Robert en het schuldgevoel van de laatste, moeten het fundament van dit boek vormen, maar dat lukt niet goed. De slotscène waar Middendorp naartoe werkt, schokte noch ontroerde me. Het is niet logisch dat Robert nog steeds herinneringen zit op te halen terwijl hij met Arie door het zand rolt. Op zo’n moment steekt de vorm te nadrukkelijk door het verhaal heen.
Indringender is een scène halverwege het boek waarin Robert aan het sterfbed van zijn vader zit en de man nog even achteloos sorry zegt: ‘Zo deed mijn vader het, gewoon sorry zeggen, excuses voor het ongemak’.
Het lijkt alsof Middendorp het echte verhaal dat hij te vertellen heeft verstopt in iets anders, iets over twee neven, iets wat bij de lezer niet beklijft.
Peter Middendorp
Neven
De Bezige Bij; 176 blz. €22,99