Máxima geeft het toe: ik ben een datafreak
Koningin Máxima werd in 2009 gevraagd door VN-baas Ban Ki Moon om zich in te zetten voor het probleem dat niet iedereen in de wereld gebruik kan maken van een bank. Sindsdien is zij zo bij het onderwerp betrokken geraakt dat het bijna een full-timebaan is. Ze laat niet meer los voordat op dit punt grote resultaten zijn geboekt.
Een paar dagen voordat zij vertrekt naar New York om bij de VN verslag te doen van haar werkzaamheden, legde zij op het ministerie van buitenlandse zaken aan Nederlandse pers nog eens uit wat ze doet. Dat is even wennen, een koningin die over zo'n zakelijk onderwerp tekst en uitleg geeft. Zonder de aanwezigheid van tv-camera's en fotografen ontstond er bijna een serene sfeer.
Een simpele spaarrekening
Haar centrale punt is dat op dit moment 2,5 miljard mensen geen toegang tot een bank hebben en dat in ontwikkelingslanden 200 miljoen kleine en middelgrote bedrijven geen leningen kunnen afsluiten. Máxima legt met een rits van cijfers uit hoe het niet hebben van een simpele spaarrekening voor veel mensen betekent dat zij niet aan armoede kunnen ontworstelen. Wat zij persoonlijk heel erg vindt is dat dit fenomeen de kloof tussen man en vrouw in stand houdt. Vrouwen moeten nu het geld dat zij overhouden ergens in een matras verstoppen en lopen het risico dat dit wordt gestolen.
Zij reist al enige jaren de wereld af om regeringsleiders en belangrijke zakenmannen te overtuigen van deze tekortkoming in de private sector. Ze bestookt hen met wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat het geven van rekeningen aan armen de economische groei bevordert en de sociaal-economische ongelijkheid tempert.
Ruimhartiger voor de echt armen
Toch is het volgens haar te simpel om te denken dat banken het maar moeten doen. "Het gaat niet vanzelf", zegt ze. "De regelgeving van veel landen is vaak het grootste struikelblok. Bijna overal moeten mensen een identificatiekaart hebben om een rekening te kunnen openen, terwijl zij vaak niet eens weten wanneer zij precies geboren zijn of geen permanent adres hebben. Aan die echt arme mensen moeten we minder vragen gaan stellen. Daar hebben overheden weer een taak."
Op de vraag wat haar persoonlijke bijdrage is aan de oplossing, grijpt de koningin naar een geel/bruin boekje dat voor haar op tafel ligt. "Hier ben ik dus heel erg trots op." Het boekje heet 'The little book on financial inclusion' en bevat de statistische gegevens van 143 landen op het terrein van bankieren. "Ik ben econoom en een enorme datafreak en dat deze gegevens nu beschikbaar zijn is belangrijk. Ik geef deze nu aan staatshoofden die ik ontmoet. Bijna altijd gaan zij meteen op zoek naar hun eigen land. Het wilde nog wel eens gebeuren dat zij mijn cijfers een beetje terzijde schoven. Nu het op papier staat doen zij dat niet meer."
Haar baan als pleitbezorger bij de VN voor het toegankelijk maken van banken, dat inclusieve financiering wordt genoemd, lijkt een full-time bezigheid te zijn. Soms is dat zo, erkent ze. Maar reizen probeert ze te voorkomen door gebruik van videoverbindingen. En heel veel doet ze 's avonds 'als de kinderen op bed liggen'.